gepubliceerd op 31 oktober 2002
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de werking van de adviescommissie projecten hoger kunstonderwijs
6 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de werking van de adviescommissie projecten hoger kunstonderwijs
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980, tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 340quater , ingevoegd bij het decreet van 8 juli 1996, vervangen bij het decreet van 14 juli 1998 en gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999 en op artikel 340quinquies , ingevoegd bij het decreet van 8 juli 1996, vervangen bij het decreet van 14 juli 1998 en gewijzigd bij het decreet van 20 april 2001;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 januari 2000 houdende samenstelling en werking van de adviescommissie projecten en instituten hoger kunstonderwijs;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 april 2002;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 17 mei 2002 betreffende de aanvraag om advies van de Raad van State binnen één maand;
Gelet op advies 33.604/1 van de Raad van State, gegeven op 9 juli 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Besluit :
Artikel 1.De aanvragen tot financiering van projecten in het kader van het hoger kunstonderwijs worden per aangetekende brief ingediend bij de commissie voor 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de financieringsaanvraag betrekking heeft.
Art. 2.Elke aanvraag wordt ingediend in de vorm van een projectfiche met een concreet actieplan en een budgettair implementatieplan. Elke aanvraag omvat een duidelijke omschrijving van de doelstellingen en een meerjarenplanning.
Art. 3.De commissie beoordeelt de aanvragen onder meer aan de hand van de volgende criteria : 1° de criteria, ingeschreven in hoofdstuk IIbis van Titel VII van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;2° het realistische karakter van de planning en begroting;3° een duidelijke omschrijving van het doel en het resultaat;4° de maatschappelijke relevantie van het project.5° het laatst beschikbare jaarverslag, voorzover het over geen nieuw initiatief gaat.
Art. 4.De commissie beoordeelt het jaarverslag onder meer aan de hand van de volgende criteria : 1° de criteria ingeschreven in hoofdstuk IIbis van Titel VII van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;2° een duidelijk overzicht omtrent de doelmatige aanwending van de overheidsbijdrage, waaruit blijkt in hoeverre de werkzaamheden waarvoor zij is verleend, behoorlijk zijn uitgevoerd;3° de maatschappelijke relevantie van het project.
Art. 5.De commissie stelt een huishoudelijk reglement op.
Art. 6.De terugbetaling van de reis- en verblijfkosten van de leden van de adviescommissie projecten hoger kunstonderwijs gebeurt volgens dezelfde normen als die welke gelden voor de ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 7.Het besluit van de Vlaamse regering van 21 januari 2000 houdende samenstelling en werking van de adviescommissie projecten en instituten hoger kunstonderwijs wordt opgeheven.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 september 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN