Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 03 juli 2003
gepubliceerd op 28 augustus 2003

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het statuut van de vastbenoemde Regeringscommissarissen bij de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2003029434
pub.
28/08/2003
prom.
03/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/03/2003029434/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JULI 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het statuut van de vastbenoemde Regeringscommissarissen bij de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, inzonderheid op de artikelen 31, 38 tot 43;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 11 maart 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 20 maart 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 13 maart 2003;

Gelet op het protocol nr. 286 van het Onderhandelingscomité van Sector XVII van 6 mei 2003;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 25 juni 2003 bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 3 juli 2003, Besluit : TITEL I. - De vastbenoemde Regeringscommissarissen HOOFDSTUK I. - Bevoegdheden van de vastbenoemde Regeringscommissarissen

Artikel 1.De bevoegdheden van de vastbenoemde Regeringscommissarissen worden als volgt vastgelegd : - de RTBF en de maatschappijen voor vermogensbeheer; - het ETNIC, het IFC en het Fonds Ecureuil; - de O.N.E., de CSA en de 6 maatschappijen voor het beheer van schoolgebouwen.

Art. 2.De bevoegdheden worden om de vijf jaar en vanaf 1 september 2004 van rechtswege herzien. HOOFDSTUK II. - Administratieve en geldelijke toestand van de vastbenoemde Regeringscommissaris

Art. 3.§ 1. De vastbenoemde Regeringscommissaris geniet het geldelijk statuut van de 1ste auditor-directeur op het Rekenhof, met een jaarlijkse vergoeding van 6.466 euro . Hij geniet hetzelfde pensioenstelsel. § 2. Voor de vaststelling van de bezoldiging wordt de geldelijke anciënniteit bepaald volgens de regels van toepassing op de ambtenaren van de Regeringsdiensten. § 3. Het geheel van de bedragen bedoeld in de vorige paragrafen zijn te koppelen aan index 138.01.

Art. 4.De vastbenoemde Regeringscommissaris geniet kinderbijslag, een geboortetoelage, vakantiegeld, vakantie-kinderbijslag en een eindejaarstoelage, alsmede vergoedingen voor verblijfs- en reiskosten, aan het tarief en onder de voorwaarden bedoeld voor het personeel van het ministerie van rang 16.

Art. 5.De vastbenoemde Regeringscommissaris wordt onderworpen aan de reglementering inzake verloven van toepassing op de ambtenaren van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 6.De vastbenoemde Regeringscommissaris kan een verlof bekomen om een activiteit uit te oefenen binnen de diensten van de Regering van de Federale staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de Colleges van de Franse Gemeenschapscommissie of de overheidsinstellingen die ervan afhangen. Dat verlof wordt niet bezoldigd. Het wordt evenwel gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. HOOFDSTUK III. - Evaluatie

Art. 7.§ 1. De beschrijving van het ambt voor de evaluatie van de Regeringscommissarissen is de volgende : 1. Hij moet ervoor zorgen dat de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer het algemeen belang behartigen en de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten naleven;2. Hij moet op dezelfde wijze ervoor zorgen dat de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen, de maatschappijen voor vermogensbeheer de opdrachten van openbare dienst die hen zijn toegewezen, het beheerscontract en het ontwikkelingsplan naleven;3. Hij moet ervoor zorgen dat de beslissingen van de beheersorganen het evenwicht van de financiën van de openbare instelling, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer niet in het gedrang brengt of invloed zouden hebben op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap. § 2. De functionele criteria voor de evaluatie van de Regeringscommissarissen zijn de volgende : 1. een speciaal verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over elke beslissing of elke handeling van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de goede verloop van de opdrachten van openbare dienst;2. een speciaal verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over elke beslissing of elke handeling van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de behartiging van het algemeen belang en de naleving van de wetten, decreten, ordonnanties, besluiten, beheerscontracten en het ontwikkelingsplan;3. een verslag opstellen gericht tot de toezichthoudende minister en de minister van Begroting over alle beslissingen van de beheersorganen die een gevolg zouden kunnen hebben op de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap of die het evenwicht van de financiën van de overheidsinstelling in het gedrang zouden kunnen brengen; 4.aan de toezichthoudende minister en de minister van Begroting een omstandig schriftelijk advies overhandigen wanneer de commissarissen van de rekeningen hen informeren over het feit dat ze ernstige en met elkaar overeenstemmende feiten hebben vastgesteld die de continuïteit van de overheidsinstelling in het gedrang zouden kunnen brengen; 5. aan de toezichthoudende minister en de minister van Begroting een omstandig schriftelijk advies overhandigen wanneer één van de overheidsbestuurders hen informeren over het bestaan van een belangenconflict tussen een bestuurder en de overheidsinstelling;6. een algemeen verslag minstens in de zes maanden uitbrengen voor de toezichthoudende minister en de minister van Begroting.De verslagen worden medeondertekend als er twee Regeringscommissarissen zijn. Deze verslagen bevatten in voorkomend geval de uiteenlopende opmerkingen van de commissarissen. 7. Elke commissaris, met uitzondering van de commissaris bij de RTBF en de commissaris bij de CSA, moet binnen een termijn van vier dagen een gemotiveerd beroep bij de Regering indienen tegen elke beslissing die hij strijdig acht met het algemeen belang, de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten, de opdrachten van openbare dienst of het beheerscontract. De commissaris bij de RTBF moet bij de Regering een gemotiveerd beroep indienen binnen een termijn van vier dagen tegen elke beslissing die hij strijdig acht met het algemeen belang, de wetten, decreten, ordonnanties en besluiten, met uitzondering van de wettelijke bepalingen inzake radio-omroep en het besluit tot goedkeuring van het beheerscontract.

De Regeringscommissaris bij de CSA dient slechts een gemotiveerd beroep bij de Regering in binnen een termijn van vier volle dagen tegen beslissingen betreffende het administratief en financieel beheer en de werking van de CSA, die hij als strijdig acht met de wetten decreten, ordonnanties en besluiten of die hij als gevaarlijk beschouwt voor het financieel evenwicht van de CSA. 8. Alle regeringscommissarissen, op het initiatief en onder het voorzitterschap van de Voorzitter van het Interministerieel korps, komen minstens viermaal per jaar bijeen in College om te discussiëren over elke transversale vraag betreffende de controle die ze uitvoeren.9. De Regeringscomissarissen verenigd in College nodigen, op initiatief van hun Voorzitter, minstens twee keer per jaar alle commissarissen van de rekeningen en de leden van de cel voor interne audit van alle overheidsinstellingen uit, teneinde de verschillende controlevormen te coördineren.10. De Regeringscommissarissen zijn ertoe gehouden de wetsbepalingen na te leven betreffende de overheidsinstellingen die ze controleren en die hen bijzondere verplichtingen opleggen. § 3. De prestatiedomeinen voor de evaluatie van de Regeringscommissarissen zijn : ? de regelmatige en actieve aanwezigheid op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en op de vergaderingen van het Bureau of vast comité; ? de overbrenging van de wettelijke verslagen binnen de wettelijke termijnen; ? het indienen van een beroep telkens als het nodig is op basis van artikel 36 van het decreet, binnen de wettelijke termijnen; ? de regelmatige en actieve deelname aan de vergaderingen van het College van Commissarissen bedoeld in artikel 44 van het decreet en aan de vergaderingen voor de coördinatie van de controles bedoeld in artikel 54 van het decreet; ? een doeltreffend beheer van de human resources die hem worden toegekend. § 4. De evaluatie wordt aan de betrokkene meegedeeld tegen ontvangstbewijs of bij een ter post aangetekende brief.

Art. 8.De betrokken Minister van Begroting en toezichthoudende Minister(s) doen een evaluatievoorstel aan de Regering op basis van de beschrijving van het ambt, van de functionele criteria en de prestatiedomeinen bedoeld in artikel 7 voor elke Regeringscommissaris, na eerst kennis genomen te hebben van de verslagen opgesteld door de Regeringscommissaris en door elke persoon die ze nuttig achten, met uitzondering van de andere leden van de Regering en de leden van de Ministeriële kabinetten en achteraf de commissaris van de Regering en elke persoon die ze nuttig achten gehoord te hebben, met uitzondering van de andere leden van de Regering en de leden van de Ministeriële kabinetten.

Art. 9.De Regeringscommissaris krijgt het voorstel van evaluatie van de betrokken Ministers. Hij kan schriftelijk opmerkingen maken en/of gehoord worden door de betrokken Ministers binnen de maand van ontvangst van het evaluatievoorstel.

Art. 10.De Regering kent de evaluatie toe, rekening houdende met het voorstel bedoeld in artikel 8 en na de procedure bedoeld in de artikelen 8 en 9.

Art. 11.§ 1. De vastbenoemde Regeringscommissaris kan binnen de 10 dagen na de bekendmaking van de evaluatie een beroep indienen tegen de beslissing van de Regering bij de Raad van beroep, eerste afdeling, bedoeld in artikel 107 van het besluit van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. § 2. De Raad van beroep, eerste afdeling, geeft een gemotiveerd advies aan de Regering binnen de twee maanden van zijn aanhangigmaking na de betrokkene te hebben gehoord. § 3. De Regering kent binnen de maand volgend op de ontvangst van het advies van de Raad van Beroep een definitieve evaluatie toe die : - hetzij conform is met de eerste evaluatie; - hetzij het advies volgt gegeven door de Raad van beroep. § 4. De Regering deelt binnen de 10 dagen de definitieve evaluatie mee aan de vastbenoemde Regeringscommissaris.

Art. 12.De evaluatie bevat één van de volgende vermeldingen : 1° « zeer gunstig » : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zich buitengewoon zal hebben ingezet in de uitoefening van zijn opdrachten;2° « gunstig » : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn opdrachten met het verwacht resultaat zal hebben uitgevoerd en binnen de bedoelde termijnen door zich persoonlijk in te zetten;3° « voldoende » : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn wettelijke opdrachten zal volbracht hebben met het gevraagde resultaat en binnen de bedoelde termijnen, maar hij zich niet genoeg persoonlijk inzet in de uitoefening ervan;4° « met voorbehoud » : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn wettelijke opdrachten hetzij gedeeltelijk hetzij buiten termijn zal hebben vervuld;5° « ongunstig » : wanneer de vastbenoemde Regeringscommissaris zijn meeste wettelijke opdrachten niet zal hebben vervuld.

Art. 13.Een « ongunstige » evaluatie heeft tot gevolg, voor de bedoelde vastbenoemde Regeringscommissaris, dat hij vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de evaluatie definitief geworden is, voor de berekening van zijn anciënniteit de periodes verliest gedurende welke hij ongunstig geëvalueerd is.

Art. 14.Er wordt een einde gemaakt aan het ambt van de bedoelde vastbenoemde Regeringscommissaris op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke de tweede « ongunstige » evaluatie definitief geworden is. HOOFDSTUK IV. - Tuchtregeling

Art. 15.De bepalingen van titel XI van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap zijn van toepassing op de vastbenoemde Regeringscommissaris behoudens tegenstrijdige bepaling in dit hoofdstuk.

Art. 16.Artikel 103 van hetzelfde besluit moet als volgt gelezen worden : « § 1. De Tuchtstraffen worden door de Minister van Begroting en de toezichthoudende Minister(s) voorgesteld, na de vastbenoemde Regeringscommissaris te hebben gehoord.

Deze brengen hun voorstel over aan de Regering binnen een termijn van tien dagen na de mededeling van het behoorlijk gemotiveerd voorstel aan de vastbenoemde Regeringscommissaris. § 2. De Regering beslist over het voorstel van tuchtstraf.

De betrokken vastbenoemde Regeringscommissaris kan vragen om gehoord te worden en kan daartoe bijgestaan worden door de persoon van zijn keuze. § 3. De beslissing van de Regering wordt binnen de 10 dagen meegedeeld aan de bedoelde vastbenoemde Regeringscommissaris door de Minister van Begroting en de toezichthoudende Minister(s). § 4. De vastbenoemde Regeringscommissaris kan binnen de 10 dagen na kennisgeving van de tuchtstraf een beroep indienen tegen de beslissing van de Regering bij de Raad van Beroep, eerste afdeling, bedoeld in artikel 107 van het besluit van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap. § 5. De Raad van Beroep, eerste afdeling, brengt een gemotiveerd advies uit aan de Regering binnen de twee maanden na zijn aanhangigmaking na de betrokkene te hebben gehoord. § 6. De Regering kent binnen de maand volgend op de ontvangst van het advies van de Raad van Beroep een definitieve tuchtstraf toe, die : - hetzij conform is met de eerste tuchtstraf; - hetzij het advies volgt van de Raad van Beroep. § 7. De Regering deelt binnen de tien dagen zijn definitieve beslissing mee aan de vastbenoemde Regeringscommissaris. » TITEL II. - Actiemiddelen en personeel ter beschikking gesteld van het Interministerieel college van de Regeringscommissarissen

Art. 17.Het interministerieel college van de Regeringscommissarissen bedoeld in artikel 37 van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de doorzichtigheid, de autonomie en de controle in verband met de overheidsinstellingen, de maatschappijen voor schoolgebouwen en de maatschappijen voor vermogensbeheer die onder de Franse Gemeenschap ressorteren, beschikt, als steun bij de vervulling van zijn taak, over personeel aangeworven op basis van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen.

De personeelsformatie wordt als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld TITEL III. - Wijzigingsbepaling

Art. 18.In artikel 2, lid 1, eerste vak, eerste kolom van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 juni 1999 betreffende de aankoop, het huren en het gebruiken van voertuigen bestemd voor de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, voor sommige instellingen van openbaar nut die afhangen van de Franse Gemeenschap en voor de Kabinetten van de Ministers die lid zijn van de Regering van de Franse Gemeenschap, worden de volgende categorieën bijgevoegd na de categorie « leidende ambtenaar van een instelling van openbaar nut » : « vastbenoemde Regeringscommissaris bij een instelling van openbaar nut », « Regeringscommissaris of -afgevaardigde bij een universitaire instelling », leidende ambtenaar van de school voor overheidsbestuur ».

Titel IV. - Slotbepaling

Art. 19.De Minister van Ambtenarenzaken en van Begroting en de toezichthoudende Ministers, ieder wat hem betreft, worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 juli 2003.

Vanwege de Regering : De Minister-President, belast met de Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Kunsten, Letteren en Audiovisuele Sector, D. DUCARME

^