Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 12 februari 2004
gepubliceerd op 22 maart 2004

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor het overleg met de representatieve studentenorganisaties op communautair vlak

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2004200663
pub.
22/03/2004
prom.
12/02/2004
ELI
eli/besluit/2004/02/12/2004200663/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 FEBRUARI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor het overleg met de representatieve studentenorganisaties op communautair vlak


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 12 juni 2003 tot bepaling en organisatie van de deelneming van de studenten aan het leven van de universitaire instellingen en tot instelling van de deelneming van de studenten aan het leven van de gemeenschap, inzonderheid op artikel 32;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 december 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 24 december 2003;

Gelet op het overleg van 24 november 2003 met de representatieve studentenorganisaties erkend op communautair vlak;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van hoogstens dertig dagen;

Gelet op het advies 36.375/2 van de Raad van State gegeven op 26 januari 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Regering belast de Minister van Hoger Onderwijs, hierna « de Minister » genoemd, met het overleg bedoeld in artikel 32 van het decreet van 12 juni 2003 tot bepaling en organisatie van de deelneming van de studenten aan het leven van de universitaire instellingen en tot instelling van de deelneming van de studenten aan het leven van de gemeenschap. De Minister kan zich laten vertegenwoordigen binnen de overlegvergaderingen door een vertegenwoordiger die hij aanstelt.

Art. 2.Elke representatieve studentenorganisatie op communautair vlak erkend door de Regering stelt, voor het overleg, een delegatiehoofd, en zijn plaatsvervanger, aan die ertoe gemachtigd is om aan de overlegvergaderingen deel te nemen en om daar verbintenissen in naam van zijn organisatie aan te gaan.

De delegaties van de representatieve studentenorganisaties worden samengesteld uit hoogstens 4 afgevaardigden per delegatie, en worden eventueel begeleid door hoogstens twee deskundigen.

Art. 3.Het secretariaat van overleg wordt waargenomen door de Minister of zijn vertegenwoordiger.

Het secretariaat zorgt voor de verzending van oproepingsbrieven en stelt de notulen van de debatten op.

De afwezigheid van de afgevaardigde(n) van één of meer representatieve studentenorganisatie(s) op een vergadering die regelmatig wordt bijeengeroepen, maakt het overleg niet ongeldig.

Art. 4.Het overleg wordt geopend door de Minister of zijn vertegenwoordiger, die de agenda vaststelt, debatten leidt en toezicht op de vergadering houdt.

Art. 5.§ 1. Het overleg gebeurt in hoogstens één of twee vergaderingen, over een termijn van hoogstens dertig dagen te rekenen vanaf de datum van de verzending van de oproepingsbrief.

De Minister of zijn vertegenwoordiger kan die termijn tot hoogstens vijf werkdagen verminderen als hij van mening is dat een punt dringend moet worden behandeld. Een spoedvergadering moet onderworpen worden aan de toestemming van de representatieve studentenorganisaties of aan een beslissing van de Regering. In elk geval kan ze niet ingeroepen worden gedurende de periodes van activiteitenonderbrekingen in het onderwijs. § 2. Na het overleg kan (kunnen) het (de) delegatiehoofd(en) van de representatieve studentenorganisatie(s) of hun plaatsvervangers, hun goedkeuring of afkeuring verlenen, zich onthouden een advies uit te brengen over het onderwerp van het overleg in de notulen bedoeld in artikel 7.

Het overleg wordt als afgesloten beschouwd na goedkeuring van de notulen.

Art. 6.§ 1. De overlegvergadering wordt gehouden op een datum die eenstemmig wordt vastgesteld door de Minister en de representatieve organisaties of, bij gebrek aan toestemming van al de organisaties, op een datum die ten vroegste op zeven werkdagen wordt vastgesteld na de verzending van de oproepingsbrief. § 2. In spoedgevallen kan deze termijn tot drie werkdagen worden verminderd na de verzending van de oproepingsbrief die door de drager ten zetel van de representatieve studentenorganisaties wordt ingediend. § 3. Elke oproepingsbrief bevat het voorstel van de agenda, samen met de documentatie die de Minister nodig acht voor het overleg met betrekking tot de punten die op de agenda staan. § 4. Voor zover dit mogelijk is, worden de oproepingsbrief en de nuttige documenten elektronisch gestuurd.

Art. 7.§ 1. Het secretariaat stelt de notulen van de vergaderingen op. § 2. De notulen vermelden : 1o de agenda; 2o de naam van de eventuele vertegenwoordiger(s) van de Minister, de naam van de delegatiehoofden en de leden van de delegatie van de representatieve studentenorganisaties; 3o de naam van de afwezige of verhinderde representatieve studentenorganisaties; 4o de besproken punten; 5o een beknopte samenvatting van de belangrijkste vragen van de representatieve studentenorganisaties en de antwoorden van de Minister of van zijn vertegenwoordigers; 6o de standpunten ingenomen als conclusie van het overleg overeenkomstig artikel 5. § 3. Het secretariaat bezorgt de representatieve studentenorganisaties het ontwerp van notulen van de overlegvergaderingen. De representatieve studentenorganisaties hebben vijf werkdagen na de datum van de verzending van de notulen om het secretariaat hun verbeteringen over de manier waarop hun eigen betogen worden samengevat, te geven. Deze opmerkingen worden bij de notulen gevoegd. § 4. Als de Minister de dringende noodzakelijkheid inroept, wordt het ontwerp van notulen tijdens de vergadering na het overleg opgesteld en door de Minister aangenomen, of zijn plaatsvervanger, alsook door de delegatiehoofden, of hun plaatsvervangers, van de representatieve studentenorganisaties.

Het ontwerp van notulen kan ook binnen de drie werkdagen na de afsluiting van een overleg per aangetekende brief gestuurd worden of per bode ten zetel van de representatieve studentenorganisaties ingediend worden.

In dit geval hebben de representatieve studentenorganisaties een termijn van twee werkdagen te rekenen vanaf de verzending om, per aangetekende brief, aan de Minister, kennis te geven van hun aanvraag tot wijziging. Bij gebrek aan een wijzigingsaanvraag van de representatieve studentenorganisaties binnen de gestelde termijn, wordt het ontwerp van notulen als aangenomen beschouwd.

Art. 8.Een afschrift van de agenda van de bijgevoegde documentatie, van de notulen worden door het secretariaat gestuurd : 1o aan het Ministerie van de Franse Gemeenschap voor neerlegging en bewaring; 2o aan elke bevoegde overheid om de voorgestelde maatregelen uit te voeren.

Art. 9.De Minister die bevoegd is voor het Hoger Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 februari 2004.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister voor Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. Fr. DUPUIS

^