gepubliceerd op 03 augustus 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot herverdeling van basisallocaties van de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden voor het begrotingsjaar 1999
8 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot herverdeling van basisallocaties van de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden voor het begrotingsjaar 1999
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden;
Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999;
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 hudende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 1 juni 1999;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) wordt ertoe gemachtigd om in zijn begroting voor het jaar 1999 volgende herverdeling van de vastleggingsmachtigingen en vereffeningskredieten door te voeren : 1° de vastleggingsmachtiging en het vereffeningskrediet ten laste van artikel 00.01 van hoofdstuk 4 voor de werkingskredieten wordt verhoogd met 2 184 000 frank; 2° de vastleggingsmachtiging en het vereffeningskrediet ten laste van artikel 01.02 voor de verzorgingsvoorzieningen wordt verminderd met 1 092 000 frank; 3° de vastleggingsmachtiging en het vereffeningskrediet ten laste van artikel 01.02 voor de ouderenvoorzieningen wordt verminderd met 1 092 000 frank;
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid en de investeringen voor de verzorgingsinstellingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 juni 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER