Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 juni 1999
gepubliceerd op 17 september 1999

Besluit van de Vlaamse regering tot de vaststelling van de voorwaarden waaraan het begeleidingsplan moet voldoen tot afbouw van de permanente bewoning op terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999036217
pub.
17/09/1999
prom.
08/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/08/1999036217/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot de vaststelling van de voorwaarden waaraan het begeleidingsplan moet voldoen tot afbouw van de permanente bewoning op terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1994 en 31 maart 1999; inzonderheid artikel 12, derde lid;

Overwegende dat het belang van de toeristische sector en de vrijetijdsbesteding toeneemt;

Overwegende dat de economische, juridische en sociale problemen die de sanering van de sector van het kampeertoerisme met zich mee zal brengen op een maatschappelijk verantwoorde manier aangepakt en begeleid moeten worden;

Overwegende dat er rekening dient gehouden te worden met de wetgeving op de ruimtelijke ordening;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse regering en de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid, Europese aangelegenheden, Wetenschap en Technologie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het begeleidingsplan, bedoeld in het tweede lid, 4° van artikel 12 van het decreet van 3 maart 1993 (gewijzigd bij decreten van 21 december 1994 en 31 maart 1999) houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven dient tenminste volgende elementen te bevatten : 1° een opgave van de identificatiegegevens van : a) de gemeente;b) het OCMW;c) de gemeentelijke contactperso(o)n(en);d) het betrokken terrein(en) voor openluchtrecreatieve verblijven;e) de uitbater en/of de eigenaar;f) sociale welzijnsorganisaties, zo deze in de gemeente actief zijn;g) bewonersorganisaties, zo deze op het terrein actief zijn;h) de sociale huisvestingsmaatschappijen die actief zijn op het grondgebied van de gemeente;i) het sociaal verhuurkantoor, zo er een in de gemeente actief is;2° een opgave per terrein van het aantal personen en het aantal gezinnen dat op 1 januari 1998 gedomicilieerd was op het adres van het terrein voor openluchtrecreatieve verblijven en de actuele toestand op het ogenblik van de indiening van het plan, en een globale profielschets inzake leeftijd, inkomens- en tewerkstellingssituatie, gezinssamenstelling en sociaal profiel;3° de opgave en beschrijving van de herhuisvestingsmogelijkheden in de gemeente met vermelding van de financiële implicaties.Hierbij dient tenminste melding te worden gemaakt van : a) het geraamd aantal beschikbare woningen op de particuliere huurmarkt in de gemeente;b) het geraamd aantal beschikbare woningen op de particuliere koopmarkt in de gemeente;c) de sociale huisvestingsmaatschappijen die actief zijn op het grondgebied van de gemeente met vermelding van hun aantal sociale huur- en koopwoningen per type op het grondgebied van de gemeente op 1 januari 1999 en het huurderverloop per jaar;d) het aantal woningen per type in beheer van gemeente of OCMW;e) de aanwezigheid van een sociaal verhuurkantoor en het aantal woningen in beheer en het huurderverloop per jaar;4° een opgave en beschrijving van de herhuisvestingsvoorstellen, de initiatiefnemers en het tijdsbestek per jaar tot 31 december 2005 waarbinnen de herhuisvestingsvoorstellen zullen worden uitgevoerd. Hierbij dient tevens melding te worden gemaakt van de raming inzake financiering van de herhuisvestingsvoorstellen; 5° een opgave en beschrijving van de begeleidingsmaatregelen die zullen getroffen worden ter uitvoering van het begeleidingsplan met vermelding van de initiatiefnemer(s) en de uitvoerder(s).Ten minste volgende maatregelen moeten hierin opgenomen worden : a) maatregelen om nieuwe permanente bewoning tegen te gaan;b) maatregelen betreffende het informeren en betrekken van de bewoners, de terreinuitbater en/of de terreineigenaar;c) maatregelen betreffende de woonbemiddeling en -begeleiding;6° de opgave en beschrijving van het samenwerkingsnetwerk dat tenminste dient te bestaan uit : a) het gemeentebestuur en/of OCMW;b) de terreinuitbater of zijn vertegenwoordiger;c) een vertegenwoordiger van de bewoners;d) de huisvestingsactoren actief in de gemeente.7° de opgave van de wijze waarop de gemeente toezicht zal houden en de controle zal uitoefenen op de uitvoering van het gemeentelijk begeleidingsplan en daarin voorgestelde maatregelen.

Art. 2.De gemeentebesturen die nog geen begeleidingsplan indienden, dienen over te gaan tot de opmaak conform dit besluit, van een gemeentelijk begeleidingsplan en het indienen bij Toerisme Vlaanderen, Grasmarkt 61, 1000 Brussel, uiterlijk tegen 1 september 1999. De gemeentebesturen die reeds een begeleidingsplan indienden, dienen afhankelijk van het geval, hun begeleidingsplan aan te passen aan onderhavig besluit en uiterlijk tegen 1 september 1999 een aangepast begeleidingsplan indienen bij Toerisme Vlaanderen, Grasmarkt 61 te 1000 Brussel.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 8 juni 1999.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 juni 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering en de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschan,en Technologie L. VAN DEN BRANDE

^