gepubliceerd op 27 november 1997
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de wijziging van waterkeringen, overstromingsbekkens, wachtbekkens en toegangswegen
7 OKTOBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de wijziging van waterkeringen, overstromingsbekkens, wachtbekkens en toegangswegen
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting gegeven op 22 juli 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State van 8 september 1997;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 16 april 1996 betreffende de waterkeringen;2° de bevoegde afdeling : de afdeling van de administratie Waterwegen en Zeewezen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, belast met het beheer van de waterloop, waarlangs de waterkeringswerken worden uitgevoerd.
Art. 2.De bevoegde afdeling kan de toestemming geven om aan de waterkeringen, overstromingsbekkens, wachtbekkens en toegangswegen wijzigingen aan te brengen, zoals bedoeld in artikel 11 van het decreet.
Art. 3.§ 1. De eigenaar van het onroerend goed dient de aanvraag voor het aanbrengen van wijzigingen in bij de bevoegde afdeling. De aanvraag kan ook ingediend worden door de huurder, de pachter, de gebruiker of een andere persoon die enig recht uitoefent op het goed, mits voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar. § 2. De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten : 1° de technische beschrijving van de aangevraagde wijzigingen;2° als de aanvraag tot doel heeft infrastructuur op te richten of te wijzigen, een gedetailleerde uitvoeringstekening van de op te richten of de te wijzigen infrastructuur, alsook een situatietekening, waarop de ligging van de infrastructuur ten opzichte van de waterloop wordt aangeduid;3° als de aanvraag niet ingediend wordt door de eigenaar, een schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar met de aangevraagde wijzigingen.
Art. 4.De aangevraagde wijziging mag op geen enkele wijze de graad van beveiliging tegen wateroverlast of overstroming verminderen. De bevoegde afdeling kan de toestemming doen afhangen van de voorwaarde dat de nodige werkzaamheden, door de afdeling gepreciseerd, door de persoon die de toestemming krijgt of door het Vlaamse Gewest, op kosten van de persoon die de toestemming krijgt, worden uitgevoerd.
Art. 5.§ 1. De bevoegde afdeling kan op elk ogenblik de verleende toestemming geheel of gedeeltelijk intrekken, schorsen of wijzigen in het algemeen belang zonder dat de persoon die de toestemming heeft gekregen aanspraak kan maken op schadeloosstelling. § 2. Als de toestemming wordt ingetrokken, moet de persoon die de toestemming heeft gekregen binnen de hem daartoe verleende termijn het goed in zijn oorspronkelijke staat brengen, tenzij de bevoegde afdeling hem hiervan uitdrukkelijk ontslaat.
Als deze verplichting niet of gebrekkig uitgevoerd wordt, wordt daartoe ambtshalve overgegaan op kosten en voor risico van de persoon die de toestemming heeft gekregen.
Art. 6.De persoon die de toestemming heeft gekregen, kan op grond van de verleende toestemming op geen andere rechten aanspraak maken dan degene die uitdrukkelijk in de toestemming zijn opgenomen. Door het verlenen van de toestemming is de betrokken persoon evenmin ontslagen van de verplichting zich naar de bepalingen van de vigerende reglementeringen te voegen.
Art. 7.§ 1. De persoon die de toestemming heeft gekregen, dient de aanvang der werken, met het oog op de wijzigingen waarvoor de toestemming is verleend, ten minste tien dagen dagen op voorhand aan de bevoegde afdeling mede te delen. De bevoegde afdeling kan voor de uitvoering van de werken de nodige aanwijzingen geven, welke stipt opgevolgd moeten worden. § 2. De toegestane wijzigingen worden aangebracht onder de volledige en exclusieve verantwoordelijkheid van de persoon die de toestemming heeft gekregen. § 3. Elk werk waarvoor de toestemming werd verleend, wordt na voltooiing ervan gekeurd door de gemachtigde van de bevoegde afdeling.
Deze bevestigt in een proces-verbaal dat het werk werd uitgevoerd overeenkomstig de gestelde voorwaarden of stelt vast dat het hiermee niet in overeenstemming is. In het laatste geval moet het werk aangepast worden, waarna het opnieuw gekeurd wordt.
De persoon die de toestemming heeft gekregen, verzoekt uiterlijk tien dagen na voltooiing van het werk de bevoegde overheid bij een ter post aangetekende brief om over te gaan tot de keuring. § 4. De persoon die de toestemming heeft gekregen, mag de scheepvaart, het toegelaten verkeer op het jaag- en voetpad en op de dijken, alsook de waterafvoer nooit hinderen.
Art. 8.Bij het in gebreke blijven na een aanmaning bij aangetekende brief of in dringende gevallen, kan de bevoegde afdeling ambtshalve maatregelen treffen om de uitvoering te verzekeren van de bij de toestemming opgelegde voorwaarden, en dit op kosten en risico van de persoon die de toestemming heeft gekregen.
Art. 9.De Vlaamse minister bevoegd voor de openbare werken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 oktober 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, E. BALDEWIJNS