Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 maart 2024
gepubliceerd op 25 april 2024

Besluit van de Vlaamse Regering over de reglementering van de handel in en de keuring en certificering van teeltmateriaal van hop

bron
vlaamse overheid
numac
2024003697
pub.
25/04/2024
prom.
08/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 MAART 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de reglementering van de handel in en de keuring en certificering van teeltmateriaal van hop


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 2°, a), b) en c).

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 16 november 2023. - Het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid heeft plaatsgevonden op 21 september 2023, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid op 30 oktober 2023. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2024/001 gegeven op 16 januari 2024. - De Gegevensbeschermingsautoriteit heeft op 19 januari 2024 (advies nr. CO/A/2023/564 cm) beslist om te verwijzen naar het standaardadvies nr. 65/2023 gegeven op 24 maart 2023. - Er is op 12 december 2023 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. De Raad van State heeft op 13 december 2023 beslist geen advies te geven, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - In bijlage IV, deel L, van uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 worden voor het teeltmateriaal van hop de niet-quarantaineorganismen die door de EU gereguleerd zijn (afgekort RNQP's) opgelijst, samen met de maximale tolerantiedrempel voor de aanwezigheid van die organismen op het teeltmateriaal van hop. - In bijlage V, deel J, van dezelfde uitvoeringsverordening worden per RNQP de maatregelen vastgelegd die genomen moeten worden om de aanwezigheid van dat organisme te beperken in het teeltmateriaal van hop. - De controle op de RNQP's, het afleveren van plantenpaspoorten als vermeld in artikel 78 van verordening (EU) 2016/2031 die het voldoen aan de vastgelegde tolerantiedrempels van die organismen na controle bevestigen, en de uitvoering van en het toezicht op de te nemen maatregelen om de aanwezigheid van die organismen te beperken, zijn gewestelijke bevoegdheid. - Om de kwaliteit te verzekeren van het teeltmateriaal van hop dat op het grondgebied van het Vlaamse Gewest geproduceerd of verhandeld is, waarbij de controle op de aanwezigheid van de RNQP's die voor hop vastgelegd zijn, een minimale vereiste is, wordt naar analogie van andere deelsectoren van het plantaardige teeltmateriaal een algemeen Vlaams kader voor de keuring en certificering van teeltmateriaal voor hop uitgewerkt.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad; - verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles); - uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie; - besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/12/2022 pub. 07/02/2023 numac 2023040234 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Europese plantengezondheidsregels voor het plantaardige teeltmateriaal type besluit van de vlaamse regering prom. 23/12/2022 pub. 01/02/2023 numac 2023015095 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de retributies voor de toelating of registratie van rassen van land- en tuinbouwgewassen, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal, voor de keuring en controle van dat materiaal en voor de keuring en controle bij de productie van hop en hopproducten sluiten tot uitvoering van de Europese plantengezondheidsregels voor het plantaardige teeltmateriaal; - het samenwerkingsakkoord van 5 januari 2021Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 05/01/2021 pub. 13/01/2021 numac 2020044068 bron vlaamse overheid Samenwerkingsakkoord tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten sluiten tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° besluit van 23 december 2022: het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/12/2022 pub. 07/02/2023 numac 2023040234 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Europese plantengezondheidsregels voor het plantaardige teeltmateriaal type besluit van de vlaamse regering prom. 23/12/2022 pub. 01/02/2023 numac 2023015095 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de retributies voor de toelating of registratie van rassen van land- en tuinbouwgewassen, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal, voor de keuring en controle van dat materiaal en voor de keuring en controle bij de productie van hop en hopproducten sluiten tot uitvoering van de Europese plantengezondheidsregels voor het plantaardige teeltmateriaal;2° bevoegde entiteit: het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;3° categorie: de indeling van het teeltmateriaal volgens de specifieke voorschriften voor de kwaliteit;4° controleorgaan: een instantie als vermeld in artikel 1, 4°, van het besluit van 23 december 2022;5° derde land: een land dat niet behoort tot de Europese Unie;6° eindgebruiker: een eindgebruiker als vermeld in artikel 2, 12), van verordening (EU) 2016/2031;7° gecertificeerd materiaal: de categorie van teeltmateriaal waarvan bij een officiële controle is vastgesteld dat het voldoet aan al de volgende voorwaarden: a) het is rechtstreeks vegetatief afkomstig van vermeerderingsmateriaal eerste generatie of tweede generatie;b) het is bestemd voor de productie van plantaardig materiaal om hop en hopproducten voort te brengen;c) het voldoet aan de specifieke voorschriften voor gecertificeerd materiaal die conform artikel 15 zijn vastgesteld;8° in de handel brengen: de verkoop, het bezit met het oog op de verkoop, het aanbieden voor verkoop en iedere beschikbaarstelling, levering of overdracht van teeltmateriaal aan derden met het oog op commercieel gebruik, al of niet tegen vergoeding.Onder "in de handel brengen" wordt niet verstaan de handel in teeltmateriaal die niet is gericht op commercieel gebruik van het ras, zoals het beschikbaar stellen van teeltmateriaal aan officiële onderzoeks- en controle-instanties of de levering van teeltmateriaal aan verleners van diensten voor verwerking of verpakking, als de verlener van diensten geen rechten op het geleverde teeltmateriaal verwerft. Onder "in de handel brengen" wordt ook niet verstaan het leveren van teeltmateriaal onder bepaalde voorwaarden aan verleners van diensten voor de productie van bepaalde landbouwgrondstoffen voor industriële doeleinden, of voor vermeerdering van teeltmateriaal voor dat doel, als de verlener van diensten geen rechten op het geleverde zaaizaad verwerft noch op het product van de oogst; 9° kwaliteitsorganisme: een plaagorganisme dat door de Europese Unie in verordening (EU) 2019/2072 niet gereguleerd is als quarantaineorganisme of als RNQP, maar vermeld wordt in het certificatieschema PM 4/16(2) van de European and Mediterranean Plant Protection Organisation (EPPO);10° veredelaar: een professionele marktdeelnemer die door selectie, kruising en/of andere methoden gunstige eigenschappen in planten selecteert en/of combineert;11° leverancier: een professionele marktdeelnemer die beroepshalve teeltmateriaal of volledige planten vermeerdert, produceert, beschermt, behandelt of in de handel brengt overeenkomstig de bepalingen in dit besluit;12° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid;13° officieel laboratorium: een laboratorium dat de bevoegde entiteit conform artikel 20 heeft aangewezen;14° officiële controle: een controle vermeld in dit besluit die de bevoegde entiteit uitvoert of onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde entiteit uitgevoerd wordt;15° ouderplant: het teeltmateriaal uit de verzameling van kandidaat-ouderplanten die vrij bevonden zijn van de organismen, vermeld in het certificatieschema PM 4/16(2) (Certification scheme for hop) van de European and Mediterranean Plant Protection Organisation (EPPO), en die de leverancier heeft gekozen;16° partij: een partij als vermeld in artikel 2, 7), van verordening (EU) 2016/2031;17° professionele marktdeelnemer: een professionele marktdeelnemer als vermeld in artikel 2, 9), van verordening (EU) 2016/2031, voor teeltmateriaal van hop;18° ras: een plantengroep binnen een botanisch taxon van de laagst bekende rang die aan al de volgende voorwaarden voldoet: a) hij kan gedefinieerd worden aan de hand van de expressie van het kenmerk dat het resultaat is van een bepaald genotype of een combinatie van genotypen;b) hij kan worden onderscheiden van elke andere groep planten op grond van ten minste een van de kenmerken, vermeld in punt a);c) hij wordt beschouwd als een eenheid omdat hij geschikt is om onveranderd te worden vermeerderd;19° RNQP: een niet-quarantaineorganisme als vermeld in artikel 36 van verordening (EU) 2016/2031, dat de Europese Unie heeft gereguleerd;20° teeltmateriaal van hop: voor opplant bestemde hopplanten als vermeld in artikel 2, 4), van verordening (EU) 2016/2031, met uitzondering van zaden;21° vermeerderingsmateriaal eerste generatie: categorie van teeltmateriaal waarvan bij officiële controle is vastgesteld dat het aan al de volgende voorwaarden voldoet: a) het is volgens algemeen aanvaarde methoden geproduceerd om de identiteit van het ras in stand te houden en om ziekten te voorkomen en het is rechtstreeks vegetatief afkomstig van ouderplanten;b) het wordt gebruikt voor de productie van vermeerderingsmateriaal tweede generatie of gecertificeerd materiaal;c) het voldoet aan de specifieke voorschriften voor prebasismateriaal die conform artikel 15 zijn vastgesteld;22° vermeerderingsmateriaal tweede generatie: categorie van teeltmateriaal waarvan bij officiële controle is vastgesteld dat het aan al de volgende voorwaarden voldoet: a) het is verkregen volgens algemeen aanvaarde methoden om de identiteit van het ras in stand te houden en om ziekten te voorkomen en het is rechtstreeks vegetatief afkomstig van vermeerderingsmateriaal eerste generatie;b) het wordt gebruikt voor de productie van gecertificeerd materiaal;c) het voldoet aan de specifieke voorschriften voor basismateriaal die conform artikel 15 zijn vastgesteld;23° verordening (EU) 2016/2031: verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr.228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad; 24° verordening (EU) 2017/625: verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr.999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles); 25° verordening (EU) 2019/2072: uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr.690/2008 van de Commissie en tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op: 1° veredelaars die nieuwe hoprassen selecteren en ontwikkelen;2° leveranciers die gecertificeerd teeltmateriaal van Humulus lupulus L.(hop) in de handel willen brengen dat aan specifieke vereisten voor kwaliteitsorganismen voldoet. HOOFDSTUK II. - Toelating van nieuwe hoprassen

Art. 3.Een nieuw hopras kan enkel worden toegelaten voor vermeerdering van teeltmateriaal of voor de productie van hop en hopproducten, indien het onderscheidbaar, bestendig en voldoende homogeen is. De officiële onderzoeken bij de toelating van rassen van hop, voor wat betreft het onderzoek van onderscheidbaarheid, bestendigheid en homogeniteit, voldoen aan het "Protocol inzake het onderzoek op onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid voor Humulus Lupulus L." van het Communautair Bureau voor plantenrassen. HOOFDSTUK III. - Vermeerdering van teeltmateriaal van hop Afdeling 1. - Controleorganen

Art. 4.De bevoegde entiteit kan controleorganen erkennen die de toepassing van dit besluit controleren voor wat betreft de vermeerdering van teeltmateriaal van hop.

Een controleorgaan kan erkend worden als vermeld in het eerste lid, als het voor de kwaliteitsorganismen voldoet aan de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 5 van het besluit van 23 december 2022, dit besluit en de uitvoeringsbepalingen ervan.

Art. 5.De erkende controleorganen voeren een of meer controletaken en andere officiële activiteiten uit. De voormelde taken en activiteiten omvatten een of meer van de volgende activiteiten met betrekking tot het plantaardig teeltmateriaal van hop en worden uitgevoerd conform het controle- en keuringsreglement, vermeld in artikel 27: 1° de controles, vermeld in artikel 30 van het besluit van 23 december 2022;2° de controles op kwaliteitsorganismen als vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van 23 december 2022;3° de controles op fysiologische, morfologische en genetische kenmerken van het teeltmateriaal van hop. De erkende controleorganen voeren de gedelegeerde controletaken uit ten aanzien van de leveranciers die bij hen aangesloten zijn.

Art. 6.De controles op de verschillende gezondheids- en kwaliteitsaspecten, vermeld in artikel 5, worden minstens jaarlijks uitgevoerd aan de hand van een lastenboek dat de bevoegde entiteit vaststelt.

Art. 7.Als er tijdens een controle twijfel is of er voldaan is aan de vereiste normen voor RNQP's en kwaliteitsorganismen, neemt de bevoegde entiteit of, in voorkomend geval, het controleorgaan een monster en laat daarop een analyse uitvoeren.

De bevoegde entiteit of het controleorgaan doet een beroep op een officieel laboratorium voor de analyse, vermeld in het eerste lid.

Art. 8.Als er een inbreuk wordt vastgesteld op de bepalingen in dit besluit, legt de bevoegde entiteit of het controleorgaan aan de leverancier corrigerende maatregelen op. Het controleorgaan houdt een register bij conform artikel 33, eerste en tweede lid, van het besluit van 23 december 2022.

De corrigerende maatregelen worden opgenomen in het lastenboek, vermeld in artikel 6. Afdeling 2. - Voorschriften voor het teeltmateriaal

Art. 9.§ 1. Leveranciers kunnen teeltmateriaal in de handel brengen als officieel gecertificeerd vermeerderingsmateriaal eerste generatie, vermeerderingsmateriaal tweede generatie of gecertificeerd materiaal.

De specifieke vereisten voor de kwaliteitsorganismen waaraan het teeltmateriaal moet voldoen, worden door de minister vastgesteld in het controle- en keuringsreglement, vermeld in artikel 27. § 2. Teeltmateriaal dat bestaat uit een genetisch gemodificeerd organisme als vermeld in artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 21 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2005 pub. 24/02/2005 numac 2005022132 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten sluiten tot reglementering van de doelbewuste introductie in het leefmilieu evenals van het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen of van producten die er bevatten, wordt alleen in de handel gebracht als het genetisch gemodificeerde organisme met toepassing van dat besluit of met toepassing van verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders is toegelaten.

Art. 10.De minister stelt in het controle- en keuringsreglement, vermeld in artikel 27, specifieke voorschriften vast waaraan ouderplanten, vermeerderingsmateriaal eerste generatie, vermeerderingsmateriaal tweede generatie en gecertificeerd materiaal moeten voldoen. Afdeling 3. - Voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen

Art. 11.Naast de verplichtingen, vermeld in artikels 8, 9 en 10 van het besluit van 23 december 2022, leven de leveranciers de verplichtingen na, vermeld in dit besluit en het controle- en keuringsreglement, vermeld in artikel 27.

Conform het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/12/2022 pub. 07/02/2023 numac 2023040234 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Europese plantengezondheidsregels voor het plantaardige teeltmateriaal type besluit van de vlaamse regering prom. 23/12/2022 pub. 01/02/2023 numac 2023015095 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de retributies voor de toelating of registratie van rassen van land- en tuinbouwgewassen, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal, voor de keuring en controle van dat materiaal en voor de keuring en controle bij de productie van hop en hopproducten sluiten tot vaststelling van de retributies voor de toelating of registratie van rassen van land- en tuinbouwgewassen, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal, voor de keuring en controle van dat materiaal en voor de keuring en controle bij de productie van hop en hopproducten worden voor activiteiten als vermeld in artikels 13 en 14 retributies aangerekend in het kader van dit besluit en het controle- en keuringsreglement, vermeld in artikel 27.

Art. 12.§ 1. De leveranciers zijn officieel geregistreerd bij de bevoegde entiteit voor de activiteiten die ze in het kader van dit besluit uitoefenen.

De leverancier dient een aanvraag tot registratie als vermeld in het eerste lid, in bij de bevoegde entiteit conform artikel 8 van het besluit van 23 december 2022.

Als er een of meer controleorganen door de bevoegde entiteit erkend zijn conform artikel 4, sluit de leverancier zich aan bij zo'n erkend controleorgaan naar keuze.

De geregistreerde leverancier bezorgt het controleorgaan waar hij zich bij aansluit, de informatie die noodzakelijk is om de controles, vermeld in artikel 5, uit te voeren.

Een geregistreerde leverancier kan pas van controleorgaan veranderen nadat hij alle openstaande facturen bij zijn huidige controleorgaan heeft betaald.

Als de geregistreerde leverancier niet meer actief is, of verandert van controleorgaan, melden de leverancier en het controleorgaan dat onmiddellijk aan de bevoegde entiteit respectievelijk conform artikel 8, zevende lid, en artikel 35 van het besluit van 23 december 2022.

Zodra de geregistreerde leverancier de bepalingen van dit besluit niet naleeft, kan de bevoegde entiteit beslissen om de registratie, vermeld in het eerste en het tweede lid, te schorsen, op te heffen of in te trekken. § 2. Paragraaf 1, eerste lid, is niet van toepassing op leveranciers die alleen aan eindgebruikers verkopen of leveren. De voormelde uitzondering geldt niet in geval van verkoop op afstand, conform artikel 65, lid 3, a), van verordening (EU) 2016/2031. § 3. De minister kan in het controle- en keuringsreglement, vermeld in artikel 27, uitvoeringsbepalingen vaststellen voor paragraaf 1 en 2 en kan regels vaststellen voor de samenwerking en uitwisseling van gegevens tussen de leveranciers en de bevoegde entiteit.

Art. 13.De leveranciers die geregistreerd zijn conform artikel 12, § 1, houden ten minste drie jaar lang een register van hun verkoop en aankoop van de partijen teeltmateriaal bij.

De minister kan uitvoeringsbepalingen voor het register, vermeld in het eerste lid, vaststellen in het controle- en keuringsreglement, vermeld in artikel 27. Afdeling 4. - Identificatie en traceerbaarheid van het teeltmateriaal

Art. 14.Teeltmateriaal van hop wordt in de handel gebracht onder vermelding van het ras waartoe het behoort.

Een ras van hop als vermeld in het eerste lid, voldoet aan een van de volgende voorwaarden: 1° het is wettelijk beschermd op grond van een kwekersrecht overeenkomstig bepalingen over de bescherming van kweekproducten;2° het is opgenomen in de rassenlijst van de International Hop Growers Convention, afgekort IHGC.Voor rassen die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit al geregistreerd zijn bij de IHGC, is een officieel erkende rasbeschrijving voldoende. Voor een ras dat pas na de inwerkingtreding van dit besluit nieuw opgenomen wordt in de rassenlijst van de IHCG moet een geaccrediteerde onderzoeksinstelling het OHB-rapport van dit ras beschikbaar stellen.

Art. 15.§ 1. Tijdens de groei, het rooien of na het wegnemen van rhizomen bij het teeltmateriaal van hop wordt teeltmateriaal in afzonderlijke partijen gehouden. Iedere eenheid of partij teeltmateriaal wordt geïdentificeerd aan de hand van de volgende gegevens: 1° de code en het nummer van het certificaat; 2° de botanische naam: Humulus lupulus L.; 3° de rasnaam;4° de categorie van het teeltmateriaal: vermeerderingsmateriaal eerste generatie, vermeerderingsmateriaal tweede generatie of gecertificeerd materiaal;5° het type teeltmateriaal;6° de vermelding in het register of de individuele code van het land van productie;7° als dat van toepassing is, de vermelding of de oorsprong van het materiaal;8° de leeftijd en het type van het plantgoed dat uit zaailingen of stekken bestaat, en de vermelding of het afgepende, verspeende planten of containerplanten betreft;9° als dat van toepassing is, de vermelding "genetisch gemodificeerd". Het teeltmateriaal is altijd geëtiketteerd en er wordt voldoende afstand bewaard tussen hopranken van verschillende rassen. § 2. De leverancier neemt de nodige maatregelen om de traceerbaarheid van het teeltmateriaal altijd te garanderen.

Als teeltmateriaal van verschillende oorsprong bij verpakking, opslag, vervoer of levering worden samengevoegd of gemengd, houdt de leverancier een register bij met de volgende gegevens: 1° de samenstelling van de partij: 2° de oorsprong van de samenstellende delen. § 3. De minister kan bijkomende voorschriften voor de identificatie en de traceerbaarheid, vermeld in paragraaf 1 en 2, vaststellen in het controle- of keuringsreglement, vermeld in artikel 27.

Art. 16.§ 1. Teeltmateriaal kan alleen in voldoende homogene partijen in de handel worden gebracht. Daarbij moet het gekwalificeerd zijn als vermeerderingsmateriaal eerste generatie, vermeerderingsmateriaal tweede generatie of gecertificeerd materiaal en als zodanig geproduceerd en gecertificeerd zijn door de bevoegde entiteit of het erkende controleorgaan in overeenstemming met de specifieke voorschriften die conform artikel 9 en 10 zijn vastgesteld. § 2. Als blijkt dat het teeltmateriaal dat in de handel gebracht wordt, voldoet aan de specifieke voorschriften die conform artikel 9 en 10 zijn vastgesteld, en aan de eisen, vermeld in verordening (EU) 2016/2031 en bijlage IV, deel L en bijlage V, deel J van de verordening (EU) 2019/2072, brengt de leverancier een officieel etiket aan op of in de verpakking van het teeltmateriaal onder toezicht van de bevoegde entiteit of het erkende controleorgaan.

De minister kan de verplichte gegevens, de andere etiketteringsvoorschriften en eventuele afwijkingen daarvan bij leveringen rechtstreeks aan een eindgebruiker vaststellen in het controle- of keuringsreglement, vermeld in artikel 27. § 3. In geval van teeltmateriaal van een genetisch gemodificeerd ras wordt op alle etiketten die op het teeltmateriaal zijn aangebracht en op de begeleidende documenten die bij het teeltmateriaal zijn gevoegd in het kader van dit besluit, officieel of niet officieel, duidelijk vermeld dat het een genetisch gemodificeerd ras betreft.

Art. 17.Als het teeltmateriaal chemisch behandeld is, wordt dat vermeld op het officieel etiket en op of in de verpakking conform artikel 16.

De leverancier vermeldt de naam van elke werkzame stof van het gebruikte product of de gebruikte producten op het voormelde etiket. Afdeling 5. - Monsternames en analyses

Art. 18.Bij de uitoefening van controles en bij de keuring van het teeltmateriaal met het oog op de certificering wordt de bemonstering officieel of onder toezicht door de controleorganen volgens de gebruikelijke internationale methoden uitgevoerd of, als die niet bestaan, volgens de methoden die de minister vaststelt.

Art. 19.Bij een geschil tussen de leverancier en de bevoegde entiteit kan de leverancier op zijn kosten het advies van een tweede deskundige, vermeld in artikel 35 van de verordening (EU) 2017/625, vragen. Als gevolg van het voormelde verzoek worden de documenten over de bemonstering, analyse, test of diagnose door een tweede erkende en passend gekwalificeerde deskundige onderzocht.

Art. 20.Als de leverancier het resultaat van een officiële controle of analyse betwist, kan hij een tegencontrole of analyse aanvragen bij de bevoegde entiteit. De minister stelt de inhoud van de aanvraag en de procedure van de voormelde tegencontrole en analyse vast in het controle- of keuringsreglement, vermeld in artikel 27. Afdeling 6. - Laboratoria

Art. 21.De bevoegde entiteit wijst officiële laboratoria aan om in het kader van dit besluit laboratoriumanalyses, -tests en -diagnoses te mogen uitvoeren op monsters die worden genomen bij officiële controles die de bevoegde entiteit of een erkend controleorgaan uitvoert conform artikel 7.

De bevoegde entiteit kan een laboratorium dat conform hoofdstuk 4 van het besluit van 23 december 2022 een geldige aanvraag tot aanwijzing indient en aan de in dit hoofdstuk vermelde voorwaarden voldoet, aanwijzen om onderzoeken met betrekking tot kwaliteitsorganismen uit te voeren.

De bevoegde entiteit kan een officieel laboratorium aanwijzen uit een ander gewest of een andere lidstaat van de Europese Unie als de voorwaarden, vermeld in artikel 11, derde lid, van het besluit van 23 december 2022, is voldaan.

De aanwijzing geldt voor onbepaalde duur zolang aan de aanwijzingsvoorwaarden voldaan is.

De bevoegde entiteit heft de aanwijzing als officieel laboratorium onmiddellijk volledig of voor bepaalde taken op als het officiële laboratorium niet langer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in lid 2.

Art. 22.De minister voorziet in het controle- of keuringsreglement, vermeld in artikel 27, in passende regelingen op grond waarvan de bevoegde entiteit de audits, vermeld in artikel 16 van het besluit van 23 december 2022, kan uitvoeren of de uitvoering van die audits kan delegeren aan de bevoegde autoriteiten van het andere gewest of de andere lidstaat van de Europese Unie.

Art. 23.Als geen enkel officieel laboratorium aangewezen is conform artikel 21 voor de uitvoering van laboratoriumanalyses, -tests of -diagnoses, laat de bevoegde entiteit die analyses, tests en diagnoses uitvoeren door een laboratorium dat niet aangewezen is. Afdeling 7. - Teeltmateriaal dat in een ander gewest,

een andere lidstaat van de Europese Unie of een derde land is geproduceerd

Art. 24.Teeltmateriaal dat in een ander gewest, andere lidstaat of derde land geproduceerd is kan op Vlaams grondgebied zonder beperkingen ten aanzien van de eisen op de kwaliteitsorganismen in dit besluit in de handel gebracht worden. Afdeling 8. - Informatie-uitwisseling

Art. 25.De bevoegde entiteit of het controleorgaan dat is erkend conform artikel 4, is verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

De bevoegde entiteit neemt passende maatregelen om communicatie te voeren over de verwerking van persoonsgegevens in een beknopte, transparante, begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal. Afdeling 9. - Controle, toezicht en handhaving

Art. 26.De bevoegde entiteit voert de controle uit op de productie van het teeltmateriaal van hop. De voormelde controle omvat al de volgende elementen: 1° de administratieve controle van het dossier;2° de keuring van het gewas op het veld;3° het toezicht op de geoogste producten bij het vervoer, de inontvangstneming, het opslaan, het bereiden en het conditioneren;4° het onderzoek in laboratoria;5° het toezicht op het aanbrengen van officiële etiketten en certificaten conform artikel 15, 16 en 17. De controle, vermeld in het eerste lid, kan uitbesteed worden aan controleorganen die erkend zijn conform artikel 4. In het voormelde geval houdt de bevoegde entiteit toezicht op de controleorganen conform artikel 22 van het besluit van 23 december 2022.

De controle, vermeld in het eerste lid, wordt uitgevoerd conform het controle- en keuringsreglement, vermeld in artikel 27.

Art. 27.Op voorstel van de bevoegde entiteit stelt de minister een controle- of keuringsreglement vast dat ten minste de volgende bepalingen bevat: 1° de procedure en de voorwaarden voor de registratie als geregistreerde leverancier;2° de inhoud van het register voor de traceerbaarheid;3° de drempelwaarden en de maatregelen, inclusief de corrigerende maatregelen, voor de RNQP's en de kwaliteitsorganismen, vermeld in het certificatieschema van de European and Mediterranean Plant Protection Organisation (EPPO), waaraan het plantaardige teeltmateriaal moet voldoen;4° de controles, bemonsteringen en laboratoriumanalyses;5° de voorwaarden voor het vermeerderingsproces, schadelijke organismen en fysiologische kenmerken;6° de methoden om de identiteit van het ras in stand te houden en de methoden voor toegepaste onderzoeksmethoden en -procedures;7° de voorwaarden voor, de procedure voor en de bepalingen over de controles, vermeld in artikel 5, eerste lid;8° de procedure en de voorwaarden voor de binnengebrachte en ingevoerde partijen van plantaardig teeltmateriaal;9° de procedure om het in de handel brengen van plantaardig teeltmateriaal te verbieden.

Art. 28.De bevoegde entiteit of, in voorkomend geval, het controleorgaan, houdt toezicht op de productie en het in de handel brengen van het teeltmateriaal om na te gaan of het voldoet aan de eisen en voorwaarden, vermeld in artikel 8 van dit besluit, artikel 43 van het besluit van 23 december 2022, bijlage IV, deel L, en bijlage V, deel J, van de verordening (EU) 2019/2072 en de uitvoeringsbepalingen ervan.

Als bij het toezicht, vermeld in het eerste lid, blijkt dat het in de handel gebrachte teeltmateriaal niet aan de eisen en voorwaarden, vermeld in het eerste lid, voldoet, legt de bevoegde entiteit of, in voorkomend geval, het controleorgaan, corrigerende maatregelen op om ervoor te zorgen dat het teeltmateriaal aan de voormelde bepalingen voldoet. Als corrigerende maatregelen niet mogelijk of afdoend zijn, verbiedt de bevoegde entiteit het in de handel brengen ervan.

Als blijkt dat teeltmateriaal dat door een bepaalde leverancier in de handel wordt gebracht, niet aan de eisen en de voorwaarden, vermeld in artikel 8 van dit besluit of bijlage IV, deel L, en bijlage V, deel J, van de verordening EU) 2019/2072, voldoet, neemt de bevoegde entiteit passende maatregelen tegen die leverancier.

De passende maatregelen die conform het derde lid worden genomen, worden ingetrokken zodra met voldoen de zekerheid is vastgesteld dat het teeltmateriaal dat bestemd is om door de leverancier in de handel te worden gebracht, voortaan aan de eisen en de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, zal voldoen.

Art. 29.Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft conform hoofdstuk 3 van het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 30.Voor het aanmelden van nieuwe hoprassen en het in de handel brengen van teeltmateriaal dat voldoet aan de eisen en de voorwaarden, vermeld in dit besluit, kunnen geen strengere voorwaarden of andere beperkingen dan de beperkingen, vermeld in dit besluit, verordening (EU) 2017/625, verordening (EU) 2016/2031 of in de uitvoeringsbepalingen ervan gelden voor het teeltmateriaal, de leveranciers en de controlevoorschriften.

Art. 31.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 maart 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS

^