gepubliceerd op 17 maart 2006
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de korte opleidingsstage van schoolartsen
17 FEBRUARI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de korte opleidingsstage van schoolartsen
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school, inzonderheid op artikel 17, § 4, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2005;
Gelet op het decreet van 16 mei 2002 betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit, inzonderheid op artikel 15, § 4, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2005;
Gelet op het advies nr. 10 van de commissie voor gezondheidspromotie op school, gegeven op 16 november;
Gelet op het advies nr. 39.786/4 van de Raad van State, gegeven op 6 februari 2006, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1ste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister tot wier bevoegdheid de gezondheid behoort;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 17 februari 2006, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° Dienst : de dienst zoals bepaald in artikel 1, 2°, van het decreet van 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school en in artikel 1, 2°, van het decreet van 16 mei 2002 betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit;2° Stage : de korte opleidingsstage die aan de infunctietreding voorafgaat, binnen een dienst, van een dokter in de geneeskunde die noch houder is van een getuigschrift in de schoolgeneeskunde, noch van een diploma voor gespecialiseerde studies in de volksgezondheid bedoeld in artikel 17, § 4, van het decreet van 20 december 2001 betreffende de gezondheidspromotie op school en in artikel 15, § 4, van het decreet van 16 mei 2002 betreffende de gezondheidspromotie in het hoger onderwijs buiten de universiteit.
Art. 2.§ 1. De stage wordt gegeven door een dokter in de geneeskunde houder ofwel van een getuigschrift in de schoolgeneeskunde, ofwel van een diploma van gespecialiseerde studies in de volksgezondheid en die minstens drie jaar ervaring heeft in de schoolgeneeskunde. § 2. De stage verloopt binnen de dienst waar de kandidaat-arts solliciteert.
Wanneer de dienst geen dokter in de geneeskunde heeft die aan de in § 1 bedoelde voorwaarden voldoet, verloopt de stage binnen een andere dienst.
Art. 3.De arts bedoeld in artikel 2, § 1, geeft stage gedurende zijn prestaties voor schoolgeneeskunde.
Art. 4.De stage omvat een theoretisch gedeelte van vier uur en een praktisch gedeelte van vier uur.
Art. 5.Het theoretisch gedeelte handelt over de volgende punten : 1° de studie van de algemene principes en van de opdrachten voor de gezondheidspromotie op school en in het hoger onderwijs buiten de universiteit;2° het aanleren van de principes van schoolgezondheid, inzonderheid : a) het georiënteerd klinisch examen;b) het neuromotorisch examen;c) het vermoeden van mishandeling;d) de psychosociale aanpak;e) de medewerking met de verpleegster;f) het overleg met het PMS-centrum;g) het informatiewerk;h) het netwerk;i) de principes van uniformering van de processen en ontwikkelingen;3° de profylaxe en de opsporing van overdraagbare ziektes;4° de vragen van adolescenten, inzonderheid : a) contraceptie;b) tabaksgebruik;c) drugs;d) seksualiteit;e) het onwelzijn.5° het schoolbezoek.
Art. 6.Het praktisch gedeelte bestaat uit een observatiestage bij het opstellen van individuele check-ups door de arts bedoeld in artikel 2, § 1, in een medische praktijk.
Art. 7.De arts bedoeld in artikel 2, § 1, verleent aan de kandidaat-arts een attest op het einde van de stage, waarvan het model bepaald is in de bijlage bij dit besluit. Een kopie van het attest wordt verstuurd naar de Algemene directie gezondheid.
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 12 september 2005.
Art. 9.De Minister tot wier bevoegdheid de gezondheid behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 februari 2006.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK