gepubliceerd op 07 december 2006
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg
8 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1, II, 1°;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 december 1998, 21 januari 2000, 17 juli 2000, 30 maart 2001, 10 juli 2001, 23 november 2001, 25 oktober 2002, 7 november 2003, 22 juli 2005, 31 maart 2006 en 28 april 2006;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 8 september 2006;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de vertaling van het Vlaams intersectoraal akkoord voor de social profit naar hogere subsidiebedragen onverwijld moet plaatsvinden zodat de overeengekomen cao's kunnen worden uitgevoerd;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 13, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001, worden een tweede, derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « Ter uitvoering van de bepalingen van het Vlaams Akkoord voor de social profit/non-profit 2006-2011, gesloten op 6 juni 2005, wordt voor de maatregel eindejaarspremie de hiernavolgende aanvullende cumulatieve subsidie toegekend : 1° voor de basiserkenning die verbonden is aan de minimumcapaciteit, vermeld in artikel 2, § 3, een forfaitair bedrag van : a) 1.742,98 euro per jaar in 2006; b) 2.085,71 euro per jaar in 2007; c) 2.085,48 euro per jaar in 2008; d) 2.068,45 euro per jaar in 2009; e) 2.085,48 euro per jaar in 2010; 2° voor de eerste drie extra schijven van vier erkende eenheden een forfaitair bedrag van : a) 232,40 euro per jaar in 2006;b) 278,10 euro per jaar in 2007;c) 278,06 euro per jaar in 2008;d) 275,79 euro per jaar in 2009;e) 278,06 euro per jaar in 2010;3° voor de vierde schijf en de volgende extra schijven van vier erkende eenheden een forfaitair bedrag van : a) 232,40 euro per jaar in 2006;b) 278,10 euro per jaar in 2007;c) 278,06 euro per jaar in 2008;d) 275,79 euro per jaar in 2009;e) 278,06 euro per jaar in 2010. Ter uitvoering van de bepalingen van het akkoord wordt voor de maatregel managementondersteuning de hiernavolgende aanvullende cumulatieve subsidie toegekend : 1° voor de basiserkenning die verbonden is aan de minimumcapaciteit, vermeld in artikel 2, § 3, een forfaitair bedrag van : a) 452,38 euro per jaar in 2006; b) 452.38 euro per jaar in 2007; c) 452,38 euro per jaar in 2008;d) 452,38 euro per jaar in 2009;e) 452,38 euro per jaar in 2010;2° voor de eerste drie extra schijven van vier erkende eenheden een forfaitair bedrag van : a) 60,32 euro per jaar in 2006;b) 60,32 euro per jaar in 2007;c) 60,32 euro per jaar in 2008;d) 60,32 euro per jaar in 2009;e) 60,32 euro per jaar in 2010;3° voor de vierde schijf en de extra schijven van vier erkende eenheden een forfaitair bedrag van : a) 60,32 euro per jaar in 2006;b) 60,32 euro per jaar in 2007;c) 60,32 euro per jaar in 2008;d) 60,32 euro per jaar in 2009;e) 60,32 euro per jaar in 2010. Ter uitvoering van de bepalingen van het akkoord wordt voor de maatregel werkdrukvermindering de hiernavolgende aanvullende cumulatieve subsidie toegekend : 1° voor de basiserkenning die verbonden is aan de minimumcapaciteit, vermeld in artikel 2, § 3, een forfaitair bedrag van : a) 152,14 euro per jaar in 2006;b) 152,02 euro per jaar in 2007;c) 304,29 euro per jaar in 2008;d) 456,31 euro per jaar in 2009;e) 463,57 euro per jaar in 2010;2° voor de eerste drie extra schijven van vier erkende eenheden een forfaitair bedrag van : a) 20,29 euro per jaar in 2006;b) 20,27 euro per jaar in 2007;c) 40,57 euro per jaar in 2008;d) 60,84 euro per jaar in 2009;e) 61,81 euro per jaar in 2010;3° voor de vierde schijf en de volgende extra schijven van vier erkende eenheden een forfaitair bedrag van : a) 20,29 euro per jaar in 2006;b) 20,27 euro per jaar in 2007;c) 40,57 euro per jaar in 2008;d) 60,84 euro per jaar in 2009;e) 61,81 euro per jaar in 2010.»
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 september 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE