gepubliceerd op 09 oktober 2014
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, met het oog op het invoegen van nadere regels over de geologische opslag van koolstofdioxide
6 JUNI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, met het oog op het invoegen van nadere regels over de geologische opslag van koolstofdioxide
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 10.2.4, § 5;
Gelet op het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de diepe ondergrond, artikel 5, § 3, artikel 7, § 2, artikel 38, § 1, derde lid, artikel 38, § 1/2, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 28 februari 2014, artikel 40, § 3, artikel 42, derde lid, gewijzigd bij het decreet van 28 februari 2014, artikel 47, § 2, tweede lid, artikel 47, § 3, artikel 50, § 5, artikel 53, vijfde lid, artikel 55, derde lid, artikel 57, § 3, artikel 58, § 2, artikel 59, § 2, gewijzigd bij het decreet van 23 december 2010, en artikel 59, § 4, en artikel 60, § 1;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 februari 2014;
Gelet op de adviesvraag die op 28 februari 2014 bij de Minaraad is ingediend, met toepassing van artikel 11.2.1, § 2, 2°, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen van het milieubeleid;
Overwegende dat geen advies is verstrekt binnen de gestelde termijn;
Gelet op advies 56.017/1 van de Raad van State, gegeven op 9 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit voorziet, aanvullend op en ter uitvoering van de bepalingen van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de diepe ondergrond, in de omzetting van Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad.
Art. 2.In artikel 4, § 2, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten wordt de zinsnede "in Lambert BD72/TAW" vervangen door de zinsnede "in Lambert BD72 voor de x- en y-coördinaten en in mTAW voor de z-coördinaat".
Art. 3.In artikel 5, § 1, 8°, van hetzelfde besluit worden de woorden "en van alle bergingen van radioactief afval" vervangen door de zinsnede "alle vergunningen die verleend zijn in het kader van geothermische projecten met een diepte van ten minste 500 meter, en van alle bergingen van radioactief afval, met inbegrip van een modellering die de drukeffecten van de voorgenomen activiteit in de ondergrond op korte en lange afstand duidelijk maakt met het oog op mogelijke drukinteracties tussen de bestaande en de geplande activiteiten".
Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste tot en met vierde lid, worden de woorden "nadat een volledig bevonden aanvraagdossier is ingediend" vervangen door de woorden "nadat de aanvraag is ingediend en volledig bevonden is";2° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "nadat een volledig bevonden aanvraagdossier is ingediend" telkens vervangen door de woorden "nadat de aanvraag is ingediend en volledig bevonden is".
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk 2/1, dat bestaat uit artikel 14/1 tot en met 14/27, ingevoegd, dat luidt als volgt: "Hoofdstuk 2/1. - De geologische opslag van koolstofdioxide Afdeling 1. - Aanvraagprocedure en vergunningscriteria voor
opsporingsvergunningen voor koolstofdioxideopslag
Art. 14/1.Een aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag wordt in twee exemplaren ingediend bij de minister, waarvan minstens een exemplaar per aangetekende zending. De aanvraag wordt ook op een elektronische drager ingediend, inclusief het kaartenmateriaal in shape-, grid-, dwg-, dxf- of dgn-formaat.
Art. 14/2.§ 1. De aanvraag vermeldt de volgende gegevens: 1° als de aanvrager een natuurlijke persoon is, de voornaam, de achternaam, het beroep, de woonplaats en de nationaliteit van de aanvrager;2° als de aanvrager een rechtspersoon is, de naam, de rechtsvorm, de maatschappelijke zetel, de statuten en de stukken tot staving van de volmachten van de ondertekenaars van de aanvraag, en de contactgegevens van een contactpersoon. Als de aanvrager een buitenlandse natuurlijke of rechtspersoon is, kiest hij een adres in België, dat dienst zal doen als correspondentieadres. § 2. Bovendien bevat de aanvraag de volgende gegevens: 1° de duur waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, en een motivering daarvoor;2° het gebied waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, inclusief de diepte, de oppervlakte en de ligging ervan, waarbij de begrenzingscoördinaten worden aangegeven in Lambert BD72 voor de x- en y-coördinaten en in mTAW voor de z-coördinaat.
Art. 14/3.De volgende documenten worden bij de aanvraag gevoegd: 1° een nota met de gegevens op basis waarvan de technische bekwaamheid en de betrouwbaarheid van de aanvrager beoordeeld kunnen worden, met ten minste de volgende gegevens: a) de referenties, diploma's en beroepstitels van het voornaamste leidinggevende personeel van de aanvrager, en in het bijzonder van het personeel dat zal worden belast met de uitvoering van en het toezicht op de opsporingsactiviteiten;b) in voorkomend geval, een lijst met vergelijkbare opsporingsactiviteiten waaraan de aanvrager de afgelopen tien jaar heeft deelgenomen, met telkens een korte beschrijving van die activiteiten;c) een beschrijving van de technische middelen die aangewend zullen worden bij de uitvoering van en het toezicht op de opsporingsactiviteiten;d) in voorkomend geval, de technische mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, als blijkt dat die technische mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager;2° een nota met de gegevens op basis waarvan de financiële soliditeit van de aanvrager beoordeeld kan worden, met ten minste de volgende gegevens: a) de jaarrekeningen van de laatste drie jaar.Als de aanvrager kan aantonen dat hij niet in staat is die documenten te verstrekken, kan hem worden toegestaan andere geschikte gegevens voor te leggen op basis waarvan zijn financiële soliditeit beoordeeld kan worden; b) een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager zich voorneemt de opsporingsactiviteiten te financieren;c) in voorkomend geval, de financiële mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, als blijkt dat die financiële mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager;3° een overzicht van de professionele en technische ontwikkeling en training van de aanvrager en van alle personeel;4° een digitaal plan met een relevante en werkbare schaal, waarop de grenzen van het gebied zijn aangeduid.Het plan vermeldt waar de aanvrager van plan is om geologisch onderzoek te verrichten, inclusief de geologische lagen en de stratigrafische intervallen, en geeft ook een raming van het aantal, de locatie, de diepte en de methode van de voorgenomen boringen, en de ligging van de seismische tracés en de voorgenomen techniek van het seismische onderzoek; 5° een nota met daarin een uitvoerige beschrijving van de manier waarop de aanvrager zich voorneemt de opsporingsactiviteiten te verrichten;6° een tijdschema van alle voorgenomen activiteiten, inclusief een raming van de investeringen en kosten, en de daarbij gehanteerde onzekerheidsanalyses;7° een geologische nota met daarin een beschrijving van de lokale en regionale geologie, een beschrijving van de voor de onderbouwing van de aanvraag gebruikte verkenningsonderzoeken of andere geologische gegevens, de interpretatie van die gegevens en de daarbij gehanteerde onzekerheidsanalyses;8° voor het gebied waarop de aanvraag betrekking heeft, en tien kilometer daarbuiten, een overzicht van alle vergunningen die verleend zijn in het kader van hoofdstuk II en III van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, alle vergunningen die verleend zijn in het kader van de wet van 18 juli 1975 betreffende het opsporen en exploiteren van ondergrondse bergruimten in situ bestemd voor het opslaan van gas, alle vergunningen die verleend zijn in het kader van geothermische projecten met een diepte van ten minste 500 meter, en alle bergingen van radioactief afval, met inbegrip van een modellering die de drukeffecten van de voorgenomen activiteit in de ondergrond op korte en lange afstand duidelijk maakt met het oog op mogelijke drukinteracties tussen de bestaande en de geplande activiteiten. De minister kan op elk moment aanvullende informatie vragen als hij dat voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk acht.
Art. 14/4.Bij de beoordeling van de technische bekwaamheid en de betrouwbaarheid van de aanvrager, vermeld in artikel 38, § 1/1 en § 1/2, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wordt in ieder geval rekening gehouden met de volgende criteria: 1° de geologische en mijnbouwkundige kennis van de aanvrager;2° in voorkomend geval, de ervaring van de aanvrager inzake koolstofdioxideopslag of opsporingswerkzaamheden daarrond, en de wijze waarop die activiteiten door hem zijn uitgevoerd;3° de technische middelen die aangewend zullen worden bij de uitvoering van en het toezicht op de activiteiten;4° de professionele en technische ontwikkeling en training van de aanvrager en van alle personeel;5° in voorkomend geval, de technische mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, als die technische mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager. Bij de beoordeling van de financiële soliditeit van de aanvrager, vermeld in artikel 38, § 1/1, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wordt in ieder geval rekening gehouden met de volgende criteria: 1° de financiële middelen waarover de aanvrager beschikt;2° de wijze waarop de aanvrager de voorgenomen activiteiten zal financieren;3° in voorkomend geval, de financiële mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, als blijkt dat die financiële mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager.
Art. 14/5.De Vlaamse Regering neemt, op voorstel van de minister, een beslissing over de vergunningsaanvraag binnen een termijn van honderdtachtig dagen nadat de aanvraag is ingediend en volledig bevonden is.
Art. 14/6.Een besluit van de Vlaamse Regering waarbij een opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag wordt verleend of geweigerd, wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Afdeling 2. - Aanvraagprocedure en vergunningscriteria voor
opslagvergunningen
Art. 14/7.Een aanvraag voor een opslagvergunning wordt in drie exemplaren ingediend bij de minister, waarvan minstens een exemplaar per aangetekende zending. De aanvraag wordt ook op een elektronische drager ingediend, inclusief het kaartenmateriaal in shape-, grid-, dwg-, dxf- of dgn-formaat.
Art. 14/8.§ 1. De aanvraag vermeldt de volgende gegevens: 1° als de aanvrager een natuurlijke persoon is, de voornaam, de achternaam, het beroep, de woonplaats en de nationaliteit van de aanvrager;2° als de aanvrager een rechtspersoon is, de naam, de rechtsvorm, de maatschappelijke zetel, de statuten en de stukken tot staving van de volmachten van de ondertekenaars van de aanvraag, en de contactgegevens van een contactpersoon. Als de aanvrager een buitenlandse natuurlijke of rechtspersoon is, kiest hij een adres in België, dat dienst zal doen als correspondentieadres. § 2. Bovendien bevat de aanvraag de volgende gegevens: 1° het gebied waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, inclusief de diepte, de oppervlakte en de ligging ervan, waarbij de begrenzingscoördinaten worden aangegeven in Lambert BD72 voor de x- en y-coördinaten en in mTAW voor de z-coördinaat.2° een nauwkeurige beschrijving van de voorgestelde opslaglocatie en het voorgestelde opslagcomplex, en gedetailleerde gegevens betreffende de hydraulische eenheid.
Art. 14/9.De volgende documenten worden bij de aanvraag gevoegd: 1° een nota met de gegevens op basis waarvan de technische bekwaamheid en de betrouwbaarheid van de aanvrager beoordeeld kunnen worden, met ten minste de volgende gegevens: a) de referenties, diploma's en beroepstitels van het voornaamste leidinggevende personeel van de aanvrager, en in het bijzonder van het personeel dat zal worden belast met de uitvoering van en het toezicht op de opslagactiviteiten;b) in voorkomend geval, een lijst met vergelijkbare opslagactiviteiten waaraan de aanvrager in het verleden heeft deelgenomen, met telkens een korte beschrijving van die activiteiten;c) een beschrijving van de technische middelen die aangewend zullen worden bij de uitvoering van en het toezicht op de opslagactiviteiten;d) in voorkomend geval, de technische mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, als blijkt dat die technische mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager;2° een nota met de gegevens op basis waarvan de financiële soliditeit van de aanvrager beoordeeld kan worden, met ten minste de volgende gegevens: a) de jaarrekeningen van de laatste drie jaar.Als de aanvrager kan aantonen dat hij niet in staat is die documenten te verstrekken, kan hem worden toegestaan andere geschikte gegevens voor te leggen op basis waarvan zijn financiële soliditeit beoordeeld kan worden; b) een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager van plan is om de opslagactiviteiten te financieren;c) in voorkomend geval, de financiële mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, als blijkt dat die financiële mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager;3° een overzicht van de professionele en technische ontwikkeling en training van de aanvrager en van alle personeel;4° als zich in dezelfde hydraulische eenheid meer dan één opslaglocatie bevindt, een nota met een analyse van de potentiële drukinteracties;5° een nota met een gedetailleerde beschrijving van de resultaten die voortvloeien uit de voorafgaande opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag.Als de aanvrager niet zelf de houder van de voorafgaande opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag was of is, toont hij de herkomst van de resultaten aan; 6° een nota met de resultaten die met toepassing van artikel 39 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten verkregen zijn uit de karakterisering van de opslaglocatie en het opslagcomplex en uit de beoordeling van de verwachte veiligheid van opslag;7° een nota met een inschatting van de totale hoeveelheid koolstofdioxide die zal worden geïnjecteerd en opgeslagen, en met een beschrijving van de toekomstige bronnen en de afvang- en transportmethoden, de samenstelling van de koolstofdioxidestromen met inbegrip van alle afzonderlijke bestanddelen en het aandeel ervan in de totale hoeveelheid, een risicobeoordeling met toepassing van artikel 47, § 2, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, het tijdvak van de injectie, de injectiesnelheden, de injectiedruk en de locatie van de injectiefaciliteiten;8° een nota met een beschrijving van de maatregelen om significante onregelmatigheden te voorkomen;9° een voorstel van monitoringsplan als vermeld in artikel 48, § 2, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten;10° een voorstel van plan met corrigerende maatregelen als vermeld in artikel 51, § 1, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten;11° een voorstel van voorlopig plan voor de periode na afsluiting als vermeld in artikel 52, § 2, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten; 12° een nota met de informatie die met toepassing van artikel 4.3.7 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid verstrekt moet worden; 13° het bewijs dat de financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening, zoals vereist met toepassing van artikel 57 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, rechtsgeldig en effectief gesteld zal worden voor de injectie aanvangt, een voorstel inzake de vorm van de financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening, en alle nodige gegevens voor de raming van het bedrag van de financiële zekerheid of een gelijkwaardige voorziening als vermeld in artikel 14/16, § 1, van dit besluit, waarbij een adequate cijfermatige onderbouwing en toelichting gevoegd zijn;14° een nota met een beschrijving van de manier waarop de aanvrager zich voorneemt de geologische opslag van koolstofdioxide te verrichten;15° een tijdschema van alle voorgenomen activiteiten, inclusief een raming van de investeringen en kosten, en de daarbij gehanteerde onzekerheidsanalyses;16° voor het gebied waarop de aanvraag slaat, en tien kilometer daarbuiten, een overzicht van alle vergunningen die verleend zijn in het kader van hoofdstuk II en III van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, alle vergunningen die verleend zijn in het kader van de wet van 18 juli 1975 betreffende het opsporen en exploiteren van ondergrondse bergruimten in situ bestemd voor het opslaan van gas, alle vergunningen die verleend zijn in het kader van geothermische projecten met een diepte van ten minste 500 meter, en alle bergingen van radioactief afval, met inbegrip van een modellering die de drukeffecten van de voorgenomen activiteit in de ondergrond op korte en lange afstand duidelijk maakt met het oog op mogelijke drukinteracties tussen de bestaande en de geplande activiteiten. De minister kan op elk moment aanvullende informatie vragen als hij dat voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk acht.
Art. 14/10.Overeenkomstig artikel 44, § 1, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten stelt de minister binnen een maand na de ontvangst van de aanvraag de vergunningsaanvraag voor een opslagvergunning ter beschikking van de Europese Commissie. Ook alle andere relevante gegevens die in aanmerking worden genomen bij het nemen van een beslissing over de vergunningsaanvraag, worden ter beschikking van de Europese Commissie gesteld.
Art. 14/11.Bij de beoordeling van de technische bekwaamheid en de betrouwbaarheid van de aanvrager, vermeld in artikel 41, § 1, en artikel 42 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wordt in ieder geval rekening gehouden met de volgende criteria: 1° de geologische en mijnbouwkundige kennis van de aanvrager;2° in voorkomend geval, de ervaring van de aanvrager inzake koolstofdioxideopslag of opsporingswerkzaamheden daarrond, en de wijze waarop die activiteiten door hem zijn uitgevoerd;3° de technische middelen die aangewend zullen worden bij de uitvoering van en het toezicht op de activiteiten;4° de professionele en technische ontwikkeling en training van de aanvrager en van alle personeel;5° in voorkomend geval, de technische mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, als die technische mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager. Bij de beoordeling van de financiële soliditeit van de aanvrager, vermeld in artikel 41, § 1, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, wordt in ieder geval rekening gehouden met de volgende criteria: 1° de financiële middelen waarover de aanvrager beschikt;2° de wijze waarop de aanvrager de voorgenomen activiteiten zal financieren;3° in voorkomend geval, de financiële mogelijkheden van de rechtspersonen waarvan de aanvrager de dochtermaatschappij is, of die behoren tot de groep waartoe de aanvrager behoort, als blijkt dat die financiële mogelijkheden ter beschikking staan of zullen staan van de aanvrager.
Art. 14/12.§ 1. Binnen een termijn van tweehonderdveertig dagen nadat de aanvraag is ingediend en volledig bevonden is, wijst de Vlaamse Regering, op voorstel van de minister, de vergunningsaanvraag af of stelt ze, op voorstel van de minister, een ontwerp-opslagvergunning vast.
Als de Vlaamse Regering de vergunningsaanvraag afwijst, brengt de minister de aanvrager en de Europese Commissie daarvan op de hoogte.
Als de Vlaamse Regering een ontwerp-opslagvergunning vaststelt, brengt de minister de aanvrager en de Europese Commissie op de hoogte van de ontwerp-opslagvergunning en van alle gegevens die in aanmerking zijn genomen bij het vaststellen van de ontwerp-opslagvergunning. § 2. Binnen een termijn van honderdtwintig dagen na het niet-bindende advies van de Europese Commissie over de ontwerp-opslagvergunning of binnen een termijn van honderdtwintig dagen na de kennisgeving waaruit blijkt dat de Europese Commissie geen advies zal uitbrengen, neemt de Vlaamse Regering, op voorstel van de minister, een definitieve beslissing over de vergunningsaanvraag.
Na de definitieve beslissing door de Vlaamse Regering over de vergunningsaanvraag brengt de minister de Europese Commissie daarvan op de hoogte, in voorkomend geval inclusief een motivering door de Vlaamse Regering van de afwijking van het advies van de Europese Commissie.
Art. 14/13.Een besluit van de Vlaamse Regering waarbij een opslagvergunning wordt verleend of geweigerd, wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Afdeling 3. - Aanvaardingscriteria voor de koolstofdioxidestroom en
aanvaardingsprocedure
Art. 14/14.§ 1. In de analyse van de samenstelling van geleverde koolstofdioxidestromen en de bijbehorende risicobeoordeling, vermeld in artikel 47, § 2, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, besteedt de exploitant onder meer aandacht aan de volgende aspecten: 1° de concentratie van koolstofdioxide;2° de concentraties van water en zuurstof, in het bijzonder maar niet uitsluitend met het oog op het voorkomen van corrosieproblemen en het beschermen van de integriteit van de transport- en injectie-infrastructuur, van het boorgat en van de opslaglocatie;3° de concentraties van componenten zoals Cl2, SOx en NOx, die in contact met formatiewater zuren vormen en bijgevolg uitloging van metalen in de hand werken, in het bijzonder maar niet uitsluitend met het oog op het beschermen van de integriteit van de opslaglocatie, ondergrondse watervoerende lagen, het milieu en de menselijke gezondheid;4° de concentraties van giftige stoffen zoals CO, H2S, SOx en NOx, in het bijzonder maar niet uitsluitend met het oog op het beschermen van het milieu en de menselijke gezondheid;5° de concentraties van zware metalen zoals Hg, As, Se, Pb, Cd, Ni, Cu, Cr, Zn, Sb, Co, Mn, V en Sn, in het bijzonder maar niet uitsluitend met het oog op het beschermen van ondergrondse watervoerende lagen, het milieu en de menselijke gezondheid;6° de concentraties van aminen en afgeleide producten zoals aldehyden, amiden, nitrosaminen en nitraminen, in het bijzonder maar niet uitsluitend met het oog op het beschermen van ondergrondse watervoerende lagen, het milieu en de menselijke gezondheid;7° de concentraties van stoffen die zijn toegevoegd als hulpmiddel bij de monitoring en het controleren van migratie, zoals stabiele of radioactieve isotopen, edelgassen en chemicaliën, onder meer perfluorkoolstof en SF6, in het bijzonder maar niet uitsluitend met het oog op het beschermen van het milieu en de menselijke gezondheid. § 2. Het register, vermeld in artikel 47, § 2, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, bevat met ingang van de eerste dag van de injectie een opgave van de volgende elementen: 1° per uur, de hoeveelheden, uitgedrukt in kiloton, en de kenmerken van de geleverde koolstofdioxidestromen die geïnjecteerd of weggelekt zijn;2° de samenstelling van de geleverde, geïnjecteerde en weggelekte koolstofdioxidestromen, met inbegrip van iedere wijziging in de samenstelling ervan met vermelding van de datum en het tijdstip van de wijziging, en met inbegrip van de afzonderlijke bestanddelen ervan en het volume- en gewichtsaandeel ervan met een voldoende nauwkeurigheid met het oog op het beschermen van het milieu en de menselijke gezondheid. Het register wordt ten minste wekelijks bijgewerkt. Afdeling 4. - Inspecties
Art. 14/15.De inspecties met toepassing van artikel 50 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten worden uitgevoerd volgens de regels, vermeld in titel XVI, hoofdstuk III, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Afdeling 5. - Financiële zekerheden
Art. 14/16.§ 1. De Vlaamse Regering bepaalt in de opslagvergunning het bedrag waarvoor een financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening gesteld moet worden.
