gepubliceerd op 18 augustus 2008
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 oktober 2005 betreffende de adoptie
16 MEI 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 oktober 2005 betreffende de adoptie
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 31 maart 2004 betreffende de adoptie, gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2005;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 oktober 2005 betreffende de adoptie, gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 januari 2007;
Gelet op het advies nr. 44.004/4 van de Raad van State, gegeven op 4 februari 2008, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 mei 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 16 mei 2008;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor de Hulpverlening aan de Jeugd;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 mei 2008, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Artikel 1, 2°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 oktober 2005 wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2° samenwerkingsakkoord: het samenwerkingsakkoord van 12 december 2005 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzake de tenuitvoerlegging van de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie; » § 2. Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling : « 8° binnenlandse intrafamiliale adoptie : iedere binnenlandse adoptie die beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 346-2, 3e lid, van het burgerlijk wetboek; 9° interlandelijke intrafamiliale adoptie: iedere adoptie bedoeld in artikel 360-2 van het Burgerlijk wetboek, wanneer het kind : a) tot in de 3e graad verwant is met de adoptant, met zijn echtgenoot of de persoon met wie hij samenwoont, zelfs overleden of, b) al het dagelijks leven met de adoptant deelt. Als het kind in België verblijft, moet het : - ofwel toegelaten worden om er zich te vestigen of er langer dan drie maanden te verblijven; - ofwel onder voogdij geplaatst zijn voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, voor zover de voogd of de vrederechter bij toepassing van de artikelen 11, § 1 en 20 van de programmawet (I) van 24 december 2002 - titel XIII - hoofdstuk VI - voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, acht dat de adoptie een duurzame oplossing is in het voordeel van het kind; 10° extrafamiliale binnenlandse adoptie : iedere binnenlandse adoptie ander dan die bedoeld in artikel 346-2, 3e lid, van het burgerlijk wetboek;11° extrafamiliale interlandelijke adoptie : iedere adoptie bedoeld in artikel 360-2 van het burgerlijk wetboek, ander dan bedoeld in 9°.»
Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1, 2e lid, 2° van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 januari 2007, worden de woorden « getuigschrift van goed zedelijk gedrag » vervangen door de woorden « uittreksel uit het strafregister ».2° In § 1, 2e lid, 3°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « getuigschriften van goed zedelijk gedrag » vervangen door de woorden « uittreksels uit het strafregister model 2 ».3° In § 3, 3e lid, 2e zin, worden de woorden « zowel met betrekking tot de gelijkvormigheid als de geschiktheid van de aanvraag » ingevoegd na de woorden « de Minister haar advies voor ».
Art. 3.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.Er wordt een forfaitaire jaarlijkse subsidie aan de adoptie-instellingen uitgekeerd.
Voor de instellingen die voor de binnenlandse adoptie erkend zijn, wordt de subsidie bedoeld in het eerste lid vastgesteld op 70.000 euro, voor zover de adoptie-instelling jaarlijks gemiddeld 40 individuele sensibiliseringen gevoerd heeft gedurende de twee voorafgaande jaren en een jaarlijks gemiddelde van 5 adopties gedurende de drie voorafgaande jaren.
Als de adoptie-instelling het jaarlijks aantal sensibiliseringen en het aantal adopties bedoeld in het 2e lid niet bereikt heeft, wordt de forfaitaire jaarlijkse subsidie vastgesteld op 5.000 euro.
Voor de erkende interlandelijke adoptie-instellingen, wordt de in het 1e lid bedoelde subsidie vastgesteld op 100.000 euro, voor zover de adoptie-instelling een jaarlijks gemiddelde van minstens 40 individuele sensibiliseringen gevoerd heeft gedurende de twee voorafgaande jaren en een jaarlijks gemiddelde van minstens 15 adopties in de loop van de drie voorafgaande jaren.
Als de adoptie-instelling het jaarlijks aantal sensibiliseringen en het aantal adopties bedoeld in het 4e lid niet bereikt heeft, wordt de forfaitaire jaarlijkse subsidie vastgesteld op 5.000 euro.
Voor de erkende binnenlandse en interlandelijke adoptie-instellingen, die hoofdzakelijk adoptie voeren van gehandicapte kinderen, wordt de in het 1e lid bedoelde subsidie vastgesteld op 60.000 euro. » 2° In § 2 worden de woorden « provisionele jaarlijkse subsidie bedoeld in § 1 » vervangen door de woorden « forfaitaire jaarlijkse subsidie bedoeld in § 1 de volgende personeelskosten : »;3° In § 2, 1° worden de woorden « voor de coördinator : de uitbetaling van de bezoldigingen of erelonen » vervangen door de woorden « de uitbetaling van de bezoldigingen of erelonen voor hoogstens één voltijdse betrekking, »;4° In § 2, 2° worden de woorden « zonder perken van de normen inzake personeelsbestand, voor de maatschappelijke assistenten of de assistenten in de psychologie of de licentiaten in de psychologie : de uitbetaling van de bezoldigingen of erelonen » vervangen door de woorden « de uitbetaling van de bezoldigingen en erelonen van de maatschappelijke assistenten, assistenten in de psychologie of licentiaten in de psychologie, »;5° Het laatste lid van § 2 wordt geschrapt;6° In § 2 wordt een punt 4° ingevoegd, luidend als volgt : « 4° het deel van de bezoldiging en de wettelijke werkgeversbijdragen die de instelling moet betalen, als aanvulling bij de tegemoetkoming van de overheid, in het kader van de programma's voor wedertewerkstelling.» 7° § 4 wordt vervangen door de volgende bepaling : « De werkingskosten in verband met de opleidingen voor de leden van de multidisciplinaire ploeg en andere personeelsleden en de supervisie van de personeelsleden van de multidisciplinaire ploeg komen in aanmerking voor de verantwoording van de forfaitaire jaarlijkse subsidie bedoeld in § 1, voor een maximaal bedrag van 5.000 euro. ». 8° Een paragraaf 5, een paragraaf 6 en een paragraaf 7 worden ingevoegd, luidend als volgt : « § 5.De personeelskosten in verband met de activiteiten van de adoptie-instelling bedoeld in de artikelen 30 en 31 van het decreet komen in aanmerking voor de verantwoording van de forfaitaire subsidie bedoeld in § 1, 2e, 3e en 6e lid, binnen de perken bedoeld in § 2, 2°; § 6. De uitgaven in verband met de instelling en het behoud van de relaties met de bevoegde overheden en de medewerkers van de vreemde landen of de territoriale eenheden van de vreemde landen voor de interlandelijke adoptie-instellingen komen in aanmerking voor verantwoording van de forfaitaire jaarlijkse subsidie bedoeld in § 1, 4e, 5e en 6e lid, voor een maximaal bedrag van 20.000 euro voor het dekken van de reis- en verblijfkosten van de coördinator en de leden van de multidisciplinaire ploeg in het betrokken land, de reis- en verblijfkosten in België van de buitenlandse medewerkers van de instelling, de kosten voor de opleiding van die medewerkers in België en in het betrokken vreemde land of het accrediteren van de instelling door het vreemde land; § 7. De personeelskosten in verband met de postadoptieve begeleidingsactiviteiten bedoeld in artikel 48bis van het decreet komen in aanmerking voor de verantwoording van de forfaitaire jaarlijkse subsidie bedoeld in § 1, binnen de perken bedoeld in § 2, 2°. »
Art. 4.De artikelen 10 en 11 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 5.Artikel 12, 1e lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Er wordt een jaarlijks voorschot, dat overeenstemt met 85 % van het bedrag van de forfaitaire jaarlijkse subsidie bedoeld in artikel 9 toegekend aan de adoptie-instelling in de loop van het eerste trimester van het lopende jaar. »
Art. 6.Artikel 12bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 7.In artikel 13, 2e lid van hetzelfde besluit, wordt de spilindex « 138,01 » vervangen door de spilindex « 140,02 ».
Art. 8.In artikel 21, 2e lid van hetzelfde besluit worden de streepjes vervangen door de afdelingen 1° en 2°.
Art. 9.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, 2e lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De duur van een collectieve informatievergadering bedraagt vier uur. »; 2° § 2, 2e lid, wordt vervangen door de volgende bepaling: « De duur van een collectief sensibiliseringsgesprek bedraagt vier uur.»; 3° § 3, 2e lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Een individueel sensibiliseringsgesprek bestaat in een psychologisch gesprek met een lid van de multidisciplinaire ploeg van de instelling. Tenminste één van die gesprekken wordt collegiaal door ten minste twee leden van de multidisciplinaire ploeg van de instelling gevoerd.
Als het gaat over een adoptie door een koppel is minstens een van de gesprekken een koppelgesprek. »; 4° Een § 4 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 4.Tijdens de collectieve informatie- en sensibiliseringsgesprekken worden de kandidaat-adoptanten zowel geïnformeerd over de aspecten bedoeld in § 1 als gesensibiliseerd voor de inzet bedoeld in § 2.
De duur van een collectief informatie- of sensibiliseringsgesprek bedraagt vier uur. Elk gesprek groepeert maximaal twintig koppels of alleenstaande personen. »
Art. 10.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Elke kandidaat-adoptant of elk koppel kandidaat-adoptanten die (dat) zich inschrijft voor de voorbereiding op een eerste extrafamiliale binnenlandse of interlandelijke adoptie neemt deel aan : 1° twee collectieve informatiegesprekken, zoals bedoeld in artikel 22, § 1;2° drie collectieve sensibiliseringsgesprekken, zoals bedoeld in artikel 22, § 2;3° drie individuele sensibiliseringsgesprekken, zoals bedoeld in artikel 22, § 3. Elke kandidaat-adoptant of elk koppel kandidaat-adoptanten bedoeld in het 1e lid stort de C.A.G. een bedrag van 150 euro bestemd voor het dekken van de deelneming aan de collectieve informatie- en sensibiliseringsgesprekken.
Een bedrag van 100 euro wordt terugbetaald bij verlating van de voorbereiding na collectieve informatiegesprekken.
Als de kandidaat-adoptant de voorbereiding wenst voort te zetten na het volgen van de collectieve sensibiliseringsgesprekken stort hij de gekozen adoptie-instelling een bedrag van 350 euro als deelneming aan de kosten voor individuele sensibiliseringsgesprekken. § 2. Elke kandidaat-adoptant of elk koppel kandidaat-adoptanten die (dat) zich inschrijft voor de voorbereiding van een eerste binnenlandse of interlandelijke intrafamiliale adoptie neemt deel aan : 1° een individueel informatiegesprek georganiseerd door de C.A.G. als het gaat om een interlandelijke adoptie; 2° een collectief informatie- of sensibiliseringsgesprek, zoals bedoeld in artikel 22, § 4, als het gaat om een binnenlandse adoptie;3° twee individuele sensibiliseringsgesprekken zoals bedoeld in artikel 22, § 3. De deelneming aan een collectief informatie- en sensibiliseringsgesprek is gratis.
Als de(het) in het 1e lid bedoeld(e) kandidaat-adoptant of koppel kandidaat-adoptanten de voorbereiding wenst verder te zetten, stort hij (het) de door hem gekozen adoptie-instelling een bedrag van 250 euro voor de deelneming aan de individuele sensibiliseringsgesprekken.
Een bijkomend individueel sensibiliseringsgesprek bestemd om sommige aspecten bedoeld in artikel 22, § § 1 tot 3 uit te diepen, kan georganiseerd worden op de aanvraag van de kandidaat-adoptant of het koppel kandidaat-adoptanten, of op gemotiveerde aanvraag van de adoptie-instelling; voor dat gesprek stort de kandidaat-adoptant of het koppel kandidaat-adoptanten de adoptie-instelling een bijkomend bedrag vanmaximaal 100 euro. ».
Art. 11.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Elke kandidaat-adoptant of elk koppel kandidaat-adoptanten die (dat) zich inschrijft(ven) voor de voorbereiding op een binnenlandse of interlandelijke extrafamiliale adoptie neemt vanaf een tweede adoptie deel aan: 1° een collectief informatie- en sensibiliseringsgesprek, zoals bedoeld in artikel 22, § 4;2° drie individuele sensibiliseringsgesprekken, zoals bedoeld in artikel 22, § 3. Elke kandidaat-adoptant of elk koppel kandidaat-adoptanten bedoeld in het 1e lid stort de C.A.G. een bedrag van 50 euro bestemd voor het dekken van de deelneming aan het collectief sensibiliseringsgesprek.
Als hij/het de voorbereiding wenst verder te zetten, stort hij (het) de door hem gekozen adoptie-instelling een bedrag van 350 euro voor de deelneming aan de individuele sensibiliseringsgesprekken. § 2. Elke kandidaat-adoptant of elk koppel kandidaat-adoptanten die (dat) zich inschrijft(ven) voor de voorbereiding op een binnenlandse of interlandelijke intrafamiliale adoptie neemt vanaf een tweede adoptie deel aan twee individuele sensibiliseringsgesprekken zoals bedoeld in artikel 22, § 3.
Hij (het) stort de gekozen adoptie-instelling een bedrag van 250 als deelneming aan de kosten voor individuele sensibiliseringsgesprekken.
Een bijkomend individueel sensibiliseringsgesprek bestemd om sommige aspecten bedoeld in artikel 22, § § 1 tot 3 uit te diepen, kan georganiseerd worden op de aanvraag van de kandidaat-adoptant of het koppel kandidaat-adoptanten, of op gemotiveerde aanvraag van de adoptie-instelling; voor dat gesprek stort de kandidaat-adoptant of het koppel kandidaat-adoptant de adoptie-instelling een bijkomend bedrag van maximaal 100 euro. » § 3. Elke kandidaat-adoptant of elk koppel kandidaat-adoptanten die (dat) een nieuwe adoptieprocedure wenst(en) te ondernemen en die (dat) niet heeft deelgenomen aan de voorbereiding georganiseerd door de Franse Gemeenschap in het kader van de vorige adoptie, moet zich inschrijven voor de voorbereiding bedoeld in artikel 23. ».
Art. 12.Op het einde van artikel 25 van hetzelfde besluit worden de woorden « , onder voorbehoud van artikel 23, § 1, 3e lid, » toegevoegd.
Art. 13.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd : « De Minister stelt om de drie jaar de inhoud vast van de voorbereiding op de voordracht van de C.A.G. »
Art. 14.Artikel 27, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Wanneer de jeugdrechtbank het maatschappelijk onderzoek aan de C.A.G. beveelt, vraagt deze aan de adoptie-instelling die de individuele sensibiliseringsgesprekken gevoerd heeft, haar het C-deel (raadpleging van de diensten) van het verslag van het maatschappelijk onderzoek bedoeld in § 4. De kandidaat-adoptanten kunnen dat C-deel raadplegen bij de C.A.G. »
Art. 15.Artikel 29, § 2 van hetzelfde besluit wordt geschrapt.
Art. 16.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt als volgt aangevuld : « Als de C.A.G., na onderzoek van de aanvraag van de kandidaat-adoptanten overeenkomstig artikel 33, § 1, het verdere project aan een adoptie-instelling toevertrouwt, bij toepassing van artikel 39, 3e lid, 1°, van het decreet, bedraagt het maximale bedrag van de in het 1e lid bedoeld kosten 500 euro, geïndexeerd, als het adoptieproject betrekking heeft op een kind dat verwant is of waarmee de kandidaat-adoptanten een affectieve of maatschappelijke band hebben. »
Art. 17.Artikel 33, § 2, van hetzelfde besluit wordt als volgt aangevuld : « Wanneer de kandidaat-adoptanten als project hebben een kind te adopteren dat verwant is of waarmee zij een maatschappelijke of affectieve band hebben, storten zij de C.A.G. een bedrag van 500 euro na de ondertekening van de overeenkomst bedoeld in het 1e lid. »
Art. 18.In bijlage 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht in de Franse versie: 1° het tweede streepje na het woord « VU » wordt vervangen door de volgende bepaling : « l'article 15 de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 octobre 2005 relatif à l'adoption;»; 2° in artikel 2, 1e lid, 3°, van de modelovereenkomst, worden de woorden « visés à l'article 361-3, 2°, du Code civil » vervangen door de woorden « visés à l'article 361-3, 2° ou 361-5, 1°, du Code civil »; 3° in artikel 2, 2e lid, van de modelovereenkomst wordt het woord « A.C.C. » vervangen door het woord « O.A.A. »; 4° op het einde van de modelovereenkomst worden het eerste, tweede en derde streepje opgenomen onder het woord « Annexe » vervangen door : « - copie des articles 361-3 et 361-4, ou de l'article 361-5 du Code civil;- article 31 de l'arrêté du 7 octobre 2005 relatif à l'adoption; - article 35 de l'arrêté du 7 octobre 2005 relatif à l'adoption. »
Art. 19.In bijlage 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht in de Franse versie : 1° de tweede zin na het woord « VU » wordt vervangen door de volgende bepaling: « l'article 15 de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 octobre 2005 relatif à l'adoption;»; 2° in artikel 2, 2e lid, van de modelovereenkomst wordt het woord « A.C.C. » vervangen door het woord « O.A.A. »; 3° op het einde van de modelovereenkomst worden de woorden « article 31 de l'arrêté du ... relatif à l'adoption. » opgenomen onder het woord « Annexe » vervangen door de woorden « article 31 de l'arrêté du 7 octobre 2005 relatif à l'adoption. »
Art. 20.In bijlage 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede punt na het woord « VU » wordt vervangen door de volgende bepaling : « l'article 33 de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 octobre 2005 relatif à l'adoption;»; 2° in artikel 2, 1e lid, 3° van de modelovereenkomst worden de woorden « visés à l'article 361-3, 2°, du Code civil » vervangen door de woorden « visés à l'article 361-3, 2° ou 361-5, 1°, du Code civil »;3° in artikel 3, 1e lid, 2° van de modelovereenkomst worden de woorden « visés à l'article 361-3, 2°, du Code civil » vervangen door de woorden « visés à l'article 361-3, 2° ou 361-5, 1°, du Code civil »; 4° artikel 4, 1e lid van de modelovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepaling : « Les candidats adoptants versent à l'A.C.C. un montant de 250 - 750 - 1.500 euros (biffer la mention inutile) »; 5° in artikel 4, 2e lid, 3° van de modelovereenkomst worden de woorden « visés à l'article 361-3, 2°, du Code civil » vervangen door de woorden « visés à l'article 361-3, 2° ou 361-5, 1°, du Code civil »;6° op het einde van de modelovereenkomst worden de woorden opgenomen onder het woord « Annexe » vervangen door : « - copie des articles 361-3 et 361-4, ou de l'article 361-5 du Code civil ».
Art. 21.In bijlage 11 van hetzelfde besluit worden in de Franse versie de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin na het woord « VU » wordt vervangen door de volgende bepaling : « l'entrée en vigueur le 1er septembre 2005 d'une nouvelle réglementation en matière d'adoption (loi du 24 avril 2003 réformant l'adoption et décret du 31 mars 2004 relatif à l'adoption);»; 2° de derde zin na het woord « VU » wordt vervangen door de volgende bepaling : « l'article 38 de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 octobre 2005 relatif à l'adoption;»
Art. 22.Bijlage 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 23.Voor het jaar 2008, als het voorschot dat berekend is op basis van de bepalingen van dit besluit hoger ligt dan het reeds toegekend voorschot, wordt het bijkomend bedrag gestort op de rekening van de adoptie-instelling en dit ten laatste binnen de drie maanden van de inwerkingtreding van dit besluit.
Voor het jaar 2008, als de subsidie berekend op basis van de bepalingen van dit besluit lager ligt dan het reeds toegekend voorschot, wordt de adoptie-instelling in gebreke gesteld om binnen de drie maanden het bedrag dat hij teveel heeft ontvangen terug te betalen.
Art. 24.De artikelen 3 tot 7 en 23 van dit besluit treden in werking op 1 januari 2008.
Art. 25.De Minister bevoegd voor de Hulpverlening aan de Jeugd wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 mei 2008.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK