2 DECEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, met betrekking tot het energieprestatiecertificaat bij de bouw

De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus tot hervorming van de instellingen;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat, inzonderheid op artikel 28, § 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen;

Gelet op Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 18 juli 2005;

Gelet op het advies van de SERV, gegeven op 14 september 2005;

Gelet op het advies van de MiNa-Raad, gegeven op 15 september 2005;

Gelet op het advies 39.289/3 van de Raad van State, gegeven op 8 november 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen wordt een hoofdstuk IVbis, bestaande uit artikel 24bis, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IVbis. - Energieprestatiecertificaat

Art. 24bis.§ 1. In de gevallen waarin aan het gebouw eisen worden opgelegd betreffende het E-peil,verstrekt de verslaggever de aangifteplichtige gelijktijdig met de EPB-aangifte, een energieprestatiecertificaat dat, overeenkomstig artikel 28, § 1, tweede en derde lid van het Energieprestatiedecreet, de volgende onderdelen bevat : 1° de datum van ingebruikneming van het gebouw;2° het resultaat van de berekening van de energieprestatie van het gebouw zoals vermeld in de EPB-aangifte;3° referentiewaarden met betrekking tot geldende minimumeisen en benchmarks, of een verwijzing ernaar;4° eventuele aanbevelingen voor de kostenefficiënte verbetering van de energieprestatie van het gebouw. Ook in de gevallen, vermeld in artikel 30, waarin van de E-peileis mag worden afgeweken, wordt er door de verslaggever een energieprestatiecertificaa verstrekt. § 2. De opmaak van het energieprestatiecertificaat gebeurt op basis van software die ter beschikking wordt gesteld door de administratie.

De minister bepaalt de nadere regels tot vaststelling van de vorm van het energieprestatiecertificaat. § 3. Indien de aangifteplichtige op het ogenblik van de aflevering van het energieprestatiecertificaat niet de eigenaar is van het gebouw in kwestie, bezorgt hij het energieprestatiecertificaat aan de eigenaar van het gebouw. § 4. Het energieprestatiecertificaat heeft een geldigheidsduur van tien jaar, die aanvangt op de datum van ingebruikneming van het gebouw. § 5. Als een gebouw waarvoor een nog geldig energieprestatiecertificaat werd aangemaakt, wordt verkocht, overhandigt de verkoper dat energieprestatiecertificaat aan de koper. § 6. Indien bij de controle, vermeld in artikel 21 van het Energieprestatiedecreet, blijkt dat de EPB-aangifte niet met de werkelijkheid overeenstemt, vervalt het energieprestatiecertificaat in kwestie. Indien een nieuwe EPB-aangifte wordt ingediend, wordt ook een nieuw energieprestatiecertificaat verstrekt. »

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 december 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS