gepubliceerd op 24 maart 1999
Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de wijze waarop eenmalig personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse Openbare Instellingen kunnen overgaan naar de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen
2 MAART 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de wijze waarop eenmalig personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse Openbare Instellingen kunnen overgaan naar de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid op artikel 57, gewijzigd bij decreet van 8 juli 1997;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 13 september 1996;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor ambtenarenzaken, gegeven op 13 juli 1998;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20juni 1998;
Gelet op protocol nr. 109286 van 4 december 1998 van het Sectorcomite XVIII Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest;
Gelet op de hoogdringendheid wegens het acute personeelsgebrek bij de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen waardoor dit besluit van prioritair belang wordt voor de goede werking van de instelling;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 februari 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat omwille van de continuïteit van de werking van de instelling onverwijld de rechtspositie van het ter beschikking gestelde personeel dient te worden geregeld;
Overwegende dat voor de goede werking van de instelling tot invulling van de ontbrekende expertise dient te worden overgegaan;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. de vennootschap : de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen;2. de personeelsleden: de vastbenoemde ambtenaren en stagiairs van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse Openbare Instellingen welke zich niet in een bevorderingsgraad bevinden.De stagiairs worden geacht de graad te bekleden verbonden aan de betrekking waarin zij tot de stage zijn toegelaten.
Art. 2.De personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse Openbare Instellingen, titularis van een graad verbonden aan een betrekking die voorkomt in bijlage, kunnen, binnen de 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de eerste werkdag na datum van inwerkingtreding van dit besluit, een verzoek indienen om te worden overgedragen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of de desbetreffende Vlaamse Openbare Instelling naar de vennootschap.
Dit verzoek bevat een uiteenzetting van de aanspraken die het personeelslid meent te kunnen aanvoeren om in aanmerking te komen voor de betrekking.
Zij richten hun aanvraag per aangetekend schrijven rechtstreeks tot de heer ir. Leo Clinckers, administrateur-generaal van de n.v. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, Oostdijk 110, 2830 Willebroek, die de ontvangst ervan bericht.
Terzelfder tijd sturen de personeelsleden langs hiërarchische weg, een afschrift van hun aanvraag aan de overheid onder wier gezag zij staan.
Voor het verzoek geldt de datum van de poststempel als indieningsdatum.
De functiebeschrijvingen en profielvereisten van de betrekkingen die voorkomen in de bijlage kunnen bekomen worden op het adres vermeld in vorig lid.
Art. 3.De aanvragers die de vereiste kwalificatie bezitten worden per graad gerangschikt in de onderstaande volgorde en in die volgorde aangewezen voor een met hun graad overeenstemmende betrekking: 1° de in vast verband benoemde ambtenaren;2° de stagiairs. In elk van de in vorig lid genoemde groepen worden de personeelsleden gerangschikt op basis van hun geschiktheid. Deze geschiktheid wordt vastgesteld aan de hand van het profiel van de kandidaat ten overstaan van de profielvereisten en rekening houdend met de functiebeschrijving.
De in aanmerking komende kandidaten worden onderling vergeleken op basis van hun functioneringsevalutie en kandidaatstelling.
De Raad van Bestuur van de vennootschap draagt de in aanmerkingkomende kandidaten via een gemotiveerd voorstel in orde van hun geschiktheid aan de Vlaamse regering voor. De personeelsleden worden overgedragen bij besluit van de Vlaamse regering.
Art. 4.§ 1. De naar de vennootschap overgedragen personeelsleden worden ingeschakeld in de rechtspositieregeling van het personeel van de vennootschap.
Zij behouden hun hoedanigheid, hun graad of een graad van dezelfde rang, hun administratieve en geldelijke anciënniteit en de hen voorheen reglementair toegekende rechten. § 2. Voor de personeelsleden die belast zijn met de uitoefening van een hogere functie, wordt voor hun overdracht alleen rekening gehouden met hun statutaire graad. § 3. Tot op het ogenblik dat hij kan genieten van een gunstiger sociale programmatie bij de vennootschap, behoudt de ambtenaar, die vanuit een andere overheidsinstelling of vanuit het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is overgegaan naar de vennootschap, de voordelen van de sectorale programmatie van zijn dienst van oorsprong, onder de volgende voorwaarden : 1° ingeval het sectoraal voordeel de toekenning van een gunstiger salarisschaal inhoudt, blijft de salarisschaal beperkt tot die salarisschaal waarop de ambtenaar recht had volgens de bestaande reglementering op het ogenblik van zijn overplaatsing en in de graad die hij op dat ogenblik bekleedde : de latere wijzigingen aan deze reglementering zijn op hem niet meer van toepassing.2° ingeval dit sectoraal voordeel de uitkering van een toelage, vergoeding of sociaal voordeel inhoudt, behoudt hij die slechts in zover de voorwaarden voor de toekenning ervan verder blijven bestaan in de instelling waar hij terechtkomt.3° de ambtenaar die een diploma heeft van burgerlijk ingenieur en die in zijn dienst van oorsprong onder het toepassingsgebied valt van het koninklijk besluit van 14 januari 1969 betreffende de productiviteitspremie ten gunste van de burgerlijke ingenieurs bij het vroeger Wegenfonds of ministerie van Openbare Werken blijft deze premie verder genieten volgens de modaliteiten en voorwaarden bepaald in voormeld koninklijk besluit van 14 januari 1969.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 maart 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, S. STEVAERT
Bijlage Vacante betrekkingen bij de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 maart 1999 houdende vaststelling van de wijze waarop eenmalig personeelsleden van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse Openbare Instellingen kunnen overgaan naar de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen.
Brussel, 2 maart 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, S. STEVAERT