Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 januari 2024
gepubliceerd op 14 februari 2024

Besluit van de Vlaamse Regering over de beoordeling van schade aan de natuur in het Vlaams Ecologisch Netwerk

bron
vlaamse overheid
numac
2024001153
pub.
14/02/2024
prom.
10/01/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JANUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de beoordeling van schade aan de natuur in het Vlaams Ecologisch Netwerk


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, artikel 26bis, §§ 1 en 2, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 2002.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 12 juni 2023. - De Minaraad heeft geen advies gegeven. - De SARO heeft geen advies gegeven. - De Raad van State, Afdeling Wetgeving, verleende een advies op 29 november 2023.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - De vaste rechtspraak gaat ervan uit dat de schade zoals bedoeld in de VEN-toets geen minimale ernst of schadedrempel impliceert. Elke vorm van schade aan de natuur, hoe beperkt die ook is, komt dus in aanmerking. Zo oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen dat ook schade die betrekking heeft op een enkele soort, in rekening moet worden gebracht. - Het ontbreken van een schadedrempel zorgt in de praktijk voor heel wat discussies. Bij direct ruimtebeslag binnen het VEN kan de schade aan de natuur eenvoudig(er) worden begroot, maar bij indirecte effecten is dat een erg moeilijke oefening. Er is dan ook behoefte aan enige objectivering of duidelijke handvaten om het schadebegrip inhoudelijk in te vullen. Het huidige artikel 26bis van het Natuurdecreet biedt daarvoor een grondslag. Dat artikel bepaalt immers dat de Vlaamse Regering kan vastleggen hoe aangetoond moet worden dat een activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken. - Tot op vandaag werd niet gebruikgemaakt van die mogelijkheid en ontbreekt bijgevolg een toetsingskader om het schadebegrip te beoordelen. - Met dit besluit wil de Vlaamse Regering uitvoering geven aan de mogelijkheid uit artikel 26bis, § 1, derde lid, van het Natuurdecreet, waarin wordt vastgelegd dat ze kan bepalen hoe aangetoond moet worden dat een activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN kan veroorzaken.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten: het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;2° schade: elke aantasting van de actueel aanwezige natuur;3° soorten: soorten andere dan plantensoorten die zijn opgenomen in de categorieën 1, 2 of 3 van bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer. HOOFDSTUK 2. - Beoordeling van de schade

Art. 2.Als de kans bestaat dat een activiteit schade aan de actueel aanwezige natuur in het VEN kan veroorzaken, toont de aanvrager van de toestemming of de vergunning, respectievelijk de persoon die de melding of de kennisgeving, doet aan dat de activiteit geen schade veroorzaakt aan de actueel aanwezige natuur in het VEN of dat de schade herstelbaar is.

Schade aan soorten wordt beoordeeld op het niveau van het leefgebied van de soort dat voorkomt in het VEN. Activiteiten die alleen betrekking hebben op het natuurbeheer in uitvoering van een goedgekeurd beheerplan binnen het VEN, worden nooit geacht schadelijke gevolgen te hebben.

Art. 3.Om de schade te beoordelen, kan de aanvrager rekening houden met al de volgende elementen: 1° maatregelen die functioneel verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit en waarmee wordt beoogd schadelijke gevolgen die rechtstreeks of onrechtstreeks uit de voorgenomen activiteit voortvloeien, te voorkomen of te verminderen;2° de effecten, waaronder een vastgestelde neerwaartse trend, van uitgevoerde of in uitvoering zijnde maatregelen die zijn opgenomen in de volgende bestaande plannen of programma's, als dat plan of programma dan wel de maatregelen die erin opgenomen zijn, een impact hebben op het VEN-gebied waarop de activiteit betrekking heeft, zoals: a) de natuurrichtplannen, vermeld in artikel 2, 39°, van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten;b) de soortenbeschermingsprogramma's, vermeld in artikel 2, 68°, van het voormelde decreet;c) de natuurbeheerplannen, vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 2, van het voormelde decreet;d) de programmatische aanpak, vermeld in artikel 50ter, § 4, van het voormelde decreet. HOOFDSTUK 3. - Herstelbaarheid van de schade

Art. 4.§ 1. De aanvrager toont aan dat de schade herstelbaar is.

De schade aan een natuurlijke habitat of leefgebied ingevolge directe ingrepen is herstelbaar als vermeld in het eerste lid, als de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1° Er is een herstel mogelijk op de plaats van de beschadiging met een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardige habitat of een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardig leefgebied als de habitat die of het leefgebied dat er voor de beschadiging aanwezig was;2° binnen een zo kort mogelijke termijn vanaf de aanvang van de activiteit, respectievelijk de uitvoering van de fysieke ingreep zal een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardige natuurlijke habitat of een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardig leefgebied als de habitat die of het leefgebied dat er voor de beschadiging aanwezig was, tot stand komen. De schade aan een natuurlijke habitat of leefgebied ingevolge indirecte ingrepen is herstelbaar als vermeld in het eerste lid, als ofwel wordt voldaan aan de voorwaarden vermeld in het tweede lid, ofwel wordt aangetoond dat de effecten van het project de gebiedsspecifieke vastgestelde neerwaartse trend die het gevolg van de maatregelen als vermeld in artikel 3, 2° niet hypothekeert. § 2. De aanvrager kan spontaan herstel in aanmerking nemen als hij op gemotiveerde wijze kan aantonen dat dat herstel zich daadwerkelijk zal voordoen. In het voormelde geval toont de aanvrager aan dat de specifieke abiotische en biotische elementen die vereist zijn opdat het herstel zich daadwerkelijk kan voordoen, aanwezig zijn of gerealiseerd zullen worden. § 3. Het herstel kan ook door de uitvoering van fysieke ingrepen of natuurbeheermaatregelen door de aanvrager of een derde tot stand worden gebracht. HOOFDSTUK 4. - Gegevens van de VEN-toets

Art. 5.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder agentschap: het agentschap, vermeld in artikel 2, 60°, van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten. § 2. De beoordeling van de vraag of er sprake is van onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN omvat: 1° een beschrijving van de actuele natuurlijke habitats of leefgebieden die binnen het VEN voorkomen aan de hand van wetenschappelijk bronnenmateriaal, terreinbezoek, of andere relevante stukken;2° een beschrijving van de effecten van de voorgenomen activiteit, waarin de volgende zaken aan bod komen: a) een beschrijving van de effecten door direct ruimtebeslag, zoals ecotoop- en biotoopverlies, versnippering en barrière-effecten, bodemverstoring en structuurwijziging van waterlopen, en van de effecten door de wijziging van abiotische omstandigheden, zoals verstoring van de waterhuishouding, verzuring, vermesting, rustverstoring en vergiftiging;b) een beschrijving van de invloedssfeer van de effecten;c) een beschrijving van de termijneffecten, en ook een beschrijving van de permanente en tijdelijke effecten;d) een beschrijving de cumulatie van effecten met andere bestaande of goedgekeurde projecten;3° een beoordeling van de eventuele schade aan de natuur in het VEN die de voorgenomen activiteit kan veroorzaken, en de herstelbaarheid van die schade, waarbij rekening kan worden gehouden met al de volgende maatregelen: a) maatregelen die functioneel verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit en waarmee wordt beoogd de eventuele schadelijke gevolgen die rechtstreeks uit de voorgenomen activiteit voortvloeien, te voorkomen of te verminderen;b) maatregelen, waaronder de maatregelen die zijn opgenomen in de plannen en programma's, vermeld in artikel 3, 2°, als het gaat om de voortzetting van maatregelen die al zijn uitgevoerd of maatregelen die al bestaan en die worden uitgevoerd;c) de natuurlijke dynamiek in het VEN-gebied in kwestie;4° in voorkomend geval, een beoordeling van de herstelbaarheid van de schade, waarbij: a) in geval van een tijdelijke activiteit of ingreep wordt aangegeven wanneer de activiteit zal worden beëindigd, respectievelijk wanneer de ingreep ongedaan zal worden gemaakt;b) er wordt aangegeven op welke wijze het herstel tot stand zal worden gebracht en welke maatregelen in voorkomend geval vereist zijn;c) er op onderbouwde wijze wordt aangetoond op welke wijze het herstel zich zal voltrekken overeenkomstig artikel 4. § 3. Het agentschap verleent advies aan de overheid, vermeld in artikel 26bis, § 1 van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten, over de beoordeling van de onvermijdbare en onherstelbare schade. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 6.Dit besluit is van toepassing op vergunningsaanvragen of meldingen die worden ingediend vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 januari 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

^