gepubliceerd op 16 december 2005
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 1976 tot regeling van de toekenning van een toelage aan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap en aan de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap die voorlopig aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt
8 JULI 2005. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 1976 tot regeling van de toekenning van een toelage aan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap en aan de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap die voorlopig aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het Rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 27 juli 1971, 11 juli 1973, 19 december 1974, bij het koninklijk besluit nr. 456 van 10 september 1986 en bij het decreet van 27 december 1993;
Gelet op het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1976 tot regeling van de toekenning van een toelage aan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap en aan de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap die voorlopig aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;
Gelet op het protocol van 27 juni 2005 van het Sectorcomité IX, van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, Afdeling II, en van het Onderhandelingscomité voor de statuten van de
personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, in gezamenlijke vergadering;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 april 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 2 juni 2005;
Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 juli 2005;
Besluit :
Artikel 1.In artikel 4bis, vierde lid, van het koninklijk besluit van 13 juni 1976 tot regeling van de toekenning van een toelage aan de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap en aan de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap die voorlopig aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, worden de woorden « het ambt waarmee de hoogste weddeschaal overeenstemt », ingevoegd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 december 1996 tot vastlegging van de toelagen van de categoriële directeurs en directeurs-voorzitters van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen, vervangen door de woorden « elk van deze ambten naar rato van deze ».
Art. 2.In artikel 4ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 3 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het tweede lid worden de woorden « van rang 1 of rang 2 » ingevoegd tussen de woorden « de ambtsschaal » en de woorden « waarvoor hij het voorwerp is geweest van een vaste benoeming ».2° Het derde lid wordt vervangen als volgt : « Wanneer het personeelslid benoemd of aangeworven is in vast verband in verschillende ambten van rang 1 of rang 2, dient elk van de ambten naar rato van deze in aanmerking te worden genomen voor het bepalen van de toelage bedoeld in het tweede lid.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1996.
Art. 4.De Minister tot wier bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 juli 2005.
De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, M.-D. SIMONET De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, C. EERDEKENS