Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 november 2013
gepubliceerd op 04 december 2013

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitwerking van de voorwaarden voor een bemiddelingsprocedure conform artikel 180 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie

bron
vlaamse overheid
numac
2013036114
pub.
04/12/2013
prom.
08/11/2013
ELI
eli/besluit/2013/11/08/2013036114/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 NOVEMBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitwerking van de voorwaarden voor een bemiddelingsprocedure conform artikel 180 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie, artikel 180, vervangen bij het decreet van19 juli 2013;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 31 juli 2013;

Gelet op het advies nr. 54.170/3 van de Raad van State, gegeven op 21 oktober 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Begrippen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Partij: een dienstenverdeler of meerdere dienstenverdelers samen of een televisieomroeporganisatie of meerdere televisieomroeporganisaties samen als vermeld in artikel 2 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie;2° Vlaamse Regulator voor de Media: de administratie van de Vlaamse Regulator voor de Media. HOOFDSTUK 2. - De bemiddelingsprocedure Afdeling 1. - Bemiddelingsprocedure op verzoek van één partij

Art. 2.De partij die, conform artikel 180, § 4 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie, bemiddeling wil ontvangen, richt daarvoor met een aangetekende brief met ontvangstmelding een verzoek aan de voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse Regulator voor de Media. Dat verzoek bevat het bewijs van het bestaan van een geschil, een uiteenzetting van het standpunt van de partijen en de nodige stavingstukken. In het verzoek geeft de partij die bemiddeling wil ontvangen aan welke documenten volgens haar vertrouwelijk zijn en vermeldt ze eveneens de naam en contactgegevens van de bemiddelaar die ze voordraagt.

Art. 3.De Vlaamse Regulator voor de Media brengt binnen een termijn van drie werkdagen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek, vermeld in artikel 2, met een aangetekende brief met ontvangstmelding de andere partij van het verzoek tot bemiddeling op de hoogte. Het standpunt van de partij die bemiddeling wil ontvangen, alsook de door haar ingediende stavingstukken, worden bij die brief gevoegd, met uitzondering van de documenten die uitdrukkelijk als vertrouwelijk werden aangeduid.

Art. 4.De andere partij deelt de voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse Regulator voor de Media met een aangetekende brief met ontvangstmelding de naam en contactgegevens mee van de bemiddelaar die ze voordraagt binnen een termijn van zeven werkdagen na ontvangst van de brief, vermeld in artikel 3. Afdeling 2. - Bemiddelingsprocedure op verzoek van meer dan één partij

Art. 5.Als twee partijen bemiddeling willen ontvangen, kunnen ze daarvoor gezamenlijk met een aangetekende brief met ontvangstmelding een verzoek richten aan de voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse Regulator voor de Media. Dat verzoek bevat een uiteenzetting van hun standpunten, waaronder het bewijs van het bestaan van een geschil en de nodige stavingstukken. De partijen geven aan welke documenten volgens hen vertrouwelijk zijn. In het verzoek vermelden de partijen eveneens de namen en contactgegevens van de bemiddelaars die zij elk voordragen. HOOFDSTUK 3. - Samenstelling van het bemiddelingscollege

Art. 6.§ 1. Voor elk verzoek tot bemiddeling wordt een bemiddelingscollege samengesteld en opgericht. Het bemiddelingscollege is samengesteld uit de twee bemiddelaars die voorgedragen worden door de partijen en een derde bemiddelaar die wordt voorgedragen door de bemiddelaars die de partijen hebben voorgedragen. § 2. De Vlaamse Regulator voor de Media brengt de twee bemiddelaars voorgedragen door de partijen, binnen twee werkdagen na ontvangst van de brief, vermeld in artikel 4 en artikel 5, met elkaar in contact via telefoon of e-mail, alsook via een aangetekende brief met ontvangstmelding. § 3. Uiterlijk zeven werkdagen na de aangetekende brief, vermeld in paragraaf 2, brengen de bemiddelaars die de partijen hebben voorgesteld, de Vlaamse Regulator voor de Media en de partijen via e-mail of telefoon, alsook via een aangetekende brief met ontvangstmelding, op de hoogte van het voorstel van de derde bemiddelaar die ze voordragen.

Art. 7.De door de partijen voorgedragen bemiddelaars en de door de bemiddelaars voorgedragen derde bemiddelaar beantwoorden aan de volgende vereisten: 1° ze zijn onafhankelijk, dat wil zeggen dat ze geen rechtstreekse of onrechtstreekse band hebben met één of meer partijen betrokken in de bemiddeling;2° ze zijn onpartijdig;3° ze beschikken over de nodige expertise en/of beroepservaring in de mediawereld en/of op het gebied van bemiddeling.

Art. 8.§ 1.De Vlaamse Regulator voor de Media beoordeelt binnen een termijn van vijf werkdagen na ontvangst van de aangetekende brief met ontvangstmelding, vermeld in artikel 6, § 3, of de bemiddelaars beantwoorden aan de vereisten, vermeld in artikel 7 en stelt de voorgedragen bemiddelaars per aangetekende brief in kennis van deze beoordeling binnen dezelfde termijn. § 2. Als één of meer van de drie voorgedragen bemiddelaars niet voldoet aan een van de vereisten, vermeld in artikel 7, krijgt de betrokken partij of krijgen de bemiddelaars, naargelang van het geval, de mogelijkheid om binnen vijf werkdagen een andere bemiddelaar voor te dragen. Ingeval de nieuw voorgedragen bemiddelaar niet voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 7, stelt de Vlaamse Regulator voor de Media binnen de twee werkdagen ambtshalve een bemiddelaar aan. § 3. Als de voorgedragen bemiddelaars beantwoorden aan de vereisten, vermeld in artikel 7, stellen de partijen het bemiddelingscollege aan.

De door de bemiddelaars van de partijen voorgedragen derde bemiddelaar wordt aangesteld als voorzitter van het bemiddelingscollege. HOOFDSTUK 4. - Werking van het bemiddelingscollege

Art. 9.Het bemiddelingscollege stelt bij het begin van zijn werkzaamheden zijn eigen reglement van werking op.

Art. 10.§ 1. Het bemiddelingscollege vraagt de standpunten en stavingstukken op, onderzoekt de zaak en legt aan de partijen uiterlijk tien kalenderdagen voor het verstrijken van de periode van drie maanden die aanvangt na het bezorgen van het verzoekschrift aan de Vlaamse Regulator voor de Media op de wijze, vermeld in artikel 2 en artikel 5, met een aangetekende brief met ontvangstmelding een niet-bindend voorstel tot oplossing van het geschil voor. § 2. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de aangetekende brief met ontvangstmelding, vermeld in paragraaf 1, laten de partijen met een aangetekende brief met ontvangstmelding aan de voorzitter van het bemiddelingscollege weten of ze akkoord gaan met het voorstel tot oplossing. § 3. Het bemiddelingscollege stelt na ontvangst van de aangetekende brief vermeld in § 2 een document op ter afsluiting van de bemiddelingsprocedure. In dat document wordt vastgesteld of een akkoord werd bereikt en wordt de bemiddelingsprocedure formeel afgesloten.

Een afschrift van het document, vermeld in het eerste lid, wordt binnen een termijn van vijf werkdagen met een aangetekende brief aan de voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse Regulator voor de Media en aan de partijen bezorgd. § 4. Indien tijdens de werkzaamheden van het bemiddelingscollege de partijen vooralsnog een onderhandelde oplossing bereiken, brengen zij het bemiddelingscollege hiervan op de hoogte via een aangetekende brief met ontvangstmelding. Het bemiddelingscollege neemt hiervan akte, en de bemiddelingsprocedure vervalt ambtshalve. HOOFDSTUK 5. - De nadere regels van de procedure

Art. 11.Het bemiddelingscollege kan partijen horen en informatie inwinnen op verzoek van één of meer van de partijen of ambtshalve, op de dag die het bemiddelingscollege bepaalt met inachtneming van een redelijke termijn.

De partijen verschijnen persoonlijk of kunnen zich laten vertegenwoordigen. Ze kunnen zich door raadslieden of deskundigen laten bijstaan.

Art. 12.Als de partijen, of één ervan, niet ter zitting verschijnen hoewel ze daartoe regelmatig zijn opgeroepen met een aangetekende brief met ontvangstmelding, is het college gemachtigd zijn bemiddelingsopdracht uit te voeren.

De zitting wordt in dat geval geacht op tegenspraak te zijn verlopen.

Art. 13.De zittingen zijn niet openbaar. HOOFDSTUK 6. - Verplichtingen van de Vlaamse Regulator voor de Media en de partijen

Art. 14.De Vlaamse Regulator voor de Media, het bemiddelingscollege, de partijen en hun raadslieden zijn tot geheimhouding verplicht.

Art. 15.Elke partij draagt de kosten voor de bemiddelaar die zij heeft aangewezen. De kosten van de derde bemiddelaar en de overige procedurekosten komen gelijkelijk ten laste van beide partijen. HOOFDSTUK 7. - Algemene bepalingen betreffende de termijnen

Art. 16.De termijnen die afhankelijk zijn van het ontvangen van een aangetekende brief met ontvangstmelding, vermeld in dit besluit, nemen een aanvang opde datum van ontvangstmelding van de aangetekende brief.

Art. 17.De partijen kiezen in België een woonplaats of verblijfplaats. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 november 2013.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, I. LIETEN

^