gepubliceerd op 23 april 2009
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen
6 MAART 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen
De Vlaamse Regering, Gelet op de programmawet van 30 december 1988, artikelen 96, § 2 en 97, § 3;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 januari 2009;
Gelet op advies 45.884/1 van de Raad Van State, gegeven op 12 februari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juni 1997, 8 december 1998, 1 juni 1999, 8 juni 1999, 6 juli 2001, 24 juli 2001, 14 december 2001, 14 mei 2004, 8 juli 2005, 1 februari 2008 en 10 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 28° wordt opgeheven;2° er wordt een punt 39° toegevoegd, dat luidt als volgt : "39° jobcoaching : de begeleiding op de werkvloer van een nieuwe werknemer die behoort tot de kansengroepen, met uitzondering van een werknemer die de inschakelingsmodule, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 betreffende werkervaring, volgt of gevolgd heeft, en van zijn werkgever, door een bedrijfsexterne coach. De werknemer wordt begeleid met het oog op het behoud van zijn tewerkstelling. De jobcoaching duurt maximaal zes maanden. De minister bepaalt de periode waarin de jobcoaching aangeboden kan worden. »
Art. 2.Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 juni 1999, 14 mei 2004, 10 juni 2005 en 10 juli 2008, wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 8.§ 1. Met toepassing van artikel 94 van de wet kan de minister een hoger premiebedrag vaststellen voor de opleiders tewerkgesteld in projecten die : 1° tot doelstelling hebben : a) of voor de cursisten doelgroepgerichte opleidingen te organiseren die een schakelfunctie vervullen naar tewerkstelling;b) of cursisten te begeleiden;c) of cursisten te begeleiden door middel van jobcoaching;2° zich prioritair richten tot werkzoekenden die behoren tot de doelgroepen, vermeld in de beheersovereenkomst die gesloten is tussen de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en de Vlaamse Regering;3° aan volgende voorwaarden beantwoorden : a) een resultaatsverbintenis aangaan inzake uitstroom uit de werkloosheid als vermeld in de beheersovereenkomst gesloten tussen de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en de Vlaamse Regering.Als de specificiteit van de doelgroep dat vereist, kan de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding voorafgaand een afwijking van die verbintenis toestaan. Die afwijking wordt vastgelegd in de overeenkomst tussen de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en de werkgever; b) voldoen aan de voorwaarden voor op te leiden, te begeleiden en te coachen personen, zoals vermeld in de overeenkomst tussen de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en de werkgever;c) zich inschrijven in het kwaliteitsvoortgangscontrolesysteem zoals opgelegd door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;4° acties omvatten die beantwoorden aan de jaaractieplannen van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding waarin rekening wordt gehouden met de regionale input van de Sociaal-Economische Raad van de Regio of het Regionaal Sociaal-Economisch Overlegcomité;5° zich inschakelen in een lokaal netwerk van organisaties die zich richten op de doelgroepen vermeld in punt 2°;6° de acties registreren in het voortgangscontrolesysteem dat de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding daartoe ter beschikking stelt;7° alle noodzakelijke gegevens over het project bezorgen aan het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie op de wijze die wordt bepaald door de minister. § 2. De minister kan binnen de perken van een specifiek begrotingskrediet een werkingspremie toekennen aan de werkgever van een project, die met de minister een opleidingsovereenkomst sluit.
De werkingspremie bedraagt maximaal 20 % van de krachtens de opleidingsovereenkomst verschuldigde premiebedragen, maar kan slechts verworven worden voor de bewezen uitgaven en als de opleidingsovereenkomst werd nageleefd. De werkingspremie kan alleen worden aangewend voor uitgaven om de werkingskosten voor het opleidingsproject te dekken, met uitzondering van de aankoop van uitrustingsgoederen, van door of krachtens de wet aan werkgevers opgelegde uitgaven, van het loon van de gesubsidieerde contractuelen en van premies aan personeel en/of cursisten.
De werkgever bezorgt op straffe van terugvordering, en uiterlijk op 31 maart, een overzicht van de werkingsuitgaven van het voorbije kalenderjaar aan het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie. De bewijzen van die werkingsuitgaven moeten door en bij de werkgever vanaf 31 maart ter inzage ter beschikking worden gesteld. »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 maart 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE