Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 03 april 2003
gepubliceerd op 31 juli 2003

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de examencommissies samengesteld in uitvoering van artikel 24 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 2002 houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten, tot toekenning van vrijstellingen en tot organisatie van de proeven die de vormingen bekrachtigen, bij toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot oprichting van de verschillende examencommissies belast met het uitreiken van de betrokken brevetten

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2003029381
pub.
31/07/2003
prom.
03/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/03/2003029381/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 APRIL 2003. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van de examencommissies samengesteld in uitvoering van artikel 24 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 2002 houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten, tot toekenning van vrijstellingen en tot organisatie van de proeven die de vormingen bekrachtigen, bij toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot oprichting van de verschillende examencommissies belast met het uitreiken van de betrokken brevetten


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, inzonderheid op de artikelen 23 en 24;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 2002 houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten, tot toekenning van vrijstellingen en tot organisatie van de proeven die de vormingen bekrachtigen, bij toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot oprichting van de verschillende examencommissies belast met het uitreiken van de betrokken brevetten;

Gelet op de voordracht van de Bestendige commissie voor bevordering en selectie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 februari 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 februari 2003;

Gelet op het advies het Hoger overlegcomité van sector IX, gegeven op 20 februari 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 6 februari 2003 omtrent de aanvraag om advies te verlenen door de Raad van State binnen een termijn van hoogstens één maand;

Gelet op het advies 34.951/2 van de Raad van State, gegeven op 20 maart 2003, met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, van de Minister van Kinderwelzijn, belast met het basisonderwijs, de opvang en de opdrachten toegewezen aan de ONE, van de Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs en van de Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De kandidaten worden opgeroepen per aangetekende brief minstens acht dagen vóór de proef. Worden enkel opgeroepen de kandidaten die aan de voorwaarde voldoen inzake regelmatig schoolbezoek zoals bedoeld bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 2002 houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten, tot toekenning van vrijstellingen en tot organisatie van de proeven die de vormingen bekrachtigen, bij toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot oprichting van de verschillende examencommissies belast met het uitreiken van de betrokken brevetten.

De kandidaten worden opgeroepen in de door de voorzitter van de examencommissie bepaalde orde.

De afwezige kandidaten worden uitgesloten.

Art. 2.De examencommissie kan enkel zetelen indien minstens twee derde van haar leden aanwezig zijn.

Mag niet zetelen een lid van de examencommissie van wie ofwel de echtegenoot ofwel een bloed- of aanverwante tot de vierde graad inbegrepen kandidaat is.

Art. 3.In afwezigheid van de voorzitter, wordt het voorzitterschap waargenomen door een lid van de examencommissie aangesteld door zijn gelijken. Het kan in geval gaan om een lid bedoeld bij artikel 24, lid 3, 3°, van het voornoemd decreet van 4 januari 1999.

Art. 4.De examencommissie vergewist zich ervan dat de kandidaat over de nodige bekwaamheden inzake relaties, pedagogie en bestuur beschikt zoals die bepaald zijn in het voornoemd besluit van de Regering van 18 juli 2002.

Te dien einde, beschikken de leden van de examencommissie over al de documentatie die aan de kandidaten werd medegedeeld.

Art. 5.De beslissingen van een examencommissie tot goedkeuring of weigering van een kandidaat worden genomen bij de meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

De beslissingen vermelden de redenen waarom de examencommissie kandidaatstellingen heeft goedgekeurd of geweigerd en worden medegedeeld aan de Directeur-generaal van het personeel van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, die er kennis van geeft aan de kandidaten per aangetekende brief.

De leden van de examencommissie worden tot de grootste discretie gehouden inzake verloop en inhoud van de beraadslaging.

Art. 6.Wanneer de proef schriftelijk gebeurt : 1° wordt de kandidaat die de orde verstoort, die fraudeert of die probeert te frauderen, uitgesloten;2° mogen de kandidaten, op straffe van onmiddellijke uitsluiting, noch met elkaar of met iemand buiten communiceren, noch nota's of boeken raadplegen, met uitsluiting van de toegestane documentatie.Ze kunnen geen ander papier gebruiken dan hetgeen dat hun ter beschikking wordt gesteld; 3° mag een kandidaat enkel de zaal verlaten als hij alle documenten hem ter beschikking gesteld, ingediend heeft bij de te dien einde aangewezen opzichter, behoudens andersluidende bepaling;4° er wordt geen rekening gehouden met het klad bij de verbetering;5° er wordt een stempel aangebracht op het werk van de kandidaat en op diens oproepingsbrief.

Art. 7.Artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 2002 houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten, tot toekenning van vrijstellingen en tot organisatie van de proeven die de vormingen bekrachtigen, bij toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot oprichting van de verschillende examencommissies belast met het uitreiken van de betrokken brevetten, wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Art. 2.De eerste vormingssessie bedoeld bij artikel 20 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten wordt verdeeld over drie modules van elk vier dagen.

Zij worden gezamenlijk georganiseerd voor het geheel van de ambten bedoeld in artikel 20 van het voornoemde decreet.

De eerste module heeft tot doel : 1° de interne en externe communicatie bestaande uit : a) het identificeren van de persoonlijke informatie- en communicatiepraktijken;b) het differentiëren van de begrippen communicatie en informatie binnen een systeem;c) het identificeren van sommige interne communicatiewijzen eigen aan de organisatie;2° in het openbaar het woord te voeren dat bestaat in het oefenen van het woord te voeren en de gevolgen ervan te evalueren;3° de leiding en de motivatie van de groepen bestaande uit : a) het verstaan van de motivatiemechanismen;b) het beheersen van de communicatiekunst. De tweede module heeft tot doel : 1° de besluitvorming bestaande uit : a) het verstaan van de wijzen van besluitvorming;b) het oefenen voor het gebruiken van besluitvormingsprocessen als aangepaste actiemiddelen;2° het beheersen van de conflicten bestaande uit : a) het onderscheid tussen de niveaus en types conflicten;b) de identificatie van zijn actiewijzen in conflictgevallen;c) de ontdekking van en het experimenteren met andere reactiewijzen. De derde module heeft tot doel : 1° het animeren van de Participatieraad en, meer specifiek, het uitwerken van een democratische participatie;2° het integreren van de educatieve actie van de partners buiten de school, meer specifiek uit de wereld van de onderneming;3° het verwerven van een evaluatiemethode voor zijn eigen actie. van het bedrijfsleven;

De vorming duurt in totaal twaalf dagen van 6 tot 8 uur. De vorming wordt prioritair 's weekends en tijdens de ontspanningsverlofdagen en de schoolvakantie georganiseerd. »

Art. 8.In artikel 9, 4° van het voornoemde besluit van 18 juli 2002 worden de woorden "pedagogische vaardigheden" vervangen door de woorden "administratieve vaardigheden".

Art. 9.De Ministers tot wier bevoegdheden het onderwijs en de statuten van de personeelsleden van het onderwijs behoren, zijn belast, iedere wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 februari 2003.

Brussel, 3 april 2003.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS

^