Het bedrag van de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening wordt bepaald op basis van de som van de volgende ramingen: 1° een raming van de kosten voor het verwerven van emissierechten in geval van lekkage, ingevolge de opname van de opslaglocatie binnen de werkingssfeer van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan, uitgaande van een emissie als gevolg van lekkage gedurende drie maanden;2° een raming van de kosten voor het naleven van de rapporteringsplicht, vermeld in artikel 49 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten;3° een raming van de kosten voor het nemen van de maatregelen uit het plan met corrigerende maatregelen, vermeld in artikel 57 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, uitgaande van het meest ingrijpende scenario uit het plan;4° een raming van de kosten voor het nemen van preventieve maatregelen en herstelmaatregelen met toepassing van titel XV, hoofdstuk II en III, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;5° een raming van de kosten voor het monitoren van de injectiefaciliteiten, het opslagcomplex (inclusief waar mogelijk de koolstofdioxidepluim) en het omliggende milieu, zoals bepaald in het monitoringsplan, vermeld in artikel 48, § 2, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, tot de overdracht van de verantwoordelijkheid heeft plaatsgevonden met toepassing van artikel 53 tot en met 56 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, en uitgaande van een overdracht van de verantwoordelijkheid twintig jaar na de afsluiting van de opslaglocatie;6° een raming van de kosten voor het afsluiten van de opslaglocatie, zoals bepaald in het plan voor de periode na afsluiting, vermeld in artikel 52, § 2 en § 3, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten;7° een raming van de kosten van de financiële bijdrage, vermeld in artikel 58 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten. § 2. De vorm waarin de zekerheid of gelijkwaardige voorziening wordt gesteld, behoeft de voorafgaande instemming van de minister. De minister stuurt zijn instemming per aangetekende brief naar de exploitant.
De minister stemt in met de vorm waarin de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening wordt gesteld, als het naar zijn oordeel vaststaat dat die de Vlaamse Regering gedurende heel de vergunningsduur in staat zal stellen om alle verplichtingen, vermeld in artikel 57 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, zo nodig zelf na te komen in de plaats van en ten laste van de exploitant.
Als de minister later oordeelt dat het niet meer vaststaat dat de gekozen vorm de Vlaamse Regering gedurende heel de vergunningsduur in staat zal stellen om alle verplichtingen, vermeld in artikel 57 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, zo nodig zelf na te komen in de plaats van en ten laste van de exploitant, kan hij zijn toestemming intrekken. In dat geval bezorgt de exploitant binnen dertig dagen een nieuw voorstel voor de vorm van de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening. § 3. Uiterlijk dertig dagen voor de injectie aanvangt, stuurt de exploitant het bewijs dat de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening ten voordele van de Vlaamse Regering rechtsgeldig en effectief gesteld is, per aangetekende brief naar de minister.
Art. 14/17.§ 1. Naar aanleiding van elke rapportering in het kader van artikel 49 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten en naar aanleiding van elke lekkage of significante onregelmatigheid kan de minister het bedrag van de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening bijstellen met toepassing van artikel 57, § 1, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten.
Als de opslagvergunning is ingetrokken met toepassing van artikel 46 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, kan de minister op elk moment het bedrag van de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening bijstellen met toepassing van artikel 57, § 1, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten. § 2. In elk geval evalueert de minister ten minste om de vijf jaar vanaf de datum waarop de opslagvergunning verleend is, of het bedrag van de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening bijgesteld moet worden. De exploitant levert uiterlijk honderdtwintig dagen voor het verstrijken van de vijfjaarlijkse termijn alle nodige gegevens voor een geactualiseerde raming van het bedrag van de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening, waarbij een adequate cijfermatige onderbouwing en toelichting gevoegd zijn. § 3. Als de minister van oordeel is dat het bedrag van de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening bijgesteld moet worden, meldt hij dat per aangetekende brief aan de exploitant. De exploitant past de gestelde financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening onmiddellijk aan en stuurt binnen zestig dagen na de brief van de minister het bewijs dat de aangepaste financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening rechtsgeldig en effectief gesteld is, per aangetekende brief naar de minister. § 4. De exploitant staakt de injectie van koolstofdioxide zodra een voortgaande injectie zou leiden tot een hoeveelheid opgeslagen koolstofdioxide die meer dan 15% hoger is dan de hoeveelheid die betrokken is in de raming, vermeld in artikel 14/16, § 1, tweede lid, 1°, voor de vaststelling van het bedrag van de financiële zekerheid of gelijkwaardige voorziening. Afdeling 6. - Overdracht van de verantwoordelijkheid en financiële
bijdrage
Art. 14/18.De Vlaamse Regering legt bij de goedkeuring van het definitieve plan voor de periode na afsluiting conform artikel 52, § 2, derde lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, de minimumperiode vast die conform artikel 53, eerste lid, 2°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten verstreken moet zijn na de afsluiting van de opslaglocatie voor de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie overgedragen kan worden aan het Vlaamse Gewest.
Art. 14/19.Als een opslaglocatie afgesloten is met toepassing van artikel 52, § 1, 1° of 2°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, en de minimumperiode, vermeld in artikel 53, eerste lid, 2°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, verlopen is, kan de exploitant per aangetekende brief een verslag, als vermeld in artikel 53, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, indienen bij de minister met het oog op de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie aan het Vlaamse Gewest.
Als de exploitant zelf geen initiatief neemt om een verslag in te dienen overeenkomstig het eerste lid, kan de minister hem per aangetekende brief verzoeken om zo'n verslag in te dienen binnen een door de minister vast te stellen termijn. Als de exploitant daar niet in slaagt, deelt hij binnen de vastgestelde termijn per aangetekende brief aan de minister de redenen mee waarom het nog niet mogelijk is om een verslag in te dienen.
Art. 14/20.§ 1. Het verslag bevat een overzicht van alle rechtstreeks gemeten data en berekende parameters die gemonitord zijn in de periode na afsluiting, en een interpretatie daarvan, en is ook gebaseerd op de monitoringsplannen die na de afsluiting geactualiseerd zijn. § 2. De exploitant bewijst in het verslag dat alle beschikbare gegevens aantonen dat het opgeslagen koolstofdioxide volledig en permanent ingesloten blijft, onder meer door de drie voorwaarden, vermeld in artikel 53, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten te staven.
Ter staving van de vervulling van de voorwaarde dat het feitelijke gedrag van het geïnjecteerde koolstofdioxide in overeenstemming moet zijn met het gemodelleerde gedrag, toont de exploitant onder meer de volgende elementen aan: 1° gedurende een door de minister vast te stellen periode die voorafgaat aan de overdracht van de verantwoordelijkheid en die ten minste vijf opeenvolgende jaren beslaat, is er geen behoefte geweest om de aannamen van het driedimensionale statische geologische model van de opslaglocatie en het opslagcomplex significant aan te passen naar aanleiding van de regelmatige herijking van het model op basis van de regelmatig gemonitorde parameters;2° de resultaten van de "backcasting" met betrekking tot de meest recent geactualiseerde versie van het model vallen binnen of sluiten zeer nauw aan bij het betrouwbaarheidsinterval van de gemonitorde parameters voor de volledige duur van de opslag. Ter staving van de vervulling van de voorwaarde dat er geen detecteerbare lekken mogen zijn, toont de exploitant onder meer aan dat gedurende een door de minister vast te stellen periode die voorafgaat aan de overdracht van de verantwoordelijkheid en die ten minste tien opeenvolgende jaren beslaat, de volgende elementen vaststaan: 1° de integriteit van alle monitorings- en injectieputten, zonder lekken, onverwachte slijtage of schade, is verzekerd;2° de koolstofdioxidepluim is binnen het opslagcomplex gebleven, wat aangetoond wordt met gegevens die regelmatig gemonitord worden op basis van het geactualiseerde en goedgekeurde monitoringsplan;3° alle gemeten en toegedichte data stemmen overeen met de geochemische modellering, wat bevestigd wordt door regelmatige geochemische analyses. Ter staving van de vervulling van de voorwaarde dat de opslaglocatie evolueert naar een toestand van stabiliteit op lange termijn, toont de exploitant onder meer de volgende elementen aan: 1° de meest recent geactualiseerde modellen wijzen op de uiteindelijke stabiliteit van de koolstofdioxidepluim binnen het opslagcomplex;2° de gemonitorde parameters zijn dicht bij de verwachte stabiele waarden uitgekomen, zoals voorspeld door de modellering.De exploitant toont dit element aan door bijvoorbeeld een tabel of grafiek op te nemen waarin de verschillen tussen de gemonitorde en de stabiele waarden weergegeven worden; 3° uit tabellen en grafieken blijkt dat het differentiequotiënt van de gemonitorde parameters klein is en afneemt. § 3. Naast de elementen, vermeld in § 2, bevat het verslag de volgende elementen: 1° de verhaalsgeschiedenis van de opslaglocatie over de volledige duur van het project, met inbegrip van de karakterisering van het opslagcomplex, alle werkzaamheden, lekkages en significante onregelmatigheden, corrigerende maatregelen, en een samenvatting van de monitoringsresultaten;2° de geschiedenis van de aanleg van de injectiefaciliteiten en van de activiteiten en maatregelen tijdens en na de periode van afsluiting;3° een herzien rapport met de uiteindelijke karakterisering van het opslagcomplex, met inbegrip van de informatie uit de uiteindelijke statische en dynamische modellen;4° de verhaalsgeschiedenis van de modelleerprocessen, de resultaten van modellerings- en simulatieactiviteiten, aanpassingen aan modellen naar aanleiding van nieuwe gegevens en ijkingen, en de bijbehorende onzekerheidsanalyses;5° een beschrijving van hoe onzekerheden geanalyseerd zijn en hoe daarmee is omgegaan, en een herevaluatie van in het verleden gemaakte beslissingen;6° een geactualiseerde risicobeoordeling die aangeeft hoe elk individueel risico dat geïdentificeerd is, geëvolueerd is tijdens de volledige duur van het project;7° verklaringen voor het groter of kleiner inschatten van risico's tijdens de volledige duur van het project.
Art. 14/21.§ 1. Als de Vlaamse Regering met toepassing van artikel 53, derde lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten een ontwerpbesluit ter goedkeuring van de overdracht van de verantwoordelijkheid neemt, bepaalt ze in dat ontwerpbesluit het bedrag en de vorm van de financiële bijdrage die de exploitant met toepassing van artikel 58 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten ter beschikking moet stellen aan de Vlaamse Regering, en ook de termijn waarbinnen dat moet gebeuren. § 2. Het bedrag van de financiële bijdrage moet voldoende zijn om de volgende kosten voor het Vlaamse Gewest te dekken na de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie: 1° de geraamde monitoringskosten als een gevolg van de toepassing van artikel 55, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten en artikel 14/23 van dit besluit, voor een periode van dertig jaar na de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie;2° de geraamde kosten voor het verwerven van emissierechten ingeval van lekkage, ingevolge de opname van de opslaglocatie binnen de werkingssfeer van het Energie decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan, uitgaande van een emissie als gevolg van lekkage gedurende een of meer periodes van drie maanden en dit tijdens een totale periode van dertig jaar na de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie.Bij de berekening van die kosten worden de waarschijnlijkheid van een lekkage en de mogelijke frequentie of herhaling ervan tijdens de totale periode van dertig jaar na de overdracht van de verantwoordelijkheid in rekening gebracht; 3° de geraamde kosten voor het nemen van corrigerende maatregelen voor een periode van dertig jaar na de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie.Bij de berekening van die kosten worden de waarschijnlijkheid van de noodzaak van het nemen van corrigerende maatregelen, de mogelijke omvang ervan en de mogelijke frequentie of herhaling ervan in de periode van dertig jaar na de overdracht van de verantwoordelijkheid, in rekening gebracht; 4° de geraamde kosten voor het nemen van preventieve maatregelen en herstelmaatregelen met toepassing van titel XV, hoofdstuk II en III, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, voor een periode van dertig jaar na de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie.Bij de berekening van die kosten worden de waarschijnlijkheid van de noodzaak van het nemen van preventieve maatregelen en herstelmaatregelen en de mogelijke frequentie of herhaling ervan in de periode van dertig jaar na de overdracht van de verantwoordelijkheid, in rekening gebracht.
Bij de vaststelling van het bedrag van de financiële bijdrage wordt rekening gehouden met de parameters, vermeld in bijlage I bij het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, en met de elementen inzake de concrete voorgeschiedenis van de koolstofdioxideopslag in kwestie, zoals eventuele lekkages en significante onregelmatigheden die zich hebben voorgedaan en een inschatting van de doeltreffendheid van genomen corrigerende maatregelen. Met die parameters en elementen wordt rekening gehouden bij de inschatting van de waarschijnlijkheid, de omvang en de draagwijdte, de intensiteit, de duur en de timing van de verplichtingen die gelden na de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de opslaglocatie. § 3. Als de Vlaamse Regering geen definitief besluit ter goedkeuring van de overdracht van de verantwoordelijkheid neemt met toepassing van artikel 54, § 3, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, kan de exploitant per aangetekende brief een verzoek aan de minister richten om de door hem betaalde financiële bijdrage terug te storten. In dat geval wordt de financiële bijdrage zo snel mogelijk aan de exploitant teruggestort.
Art. 14/22.Als de Vlaamse Regering met toepassing van artikel 54, § 3, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten een definitief besluit ter goedkeuring van de overdracht van de verantwoordelijkheid neemt, bezorgt de exploitant binnen zestig dagen na de datum van de kennisgeving van het definitieve besluit kosteloos alle informatie over de afgesloten opslaglocatie per aangetekende zending aan de minister, inclusief alle geologische monsters en andere data, en alle interne en externe verslagen, rapporten, plannen en kaarten. De informatie wordt ook op een elektronische drager aan de minister bezorgd, inclusief het kaartenmateriaal in shape-, grid-, dwg-, dxf- of dgn-formaat.
Het Vlaamse Gewest mag die informatie gebruiken om zijn verplichtingen, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden met betrekking tot de opslaglocatie te vervullen en na te komen. Afdeling 7. - Monitoring in de periode na de overdracht van de
verantwoordelijkheid
Art. 14/23.In de periode na de overdracht van de verantwoordelijkheid wordt het opslagcomplex en het omliggende milieu met toepassing van artikel 55 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten gemonitord door de afdeling, bevoegd voor grondwater, en de afdeling, bevoegd voor lucht, van de Vlaamse Milieumaatschappij en door de afdeling, bevoegd voor natuurlijke rijkdommen, van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Afdeling 8. - Toegang van derden
Onderafdeling 1. - Toegang tot transportnetwerken en opslaglocaties
Art. 14/24.§ 1. Exploitanten van transportnetwerken en opslaglocaties maken, met het oog op de toepassing van en met inachtneming van de voorwaarden, vermeld in artikel 59 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, ten minste om de twaalf maanden de commerciële voorwaarden en technische modaliteiten voor de toegang tot hun transportnetwerk of opslaglocatie bekend in het Belgisch Staatsblad.
Geïnteresseerde potentiële gebruikers dienen bij de exploitant per aangetekende brief een verzoek in tot toegang tot het transportnetwerk of de opslaglocatie, met vermelding van alle relevante gegevens, in het bijzonder over het afgevangen koolstofdioxide. § 2. De toegang tot en het gebruik van het transportnetwerk of de opslaglocatie worden geregeld in een overeenkomst tussen de exploitant en de gebruiker of gebruikers.
Onderafdeling 2. - Geschillenbeslechtingsprocedure
Art. 14/25.§ 1. Als de partijen, vermeld in artikel 14/24, § 2, er binnen een termijn van zes maanden vanaf het verzoek van de potentiële gebruiker, vermeld in artikel 14/24, § 1, tweede lid, niet in slagen een overeenkomst te sluiten over de toegang tot en het gebruik van het transportnetwerk of de opslaglocatie, kan de potentiële gebruiker per aangetekende brief een verzoek tot geschillenbeslechting door de Vlaamse Regering indienen bij de minister. § 2. De minister kan bij de partijen alle informatie opvragen die relevant is voor een doeltreffende beslechting van het geschil.
De minister hoort de partijen, zowel samen als afzonderlijk. Ook de minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, wordt erbij betrokken. § 3. Binnen een termijn van zes maanden vanaf het verzoek tot geschillenbeslechting neemt de Vlaamse Regering, op het gezamenlijke voorstel van de minister en de minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, een principiële beslissing over de toegang tot en het gebruik van het transportnetwerk of de opslaglocatie, met inachtneming van de voorwaarden, vermeld in artikel 59, § 2, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten. De beslissing wordt per aangetekende brief aan alle partijen betekend.
De Vlaamse Regering kan de toegang tot en het gebruik van het transportnetwerk of de opslaglocatie door de potentiële gebruiker afwijzen, toekennen of toekennen onder voorwaarden.
Als de toegang tot en het gebruik van het transportnetwerk of de opslaglocatie aan de potentiële gebruiker toegekend wordt onder voorwaarden, vermeldt de Vlaamse Regering in de beslissing de termijn waarbinnen de potentiële gebruiker zijn instemming met die voorwaarden moet geven. Bij gebrek aan tijdige instemming door de potentiële gebruiker blijft de beslissing zonder gevolg.
Art. 14/26.§ 1. Bij geschillen over de verhoging van de capaciteit of verbindingsmogelijkheden van een transportnetwerk of een opslaglocatie met toepassing van artikel 59, § 3, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten, kan de potentiële gebruiker vanaf zes maanden na zijn verzoek aan de exploitant per aangetekende brief een verzoek tot geschillenbeslechting door de Vlaamse Regering indienen bij de minister. § 2. De minister kan bij de partijen alle informatie opvragen die relevant is voor een doeltreffende beslechting van het geschil.
De minister hoort de partijen, zowel samen als afzonderlijk. Ook de minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, wordt erbij betrokken. § 3. Binnen een termijn van zes maanden vanaf het verzoek tot geschillenbeslechting neemt de Vlaamse Regering, op het gezamenlijke voorstel van de minister en de minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, een principiële beslissing over de verhoging van de capaciteit of de verbindingsmogelijkheden van het transportnetwerk of de opslaglocatie, met inachtneming van de voorwaarden, vermeld in artikel 59, § 3, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond type decreet prom. 08/05/2009 pub. 07/07/2009 numac 2009035580 bron vlaamse overheid Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid sluiten. De beslissing wordt per aangetekende brief aan alle partijen betekend.
De Vlaamse Regering kan de verhoging van de capaciteit of de verbindingsmogelijkheden van het transportnetwerk of de opslaglocatie afwijzen, opleggen of opleggen onder voorwaarden.
Als de verhoging van de capaciteit of de verbindingsmogelijkheden van het transportnetwerk of de opslaglocatie opgelegd wordt onder voorwaarden, vermeldt de Vlaamse Regering in de beslissing de termijn waarbinnen de potentiële gebruiker zijn instemming met die voorwaarden moet geven. Bij gebrek aan tijdige instemming door de potentiële gebruiker blijft de beslissing zonder gevolg.
Art. 14/27.Een beslissing als vermeld in artikel 14/25, § 3, of artikel 14/26, § 3, kan op elk moment terzijde geschoven worden, als de exploitant en alle potentiële gebruikers daar gezamenlijk toe besluiten.
Een beslissing als vermeld in artikel 14/25, § 3, of artikel 14/26, § 3, is slechts uitvoerbaar als alle noodzakelijke vergunningen zijn verleend.".
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 juni 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE