27 MEI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot samenstelling van de examencommissies met toepassing van artikel 53, tweede lid, van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs en tot vaststelling van de nadere regels voor hun werking

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, inzonderheid op artikel 53, tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 april 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 23 april 2009;

Gelet op de onderhandelingsprotocollen van 30 april 2009 van het Onderhandelingscomité van Sector IX, van het Comité voor provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - Afdeling II en van het Onderhandelingscomité voor de personeelsstatuten van het gesubsidieerd vrij onderwijs;

Gelet op het Overlegprotocol van 30 april 2009 van het Overlegcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en de gesubsidieerde P.M.S.-centra erkend door de Regering;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de bepalingen van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, op 1 september 2007 in werking zijn getreden;

Dat dit decreet, in artikel 52, aan de Regering de organisatie oplegt van de opleidingen die leiden tot de uitreiking van de brevetten van inspecteur ten minste om de twee jaar;

Dat overeenkomstig deze bepalingen, de voorbereidende en proceduremaatregelen die nodig zijn voor de concrete organisatie van de drie opleidingssessies bedoeld in artikel 50, § 1, van hetzelfde decreet, binnen de termijn gesteld door dit laatste uitgevoerd werden;

Overwegende dat een zeker aantal opleidingssessies aldus vanaf de maand november 2008 begonnen zijn, de eerste sessies zijn nu al gedaan;

Dat de kandidaten die de bovenvermelde opleidingssessies gevolgd hebben, de proef mogen uitleggen die georganiseerd moet worden na deze sessies en dit, om zowel de letter als de geest van het bovenvermelde decreet van 8 maart 2007 na te leven wat betreft de uitreiking van de brevetten van inspecteur;

Overwegende dat de nodige maatregelen daarom zo vlug mogelijk uitgevoerd moeten worden om de betrokken examencommissies voor bevordering samen te stellen en om de nadere regels voor hun werking te bepalen;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 12 mei 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Leerplichtonderwijs en de Minister van Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 mei 2009, Besluit : HOOFDSTUK I. - Samenstelling van de examencommissies

Artikel 1.Er worden 19 examencommissies samengesteld om de volgende brevetten uit te reiken : 1° inspecteur van het kleuteronderwijs;2° inspecteur van het lager onderwijs;3° inspecteur bijzondere vakken van het lager onderwijs;4° inspecteur tweede taal in het basisonderwijs;5° inspecteur zedenleer in het lager onderwijs en inspecteur zedenleer in het secundair onderwijs;6° inspecteur algemene vakken in het secundair onderwijs van de lagere graad;7° inspecteur algemene vakken in het secundair onderwijs van de hogere graad;8° inspecteur bijzondere vakken in het secundair onderwijs van de lagere graad;9° inspecteur bijzondere vakken in het secundair onderwijs van de hogere graad;10° inspecteur technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de lagere graad;11° inspecteur technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de hogere graad;12° inspecteur oude talen in het secundair onderwijs;13° inspecteur van het opvoedend hulppersoneel;14° inspecteur van het paramedisch personeel;15° inspecteur algemene vakken in het secundair onderwijs van de lagere graad voor sociale promotie en inspecteur technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de lagere graad voor sociale promotie;16° inspecteur algemene vakken in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het hoger onderwijs voor sociale promotie, inspecteur technische vakken en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het hoger onderwijs voor sociale promotie en inspecteur psychologie, pedagogie en methodologie in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het hoger onderwijs voor sociale promotie;17° inspecteur van de psycho-pedagogische discipline, inspecteur van de sociale discipline en inspecteur van de paramedische discipline;18° inspecteur kunstvakken in het kunstonderwijs;19° inspecteur afstandsonderwijs voor de literaire en wetenschappelijke vakken, inspecteur afstandsonderwijs voor de technische vakken en beroepspraktijk en inspecteur afstandsonderwijs voor de administratieve vakken.

Art. 2.De examencommissies worden ingesteld bij het Algemeen Bestuur Onderwijspersoneel.

De Administrateur-generaal van het Bestuur bedoeld in het eerste lid of de ambtenaar-generaal van ten minste rang 15 die hij daartoe aanstelt, wordt belast met de coördinatie van de werkzaamheden van de verschillende examencommissies.

De archieven van de examencommissies worden bewaard binnen het Algemeen Bestuur bedoeld in het eerste lid. HOOFDSTUK II. - De nadere regels voor de werking van de examencommissies

Art. 3.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° decreet van 8 maart 2007 : het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs;2° besluit van de Regering van 9 mei 2008 : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 mei 2008 houdende organisatie van de opleidingen van verscheidene sessies betreffende de bevorderingsambten bedoeld in artikel 28, 1°, van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs;3° besluit van de Regering van 19 maart 2009 : het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 maart 2009 houdende organisatie van de proeven die de opleidingssessies bekrachtigen zoals bedoeld in artikel 50, § 1 van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs.

Art. 4.De kandidaten worden opgeroepen per aangetekende brief ten minste acht werkdagen vóór de datum van de proef.

Worden enkel opgeroepen de kandidaten die aan de voorwaarde voldoen inzake regelmatig schoolbezoek, zoals bedoeld in het besluit van de Regering van 19 maart 2009.

De kandidaten worden opgeroepen in de door de voorzitter van de examencommissie bepaalde orde.

De afwezige kandidaten worden uitgesloten.

Art. 5.De examencommissies kunnen slechts zetelen indien ten minste twee derde van hun leden aanwezig zijn.

Mag niet zetelen een lid van de examencommissie van wie ofwel de echtgenoot/echtgenote ofwel een bloed- of aanverwante tot de vierde graad inbegrepen kandidaat is.

Mag niet zetelen binnen een examencommissie een personeelslid van de Algemene Inspectiedienst dat een opleiding bedoeld in artikel 50, § 1, van het decreet van 8 maart 2007 verstrekt heeft.

Art. 6.In afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door een lid van de examencommissie aangesteld door zijn gelijken. Het kan niet gaan om een lid bedoeld in artikel 53, derde lid, 3°, van het decreet van 8 maart 2007.

Art. 7.De examencommissie zorgt ervoor dat de kandidaat over de nodige bekwaamheden inzake relaties, pedagogie en bestuur beschikt, zoals bedoeld in het besluit van de Regering van 9 mei 2008.

De evaluatie gebeurt op basis van de criteria bedoeld in het besluit van de Regering van 19 maart 2009 en heeft betrekking op alle vakken gezien tijdens de opleiding.

Te dien einde beschikken de leden van de examencommissie over al de documentatie die aan de kandidaten werd medegedeeld.

Art. 8.De beslissingen van een examencommissie tot goedkeuring of weigering van een kandidaat worden genomen bij de meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

De beslissingen vermelden de redenen waarom de examencommissie kandidaatstellingen heeft goedgekeurd of geweigerd en worden medegedeeld aan de Administrateur-generaal van het personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, die er kennis van geeft aan de kandidaten per aangetekende brief.

De leden van de examencommissie worden tot de grootste discretie gehouden inzake verloop en inhoud van de beraadslagingen.

Art. 9.Wanneer de proef schriftelijk gebeurt : 1° wordt de kandidaat die de orde verstoort, die fraudeert of die probeert te frauderen, uitgesloten;2° mogen de kandidaten, op straffe van onmiddellijke uitsluiting, noch met elkaar of met iemand buiten communiceren, noch nota's of boeken raadplegen, met uitsluiting van de toegestane documentatie.Ze kunnen geen ander papier gebruiken dan hetgeen dat hun ter beschikking wordt gesteld; 3° mag een kandidaat enkel de zaal verlaten als hij alle documenten hem ter beschikking gesteld, ingediend heeft bij de te dien einde aangewezen opzichter, behoudens andersluidende bepaling;4° wordt geen rekening gehouden met het klad bij de verbetering;5° wordt de verbetering blindelings uitgevoerd;6° wordt een stempel aangebracht op het werk van de kandidaat en op diens oproepingsbrief.

Art. 10.De Minister van Leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 mei 2009.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Ambtenarenzaken, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, C. DUPONT