gepubliceerd op 10 september 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket « uren-leraar » in het voltijds secundair onderwijs
8 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket « uren-leraar » in het voltijds secundair onderwijs
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II, inzonderheid op Titel IV, Hoofdstuk I, Afdeling 2, Onderafdeling 5;
Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket « uren-leraar » in het voltijds secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 5 juni 1991, 12 juni 1991, 1 juli 1992, 22 juli 1993, 8 juni 1994, 16 mei 1995, 28 juli 1995, 14 mei 1996, 30 mei 1996, 21 mei 1997 en 30 juni 1998 en het decreet van 14 juli 1998;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juni 1999;
Gelet op het protocol nr. 334 van 8 juni 1999 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 109 van 8 juni 1999 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de instellingen voor voltijds gewoon secundair onderwijs zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht dienen te worden van de vaststellingsvoorwaarden van het aantal uren-leraar waarover ze tijdens het schooljaar 1999-2000 kunnen beschikken, om de schoolorganisatie optimaal te kunnen voorbereiden;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 4, § 2, punt 7, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vastlegging van het pakket « uren-leraar » in het voltijds secundair onderwijs, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking op wat voorafgaat en ongeacht het feit of de instelling in de desbetreffende graad al dan niet andere onderwijsvormen aanbiedt buiten het kunstsecundair onderwijs, bedraagt de verhoging per leerling van de structuuronderdelen muziek en bijzondere muzikale vorming van de discipline muziek van groep 4° steeds 2,20 uren-leraar. »
Art. 2.In artikel 4, § 4, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 1 juli 1992, 22 juli 1993 en 30 mei 1996, worden de woorden « de rationalisatienorm bereiken van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 betreffende de scholengemeenschappen voor secundair onderwijs en houdende het rationalisatie- en programmatieplan van het secundair onderwijs met volledig leerplan of artikel 106 van het decreet van 19 april 1995 houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « de rationalisatienorm bereiken, bedoeld in het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs ».
Art. 3.In artikel 4, § 4bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 30 mei 1996, worden de woorden « de rationalisatienorm van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 betreffende de scholengemeenschappen voor secundair onderwijs en houdende het rationalisatie- en programmatieplan van het secundair onderwijs met volledig leerplan en/of van het decreet van 19 april 1995 houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid artikel 106 » vervangen door de woorden « de rationalisatienorm, bedoeld in hetzelfde decreet van 14 juli 1998, genoemd in § 4, derde lid ».
Art. 4.In artikel 4, § 5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993, worden de woorden « de artikelen 18 of 21 van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 betreffende de scholengemeenschappen voor secundair onderwijs en houdende het rationalisatie- en programmatieplan van het secundair onderwijs met volledig leerplan » vervangen door de woorden « artikel 48 of 49 van hetzelfde decreet van 14 juli 1998, genoemd in § 4, derde lid ».
Art. 5.In artikel 4, § 6, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 en 8 juni 1994, worden de woorden « artikel 22 van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 betreffende de scholengemeenschappen voor secundair onderwijs en houdende het rationalisatie- en programmatieplan van het secundair onderwijs met volledig leerplan » vervangen door de woorden « artikel 50 of 52bis, § 1, van hetzelfde decreet van 14 juli 1998, genoemd in § 4, derde lid ».
Art. 6.In artikel 4, § 7, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 en 8 juni 1994, worden de woorden « artikel 23 van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 betreffende de scholengemeenschappen voor secundair onderwijs en houdende het rationalisatie- en programmatieplan van het secundair onderwijs met volledig leerplan » vervangen door de woorden « artikel 51, 52, 52bis, § 2, 52bis, § 3, of 54bis van hetzelfde decreet van 14 juli 1998, genoemd in § 4, derde lid ».
Art. 7.In artikel 4, § 9, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 1996, worden de woorden « de bijlagen 1 tot en met 6 » vervangen door de woorden « de bijlagen 1 tot en met 3 ».
Art. 8.In artikel 6, § 3, zesde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993, worden de woorden « de rationalisatienorm bereiken van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 betreffende de scholengemeenschappen voor secundair onderwijs en houdende het rationalisatie- en programmatieplan van het secundair onderwijs met volledig leerplan » vervangen door de woorden « de rationalisatienorm bereiken, bedoeld in hetzelfde decreet van 14 juli 1998, genoemd in artikel 4, § 4, derde lid ».
Art. 9.In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 1 juli 1992, 22 juli 1993 en 30 juni 1998, worden de woorden « gedurende het schooljaar 1998-1999 » geschrapt.
Art. 10.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 14.In toepassing van artikel 80 van hetzelfde decreet van 14 juli 1998, genoemd in artikel 4, § 4, derde lid, worden met ingang van het schooljaar 1999-2000, zonder dat bijkomende voorwaarden worden opgelegd, aan elke scholengemeenschap extra wekelijkse uren-leraar toegekend waarvan per schooljaar het aantal bij ministerieel besluit wordt bepaald overeenkomstig de volgende formule : 1° de in de onderwijsbegroting voor dat punt voorziene kredieten worden gedeeld door de gemiddelde totale loonkost op jaarbasis van een leraar secundair onderwijs;2° het in 1° bedoelde quotiënt wordt vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal uren dat een voltijdse opdracht van leraar secundair onderwijs omvat;het product geeft een aantal uren-leraar; 3° de met toepassing van de bepalingen van onderhavig besluit berekende uren-leraar van alle instellingen voor voltijds secundair onderwijs die behoren tot één van de scholengemeenschappen bedoeld in voormeld artikel 80, worden getotaliseerd;4° de met toepassing van de bepalingen van onderhavig besluit berekende uren-leraar van alle instellingen voor voltijds secundair onderwijs die behoren tot eenzelfde scholengemeenschap bedoeld in voormeld artikel 80, worden getotaliseerd;5° voor elke scholengemeenschap wordt, tot op één honderdste, het percentage van 4° ten opzichte van 3° bepaald;6° het in 5° bepaald percentage wordt toegepast op het product bedoeld in 2°;het resultaat geeft het aantal extra wekelijkse uren-leraar dat aan de betrokken scholengemeenschap als financiële stimulans wordt toegekend. Indien het resultaat een cijfer na de komma van 5 of meer oplevert, dan wordt het opgetrokken naar de hogere eenheid; een cijfer na de komma van minder dan 5 wordt weggelaten. »
Art. 11.Artikel 15quater van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 15quater.Overgedragen uren-leraar tussen instellingen van eenzelfde scholengemeenschap of tussen instellingen van hetzelfde net behorend tot een andere scholengemeenschap, bedoeld in artikel 3, § 6, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving mogen, voorzover die uren-leraar zijn berekend op basis van artikel 6, in de andere instelling(en) enkel voor de vakken godsdienst, niet-confessionele zedenleer, cultuurbeschouwing en eigen cultuur en religie worden gebruikt. »
Art. 12.In het opschrift van bijlage 1, gevoegd bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993, worden de woorden « artikel 18 of artikel 21 van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 » vervangen door de woorden « artikel 48 of 49 van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs ».
Art. 13.In het opschrift van bijlage 2, gevoegd bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993, worden de woorden « artikel 22 van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 » vervangen door de woorden « artikel 50 of 52bis, § 1, van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs ».
Art. 14.In het opschrift van bijlage 3, gevoegd bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993, worden de woorden « artikel 23 van het koninklijk besluit van 30 maart 1982 » vervangen door de woorden « artikel 51, 52, 52bis, § 2, 52bis, § 3, of 54bis van het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs ».
Art. 15.Bijlage 4, 5 en 6, gevoegd bij hetzelfde besluit, worden opgeheven.
Art. 16.In bijlage 7, gevoegd bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 mei 1996 en 30 juni 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan rubriek a) worden volgende bepalingen toegevoegd : « groep 1°, discipline administratie en distributie : Toerisme en organisatie groep 3°, discipline kleding en confectie : Creatie en mode groep 4°, discipline elektriciteit : Elektriciteit-elektronica; Industriële elektronicatechnieken groep 5°, discipline grafische technieken : Multimediatechnieken, Interactieve multimediatechnieken groep 7°, discipline metaal : Haventechnieken » 2° aan rubriek b) worden volgende bepalingen toegevoegd : « groep 2°, discipline personenzorg : Kinderzorg;Thuis- en bejaardenzorg groep 6°, discipline goud-juwelen : Geautomatiseerde diamantbewerking en kwaliteitsanalyse groep 6°, discipline hout en bouw : Bedrijfsvloeren en waterdichte bekuipingen groep 6°, discipline metaal : Metaal- en kunststofschrijnwerk;
Non-ferro metalen dakbedekkingen »; 3° in rubriek b), groep 2°, discipline personenzorg, worden de woorden « Gezins- en sanitaire hulp;Kinderverzorging » geschrapt.
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999, met uitzondering van artikel 2, 3 tot en met 6, 8, 12 tot en met 14, en 16, wat de structuuronderdelen Kinderzorg en Thuis- en bejaardenzorg betreft, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 1998.
Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 juni 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS