Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 05 juni 2020
gepubliceerd op 29 juni 2020

Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de uitzonderlijke zomer die zich voordeed van 15 juni tot 30 september 2019 als landbouwramp en de afbakening van de geografische uitgestrektheid en de getroffen teelten van die ramp

bron
vlaamse overheid
numac
2020041705
pub.
29/06/2020
prom.
05/06/2020
ELI
eli/besluit/2020/06/05/2020041705/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 JUNI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de uitzonderlijke zomer die zich voordeed van 15 juni tot 30 september 2019 als landbouwramp en de afbakening van de geografische uitgestrektheid en de getroffen teelten van die ramp


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 5 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/04/2019 pub. 23/04/2019 numac 2019011959 bron vlaamse overheid Decreet houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest sluiten houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest, artikel 24 en 31; - het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995, artikel 53.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 5 juni 2020; - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat uit de inlichtingen van de Vlaamse steden en gemeenten en uit de adviezen van het KMI van 25 september 2019 en 29 november 2019 blijkt dat er zich gedurende de uitzonderlijke zomer van 2019 belangrijke schade heeft voorgedaan aan teelten en aanplantingen op Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven. Het daarmee gepaard gaande inkomensverlies brengt het voortbestaan van bepaalde bedrijven in gevaar. Een spoedige erkenning van de schade door de zomerse weersfenomenen als landbouwramp moet toelaten dat de geteisterde landbouwers onmiddellijk hun aanvragen tot schadeloosstelling kunnen indienen. Een correcte behandeling en uitbetaling van de vergoedingsaanvragen zijn noodzakelijk om de continuïteit van de getroffen landbouwbedrijven te verzekeren.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.

Art. 2.§ 1. De schade die is veroorzaakt door de weersfenomenen, vermeld in het tweede lid, die zich voordeden in de periode van 15 juni tot 30 september 2019, wordt beschouwd als een landbouwramp en wordt erkend als een schadelijk feit als vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen.

De schade, vermeld in het eerste lid, wordt slechts erkend indien die veroorzaakt werd door de volgende weersfenomenen die de periode vermeld in het eerste lid, een uitzonderlijk klimatologisch karakter bezorgden: 1° zonnebrand;2° droogte. § 2. De schade, vermeld in paragraaf 1, komt voor een tegemoetkoming in aanmerking, als voldaan is aan de volgende voorwaarden: 1° de schade die rechtstreeks veroorzaakt is door de weersfenomenen, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, is aan de volgende teelten aangebracht: a) fruitteelt: appelen, peren, rode bes, kiwibes, framboos;b) groententeelt: wortelen, uien, bonen, knolselder;2° het productieverlies van de aanvragende landbouwer bedraagt per teelt, zoals vermeld in de verzamelaanvraag, minstens 30%.Het productieverlies per teelt wordt berekend op basis van de totale oppervlakte van de teelt in kwestie.

Art. 3.De geografische uitgestrektheid van de landbouwramp, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, omvat het hele grondgebied van het Vlaamse Gewest.

Art. 4.Landbouwers als vermeld in artikel 4, eerste lid, a), van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, kunnen een aanvraag indienen tot tegemoetkoming voor de schade geleden naar aanleiding van de landbouwramp.

Elke aanvragende landbouwer maakt maar één aanvraag van een tegemoetkoming op voor al zijn geteisterde percelen. Hij gebruikt daarvoor het formulier dat door de bevoegde entiteit ter beschikking wordt gesteld.

Art. 5.De landbouwer, vermeld in artikel 4, voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° hij beschikte in de periode van 15 juni 2019 tot 30 september 2019 over een actief ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen of bij een buitenlandse databank waarin alle basisgegevens van ondernemingen en hun vestigingseenheden verzameld zijn;2° hij is in de periode van 15 juni 2019 tot 30 september 2019 geïdentificeerd als landbouwer bij de bevoegde entiteit.

Art. 6.De aanvragende landbouwer kan de tegemoetkoming, vermeld in artikel 4, alleen aanvragen voor schade aan teelten op percelen die hij uiterlijk 22 oktober 2019 heeft aangegeven in zijn verzamelaanvraag 2019 als zijnde in gebruik op 31 mei 2019. De aanvraag bevat alle bewijsstukken over: 1° het bestaan en de omvang van de schade;2° de naleving van alle gestelde voorwaarden. Tot de bewijstukken over het bestaan en de omvang van de schade, vermeld in het eerste lid, 1°, behoren onder meer de processen-verbaal van vaststelling van schatting der schade die de gemeentelijke schadevaststellingscommissies opstellen, of de objectieve expertenverslagen conform artikel 7.

De processen-verbaal van vaststelling der schade en de expertenverslagen bevatten al de volgende gegevens: 1° de identificatiegegevens van de aanvragende landbouwer;2° de perceelnummers van de getroffen teelten;3° de teeltcodes van de getroffen teelten;4° in het kader van de eerste vaststelling voor wat betreft de schatting van de schade bij de teistering: a) de datum van de vaststelling;b) de oppervlakte van het hele perceel;c) het geraamde percentage opbrengstverlies op het perceel;d) het feit dat het om een eenmalige vaststelling gaat, als dat van toepassing is;5° in het kader van de eventuele tweede vaststelling voor wat betreft de schatting van de schade bij de oogst: a) de datum van de vaststelling;b) de oppervlakte van het hele perceel;c) het geraamde percentage opbrengstverlies op het perceel;6° per vaststelling, de naam en handtekening van de aanwezige ambtenaren of experten. De naleving van de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, punt 2°, kan worden aangetoond met de volgende documenten: 1° een afschrift van de verzekeringscontracten tegen uitzonderlijke weersomstandigheden, die op het ogenblik van de landbouwramp lopen, en die uitgereikt zijn door de verzekeraar conform artikel 51, § 1, van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen;2° een attest van een producentenorganisatie met het bewijs van een lopend verzekeringscontract tegen uitzonderlijke weersomstandigheden en de verzekerde teelten;3° een attest van tussenkomst van de verzekeringsmaatschappij;4° bewijsstukken over de structurele investeringen ter voorkoming van teeltschade als gevolg van uitzonderlijke weersomstandigheden.

Art. 7.§ 1. De bevoegde entiteit aanvaardt de processen-verbaal van vaststelling van schatting der schade die de gemeentelijke schadevaststellingscommissies opstellen of de objectieve expertenverslagen, vermeld in artikel 6, tweede lid, alleen als bewijsstuk van de schade vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid, als daaruit ook het oorzakelijk verband met de weersfenomenen, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid, blijkt. De bevoegde entiteit erkent dat oorzakelijk verband alleen als de vaststelling daarvan blijkt uit: 1° de processen-verbaal of expertenverslagen die zijn opgesteld tot en met de datum vermeld in artikel 8;2° een eerste en definitieve vaststelling van de schade aan de fruitteelten, vermeld in artikel 2, § 2, 1°, a), uiterlijk op 22 oktober 2019;3° een eerste vaststelling van de schade aan de groenteteelten, vermeld in artikel 2, § 2, 1°, b), uiterlijk op 22 oktober 2019, gevolgd door een definitieve vaststelling van de schade aan dezelfde teelten, uiterlijk op 29 november 2019, tenzij voor een welbepaalde groententeelt die definitieve vaststelling pas op een latere datum kon gebeuren en dat aan de buitendienst van de bevoegde entiteit is gemeld. De gemeentelijke schadevaststellingscommissies of de experten die de landbouwer aanwijst kunnen onder meer ook foto's en beelden die gemaakt zijn door drones en satellieten gebruiken om de schade vast te stellen.

De bevoegde entiteit aanvaardt de expertenverslagen, vermeld in artikel 6, tweede lid, alleen als bewijsstuk als het objectieve karakter ervan vaststaat. Het objectieve karakter blijkt uit de vergelijking van het vastgestelde schadepercentage in het expertenverslag met het gemiddelde schadepercentage aan dezelfde teelt binnen de betrokken gemeente die de gemeentelijke schadevaststellingscommissie vaststelt. Als het schadepercentage dat in het expertenverslag is vastgesteld met 20 procentpunten of meer van het gemiddelde schadepercentage aan dezelfde teelt binnen de betrokken gemeente afwijkt, wordt het expertenverslag geacht niet objectief te zijn. In dat geval herleidt de bevoegde entiteit de schade aan die teelt tot het gemiddelde schadepercentage aan dezelfde teelt die de gemeentelijke schadevaststellingscommissies binnen de betrokken gemeente vaststelt.

Als de schade aan een bepaalde teelt op een bepaald perceel zowel is vastgesteld in een expertenverslag als in een proces-verbaal van vaststelling van schatting der schade die de gemeentelijke schadevaststellingscommissie opstelt, aanvaardt de bevoegde entiteit alleen het schadepercentage dat in het proces-verbaal is opgenomen. § 2. De bevoegde entiteit betaalt het bedrag van de kosten terug die de aanvragende landbouwer gemaakt heeft voor de expertenverslagen, vermeld in artikel 6, tweede lid, als die conform paragraaf 1, tweede en derde lid, door de bevoegde entiteit aanvaard werden. Die terugbetaling is begrensd tot 200 euro. De bevoegde entiteit telt die vergoeding samen met de tegemoetkoming voor de eigenlijke schade en berekent die conform artikel 9 en 10.

Art. 8.De aanvragende landbouwer bezorgt ten laatste op 30 juni 2020 zijn aanvraagformulier samen met de bewijstukken, vermeld in artikel 6 en 7, en eventuele expertenverslagen elektronisch of per post aan de buitendienst van de bevoegde entiteit.

Art. 9.De tegemoetkoming voor de schade, vermeld in artikel 2 van dit besluit, wordt toegekend en berekend conform artikel 25 van Verordening nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie L193 van 1 juli 2014.

De steunmaatregel voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in hoofdstuk I en hoofdstuk II van de voormelde verordening, inzonderheid aan de volgende voorwaarden: 1° overeenkomstig artikel 1, eerste lid, van de voormelde verordening wordt de steun verstrekt aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo's);2° overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de voormelde verordening komen bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, niet in aanmerking voor steun;3° overeenkomstig artikel 1, zesde lid, van de voormelde verordening komen bedrijven in moeilijkheden niet in aanmerking voor de steun, tenzij de onderneming een onderneming in moeilijkheden is geworden ten gevolge van verliezen of schade als gevolg van de landbouwramp die bij dit besluit wordt erkend;4° de steun is transparant overeenkomstig artikel 5, tweede lid, a), van de voormelde verordening. Het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages, veranderlijk per gedeelten van het nettototaal bedrag van de geleden schade, evenals van het bedrag van de vrijstelling en van het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen, wordt toegepast binnen de mogelijkheden van de voormelde verordening.

De bevoegde entiteit berekent, met behoud van de toepassing van de voorgaande leden van dit artikel, de tegemoetkoming voor de schade op basis van de beschikbare begrotingskredieten.

Art. 10.Voor de berekening van de tegemoetkoming voor de schade, vermeld in artikel 2, wordt elke feitelijke vereniging van natuurlijke personen die onder hetzelfde landbouwernummer of hetzelfde ondernemingsnummer geregistreerd is, beschouwd als één enkele uitbater van het geteisterde goed.

Art. 11.De bevoegde entiteit bezorgt het voorstel voor de tegemoetkoming voor de schade dat conform artikel 9 is berekend rechtstreeks aan de aanvragende landbouwer.

Art. 12.De aanvragende landbouwer kan op straffe van verval binnen 15 dagen een gemotiveerd bezwaar indienen bij de buitendienst van de bevoegde entiteit tegen het voorstel, vermeld in artikel 11.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 juni 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS

^