9 SEPTEMBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot kwalificatie van de N.V. Participatiemaatschappij Vlaanderen (P.M.V.) als gespecialiseerde dochteronderneming van de N.V. Vlaamse Participatiemaatschappij

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de herstructurering van de GIMV, Gimvindus, VMH, Mijnen en LIM en tot oprichting van het Limburgfonds en van de permanente werkgroep Limburg, laatst gewijzigd bij het decreet van 20 december 1996 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1997, inzonderheid op de artikelen 2, 10, § 4 en 11;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat ingevolge de beursintroductie van de N.V. GIMV het Vlaamse Gewest de aandelen die de GIMV bezit in de N.V. Participatiemaatschappij Vlaanderen zal verwerven om deze in te brengen in de N.V. Vlaamse Participatiemaatschappij; dat bijgevolg de kwalificatie van de N.V. P.M.V. zo spoedig mogelijk dient aangepast te worden aan de nieuwe organisatiestructuur m.b.t. het economisch overheidsinitiatief;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid en de Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De N.V. Participatiemaatschappij Vlaanderen ("P.M.V.") heeft tot doel de bijzondere opdrachten uit te voeren die haar bij decreet of beslissing van de Vlaamse regering worden toevertrouwd in het kader van de tenuitvoerlegging van de economische politiek van het Vlaamse Gewest. In dit raam zal P.M.V. kapitaal en andere middelen kunnen verstrekken aan ondernemingen en de betreffende deelnemingen en vorderingen aanhouden en beheren in opdracht en voor rekening van het Vlaamse Gewest.

Art. 2.P.M.V. wordt gekwalificeerd als een gespecialiseerde dochteronderneming van de N.V. Vlaamse Participatiemaatschappij in de zin van artikel 11 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de herstructurering van de GIMV, Gimvindus, VMH, Mijnen en LIM en tot oprichting van het Limburgfonds en van de permanente werkgroep Limburg. De bepalingen van dit decreet betreffende de investeringsmaatschappijen zijn van toepassing op P.M.V. met uitsluiting evenwel van artikel 10, § 3.

Art. 3.P.M.V. mag de administratie van de deelnemingen, vorderingen en andere opdrachten, die zij verwerft krachtens artikel 1 van dit besluit of aanhoudt krachtens artikel 10, § 4, van voornoemd decreet van 13 juli 1994 en/of artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen, opdragen aan de GIMV. De betreffende uitvoeringsmodaliteiten, verantwoordelijkheden, kostendekking en beheersvergoeding, worden nader geregeld in een overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest, de GIMV en P.M.V.

Art. 4.Het besluit van de Vlaamse regering van 28 juli 1995 tot goedkeuring van de oprichting van een gespecialiseerde dochteronderneming door de N.V. Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen, wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het Vlaamse Gewest de P.M.V.-aandelen die het heeft verworven van de GIMV, heeft ingebracht in de Vlaamse Participatiemaatschappij.

Art. 6.De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid en de Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 september 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld