25 MEI 2007. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor dringende opvang

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, zoals later gewijzigd, inzonderheid op artikel 47, § 1;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 mei 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor dringende opvang, zoals later gewijzigd;

Gelet op het advies van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, gegeven op 22 december 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 oktober 2006;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 13 oktober 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 april 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister tot wier bevoegdheid de hulpverlening aan de jeugd behoort;

Na beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 mei 2007, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor dringende opvang, gewijzigd op 17 juni 2004, wordt een nieuw lid luidend als volgt ingevoegd tussen het eerste lid en het tweede lid : « Daarenboven, zorgt het centrum voor opdrachten van observatie, onderzoek en oriëntatiehulpverlening ten behoeve van de jongere en zijn gezin. »

Art. 2.Artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Dit mandaat specificeert de omvang van de opdrachten inzake observatie, onderzoek en oriëntatiehulpverlening. Bovendien, kan dit mandaat enkel toegepast worden als de toestand van de jongere zodanig is dat een plaatsing in een residentiële dienst zich opdringt, en dat alle andere maatregelen waarover de overheid die het mandaat geven, beschikken, onaangepast of niet beschikbaar zijn. »

Art. 3.In artikel 6, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "1 opvoeder per beoogde situatie" vervangen door de woorden "1 opvoeder per dienst en 1 opvoeder per beoogde toestand".

Art. 4.De Minister tot wier bevoegdheid de hulpverlening aan de jeugd behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 25 mei 2007.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK