gepubliceerd op 17 december 2015
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere bekwaamheden
12 NOVEMBER 2015. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere bekwaamheden
De Regering van de Franse gemeenschap, Overwegende de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 15 augustus 1980, artikel 5, § 1, 7° a);
Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, de artikelen 43 en 88;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 september 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 september 2015;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 58.219/2, gegeven op 21 oktober 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister-President;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Minister" : de minister bevoegd voor de erkenning van de gezondheidszorgberoepen;2° "administratie" : de Algemene Directie Niet-verplicht onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;3° "erkenningscommissie": de erkenningscommissie voor kinesitherapeuten, bedoeld in artikel 2 van dit besluit;4° "representatieve verenigingen van kinesitherapeuten" : verenigingen die beantwoorden aan de voorwaarden bedoeld in het koninklijk besluit van 7 december 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1999 pub. 29/12/1999 numac 1999024117 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de beroepsorganisaties van kinesitherapeuten moeten voldoen om als representatief te worden erkend evenals van de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de kinesitherapeuten in sommige beheersorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de beroepsorganisaties van kinesitherapeuten moeten voldoen om als representatief te worden erkend evenals van de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de kinesitherapeuten in sommige beheersorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;5° "de wet" : de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015; HOOFDSTUK II. - De erkenningscommissie voor kinesitherapeuten
Art. 2.§ 1. Er wordt binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap een erkenningscommissie voor kinesitherapeuten opgericht. § 2. De erkenningscommissie is samengesteld uit : 1° vier leden, kinesitherapeuten, die de kinesitherapie uitoefenen en die een minimale ervaring van tien jaar tellen, voorgedragen op een lijst van dubbeltallen door hun representatieve beroepsverenigingen;2° vier leden, kinesitherapeuten, die sedert ten minste tien jaar onderwijs verstrekken in het universitair onderwijs in de kinesitherapie of in het hoger onderwijs buiten de universiteit in de kinesitherapie, voorgedragen op een lijst van dubbeltallen door de universiteiten en de hogescholen;3° een deskundige, per beroepsbekwaamheid, die de universiteiten en de hogescholen vertegenwoordigt;4° een deskundige, per beroepsbekwaamheid, die de representatieve verenigingen van kinesitherapeuten op hun voorstel vertegenwoordigt. De leden bedoeld in 3° en 4° moeten niet uitgenodigd worden op alle vergaderingen van de erkenningscommissie, maar moeten wel opgeroepen worden indien de agenda dossiers bevat in verband met de beroepsbekwaamheid waarvoor ze deskundig zijn. § 3. De leden van de erkenningscommissie worden door de Minister voor een hernieuwbare termijn van zes jaar benoemd. Zij blijven hun functie waarnemen tot de Minister over de hernieuwing van hun mandaat een beslissing heeft genomen of, in voorkomend geval, tot in hun vervanging is voorzien.
In geval van overlijden, van ontslag of van intrekking van het mandaat van een lid, benoemt de Minister, om het lopend mandaat te voleindigen, een nieuw lid volgens de procedure bepaald in paragraaf 2. § 4. Bij de eerste vergadering volgend op de benoeming van de leden van de erkenningscommissie, stellen deze een voorzitter aan die als opdracht heeft de vergaderingen voor te zitten, alsook een ondervoorzitter die de voorzitter vervangt in zijn afwezigheid.
De Administratie zal het secretariaat van de erkenningscommissie waarnemen. § 5. De Minister kan een einde maken aan het mandaat van de leden van de erkenningscommissie, die duidelijk blijk zullen gegeven hebben van gebrek aan regelmatigheid in het bijwonen van de vergaderingen of van gebrek aan belangstelling voor de opdrachten die hen worden toevertrouwd of niet meer daadwerkelijk de kinesitherapie beoefenen of niet meer daadwerkelijk onderwijs verstrekken in de kinesitherapie. § 6. De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de erkenningscommissie hebben recht op : 1° een presentiegeld van tien euro per halve dag;de leden ambtenaren kunnen alleen aanspraak erop maken in de mate waarin hun aanwezigheid op de vergaderingen prestaties vergt buiten hun gewone diensturen; 2° de terugbetaling van de reiskosten toegekend overeenkomstig de geldende regelgeving voor de personeelsleden van rang 12 van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.Het maximaal bedrag van de vergoeding stemt overeen met de prijs van een treinticket in eerste klasse.
De leden van de erkenningscommissie worden toegelaten om hun persoonlijke voertuig te gebruiken voor verplaatsingen die vereist zijn voor hun deelname aan de vergaderingen van de erkenningscommissie. Ze genieten een vergoeding die gelijk is aan het bedrag dat de Franse Gemeenschap zou betaald hebben bij het gebruik van het openbaar vervoer.
De Franse Gemeenschap dekt niet de risico's voortvloeiend uit het gebruik, door de leden, van hun persoonlijke voertuig.
Art. 3.De erkenningscommissie heeft als opdracht : 1° de Minister een met reden omkleed advies te verstrekken betreffende de erkenningsaanvragen in de hoedanigheid van kinesitherapeut bedoeld in artikel 43, § 1, van de wet;2° de Minister een met reden omkleed advies te verstrekken betreffende de erkenningsaanvragen waarbij de kinesitherapeut ertoe gemachtigd wordt een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, zoals bedoeld in artikel 86 van de wet;
Art. 4.§ 1. Opdat de erkenningscommissie geldig zou kunnen beraadslagen, moet ten minste de helft van de leden aanwezig zijn.
Voor de berekening van het quorum wordt rekening gehouden met de leden bedoeld in artikel 2, § 2, 1° en 2°, alsook met de leden bedoeld in 3° en 4° die uitgenodigd werden.
Indien de leden van de erkenningscommissie niet in voldoende aantal aanwezig zijn, belegt de voorzitter of, in zijn aanwezigheid, de ondervoorzitter een tweede vergadering met dezelfde agenda; de erkenningscommissie kan dan geldig beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden.
De erkenningscommissie spreekt zich uit bij meerderheid der aanwezige leden. Bij staking van stemmen is het punt waarover werd gestemd niet aangenomen.
De beraadslagingen van de erkenningscommissie zijn geheim. De adviezen moeten met redenen omkleed zijn. § 2. De erkenningscommissie stelt een huishoudelijk reglement op, dat voorgelegd wordt ter goedkeuring van de Regering met de wijzigingen ervan.
Dit huishoudelijk reglement bevat ten minste : 1° de werkmethode van de erkenningscommissie;2° het minimaal aantal jaarlijkse vergaderingen, dat niet lager dan één vergadering per maand mag zijn;3° de verplichting om de notulen van elke vergadering op te maken;4° het feit dat het advies uitgebracht wordt in naam van de erkenningscommissie en zonder nominatieve aanwijzigingen;5° de regels voor de deontologie met ten minste de bepalingen betreffende de belangenconflicten. HOOFDSTUK III. - De erkenning Afdeling I. - De Erkenning als kinesitherapeut
Art. 5.De aanvraag om erkenning als kinesitherapeut wordt door de aanvrager aan de Administratie ingediend door middel van een formulier waarvan het model in bijlage 1 bij dit besluit gevoegd wordt, ofwel langs elektronische post volgens een procedure die door de Administratie ter beschikking wordt gesteld.
De aanvraag gaat gepaard met een afschrift van het diploma of het document waarmee de onderwijsinstelling getuigt dat de aanvrager voor het eindexamen geslaagd is dat recht geeft op het vereiste diploma waaruit blijkt dat de betrokkene aan de vereisten van artikel 43, § 2, tweede lid of van artikel 154 van de wet voldoet, alsook, in voorkomend geval, van de documenten waaruit blijkt dat de betrokkene voldoet aan de voorwaarden die kunnen worden bepaald met toepassing van artikel 43, § 2, eerste lid, van de wet.
De Administratie zendt het aanvraagdossier voor advies door naar de erkenningscommissie.
Art. 6.De erkenningscommissie vergelijkt de verstrekte gegevens met de vereisten van artikel 43, § 2 of van artikel 154 van de wet.
Art. 7.§ 1. De erkenningscommissie doet uitspraak op de erkenningsaanvraag als kinesitherapeut binnen zestig dagen na de ontvangst van de aanvraag door de Administratie.
Op met redenen omkleed voorstel van de erkenningscommissie kan de Minister de lijst van de erkenningsaanvragen bepalen die geen advies van de erkenningscommissie vergen. Deze lijst wordt gebaseerd op de titel van het diploma van de aanvrager en op de datum van de uitreiking ervan. De erkenningscommissie is belast met het bijhouden van deze lijst. In dit geval legt de Administratie rechtreeks aan de Minister of zijn afgevaardigde een voorstel tot erkenning voor. § 2. De Commissie doet uitspraak op stukken. Indien de Commissie van mening is dat de stukken niet bewijzen dat de voorwaarden bedoeld in de artikelen 43, § 2 of 154 van de wet vervuld zijn, kan ze beslissen om de uitspraak van het advies in beraad te houden.
In dit geval deelt de Administratie deze beslissing mee aan de aanvrager binnen een termijn van 30 dagen langs elektronische post aan het adres vermeld in de erkenningsaanvraag. Als de aanvrager geen ontvangst meldt binnen een termijn van vijf dagen, deelt de Administratie deze beslissing mee per aangetekende brief. Behoudens ingeval van spoed wordt de aanvrager ten minste vijftien dagen vóór de vergadering uitgenodigd tijdens dewelke zijn dossier opnieuw zal worden onderzocht. De aanvrager kan alle nuttige informatie verschaffen. Hij kan zich laten bijstaan door één of meer raadsleden.
Indien de aanvrager die behoorlijk opgeroepen wordt, niet verschijnt, wordt op stukken uitspraak gedaan, behalve bij gewettigde afwezigheid. § 3. Het dossier wordt ter beschikking gesteld van de aanvrager of zijn raadsman in de lokalen van de Administratie; het kan er gedurende vijftien dagen vóór de zitting ter plaatse worden geraadpleegd.
Art. 8.§ 1. Bij positief advies kent de Minister of diens afgevaardigde de erkenning toe. § 2. Bij negatief advies deelt de Administratie dit advies aan de aanvrager mee binnen een termijn van 30 dagen, langs elektronische weg, aan het adres vermeld door de aanvrager in zijn aanvraag. Als de aanvrager geen ontvangst meldt binnen een termijn van vijf dagen, deelt de Administratie dit advies per aangetekende brief mee.
De aanvrager kan een nota met zijn met redenen omklede aantekeningen betreffende het advies aan de Administratie laten toekomen en dit, binnen een termijn van dertig dagen volgend op de ontvangst van het advies.
Wanneer de aanvrager de met reden omklede aantekeningen bedoeld in het eerste lid niet meegedeeld heeft, informeert de Administratie de Minister of zijn afgevaardigde hierover, die de finale beslissing neemt. § 3. Wanneer de aanvrager de met redenen omklede aantekeningen bedoeld in § 2, eerste lid meegedeeld heeft, onderzoekt de erkenningscommissie het erkenningsdossier opnieuw.
In dit geval wordt de aanvrager, behoudens in geval van spoed, ten minste vijftien dagen vóór de vergadering waarop zijn dossier opnieuw wordt onderzocht, opgeroepen voor de erkenningscommissie te verschijnen ten einde alle nuttige informatie te verstrekken. Indien de aanvrager die behoorlijk opgeroepen wordt, niet verschijnt, kan de erkenningscommissie uitspraak doen op stukken, behalve bij gewettigde afwezigheid.
De erkenningscommissie mag haar oorspronkelijke advies behouden of een nieuw advies uitbrengen op basis van nieuwe elementen die haar oorspronkelijke advies kunnen wijzigen. § 4. De Minister of zijn afgevaardigde neemt een beslissing op basis van het oorspronkelijke advies of van het nieuwe advies van de erkenningscommissie en, in voorkomend geval, van de nota verzonden door de aanvrager. § 5. Wanneer de beslissing van de Minister of zijn afgevaardigde positief is, deelt de Administratie deze mee aan de aanvrager, langs elektronische post, aan het adres vermeld door de aanvrager in zijn aanvraag binnen een termijn van 30 dagen. Als de aanvrager geen ontvangst meldt binnen een termijn van vijf dagen of op zijn aanvraag, maakt de Administratie deze beslissing per aangetekende brief bekend.
Wanneer de beslissing van de Minister of zijn afgevaardigde negatief is, deelt de Administratie deze per aangetekende brief binnen een termijn van 30 dagen mee.
Art. 9.§ 1. Wanneer de kinesitherapeut niet meer aan de erkenningscriteria voldoet, kan de Minister de erkenning intrekken ofwel op eigen initiatief, ofwel op voorstel van de erkenningscommissie.
De Minister kan enkel op eigen initiatief handelen, nadat hij zijn voornemen aan de betrokkene kenbaar heeft gemaakt en hij het advies van de erkenningscommissie heeft ingewonnen. § 2. Het met redenen omklede advies of het met redenen omklede voorstel van de erkenningscommissie wordt door de Administratie aan de Minister meegedeeld en ter kennis gebracht van de kinesitherapeut binnen een termijn van dertig dagen per aangetekende brief.
De bepalingen van de artikelen 7 en 8 zijn mutatis mutandis van toepassing.
Art. 10.De kinesitherapeut wiens erkenning werd geweigerd of ingetrokken met toepassing van de bepalingen van de artikelen 8 of 9, kan te allen tijde een nieuwe erkenning aanvragen.
De erkenningsprocedure verloopt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Art. 11.De kinesitherapeut die niet langer de erkenning wenst te genieten die hem overeenkomstig dit besluit is verleend, moet hiervan de Administratie schriftelijk op de hoogte brengen. In dit geval trekt de Minister de erkenning in. Afdeling 2. - De erkenning van bijzondere titels en bijzondere
bekwaamheden
Art. 12.De kinesitherapeut die de erkenning wenst te verkrijgen waarbij hij gemachtigd wordt een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen, moet zijn aanvraag om erkenning bij de Administratie indienen ofwel bij de verzending van het formulier waarvan het model in bijlage 2 bij dit besluit gevoegd wordt, ofwel langs elektronische post volgens de procedure die door de Administratie wordt ter beschikking gesteld.
De aanvraag wordt vergezeld van elk nuttig bewijsstuk waarbij aangetoond wordt dat de kinesitherapeut aan de erkenningscriteria voldoet.
De Administratie zendt het dossier van de aanvraag voor advies door naar de erkenningscommissie.
De bepalingen van de artikelen 6 tot 11 zijn mutatis mutandis van toepassing op de erkenningsaanvragen bedoeld in dit artikel. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 13.Het koninklijk besluit van 15 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/04/2002 pub. 28/06/2002 numac 2002022343 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere bekwaamheden sluiten betreffende de erkenning als kinesitherapeut en de erkenning van bijzondere beroepstitels en bijzondere bekwaamheden, wordt opgeheven.
Art. 14.De Minister bevoegd voor de erkenning van de gezondheidszorgberoepen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 november 2015.
De Minister-president, R. DEMOTTE