8 DECEMBER 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de eigendoms- en beheersoverdracht door de Vlaamse Gemeenschap aan het Vlaamse Gewest van goederen van de aan de kust gelegen jachthavens

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 20 december 1989 houdende bepalingen tot uitvoering van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 22, gewijzigd bij decreet van 22 november 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1981 tot regeling van de eigendoms- en beheersoverdracht door de Staat aan de Vlaamse Gemeenschap van goederen van de aan de kust gelegen jachthavens;

Gelet op het advies van de inspectie van financiën;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 30 juni 2000 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State gegevens op 20 november 2000 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse regering, de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie en de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Vlaamse Gemeenschap draagt aan het Vlaamse Gewest over : 1° de eigendom van alle op het land aangelegde infrastructuur, nodig voor de exploitatie van de kustjachthavens zoals gebouwen, wegen, parkeerruimten en groenzones;2° de eigendom van alle aangebrachte voorzieningen en uitrustingen ten behoeve van toeristische en sportactiviteiten in de kustjachthavens, zoals de meervlotters met toegangstrappen, de palen, de liften voor jachten en de kranen;3° het beheer en de exploitatie van de kustjachthavens, waaronder ook de volledige verdeling van de lig-, meer- en ankerplaatsen onder de toeristische sport- en ontspanningsverenigingen.

Art. 2.De in artikel 1 vermelde goederen worden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden, met actieve en passieve erfdienstbaarheden, met de bijzondere lasten en verplichtingen verbonden aan hun verwerving, alsmede met de eventueel aan derden toegestane rechten.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Art. 4.De Vlaamse ministers bevoegd voor het Onroerende Patrimonium, de openbare werken en de sport zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 december 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS