2 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij het reglement van de procedure voor de Raad van Beroep van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" wordt goedgekeurd

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 30 maart 1983 houdende oprichting van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 117;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 januari 1998 houdende het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", inzonderheid op de artikelen 26 en 27;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de Diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;

Gelet op de beraadslaging van de Raad van Beroep, afdelingen 1 en 2, van 29 september 1999;

Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren en van de Minister tot wiens bevoegdheid het Kinderwelzijn behoort;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 januari 2002, Besluit :

Artikel 1.De Regering van de Franse Gemeenschap keurt het hierbij gevoegde procedurereglement van de Raad van beroep van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », dat gemeenschappelijk is voor de afdelingen 1 en 2, goed.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren en de Minister tot wiens bevoegdheid het Kinderwelzijn behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 september 2002.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Kinderwelzijn, J-M. NOLLET

Bijlage Raad van beroep van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » Gemeenschappelijk procedurereglement (voor beide afdelingen)

Artikel 1.De bepalingen van dit procedurereglement, genomen met toepassing van artikel 117 van het besluit van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, zoals het op de « Office de la Naissance et de l'Enfance » toepasselijk werd gemaakt bij het besluit van 12 januari 1998 houdende het administratief en geldelijk statuut van het personeel van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", hierna het « statuut » genoemd, vullen de artikelen 106 tot 117 aan die in titel XII van het statuut opgenomen zijn, met als opschrift « De Raden van beroep ».

Art. 2.De Raad van beroep heeft zijn zetel in het hoofdbestuur van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », Gulden Vlieslaan 84-86, te 1060 Brussel.

De griffie van de Raad van beroep bevindt zich aan hetzelfde adres.

De beroepen worden aan de griffie, aan voormeld adres, binnen de door het statuut vastgestelde termijn, gericht.

Binnen een termijn van 10 werkdagen die volgen op de ontvangst van het beroep, meldt de griffier-rapporteur ontvangst van het beroep aan de verzoekende partij en brengt de bevoegde Voorzitter alsook de overheid bedoeld in artikel 107, § 8, lid 1, van het statuut, op de hoogte van het beroep.

Art. 3.De griffier-rapporteur stelt de lijst van assessoren en plaatsvervangende assessoren vast die zitting kunnen hebben voor het onderzoek van de zaak, rekening houdend met de bepalingen van artikel 108, lid 1, van het statuut.

Uiterlijk binnen de in artikel 109, lid 1, van het statuut vastgestelde termijn, zendt hij die lijst aan de verzoeker over om hem in de mogelijkheid te stellen gebruik te maken van zijn wrakingsrecht onder de voorwaarden en volgens de nadere regels bedoeld in hetzelfde artikel.

Art. 4.De griffier-rapporteur maakt het volledige dossier van de zaak op.

Daartoe verzoekt hij de overheidsbesturen die over nuttige gegevens beschikken om hem die gegevens onverwijld mede te delen.

De griffier-rapporteur legt aan de Voorzitter een verslag over de zaak voor dat inzonderheid een inventaris omvat van de stukken waaruit het volledige dossier van de zaak bestaat.

In voorkomend geval, brengt de griffier-rapporteur ook de Voorzitter op de hoogte van de wrakingsaanvragen die ingediend zijn met toepassing van artikel 109 van het statuut.

Art. 5.§ 1. Voor elke zaak stelt de Voorzitter de datum vast waarop de Raad van beroep vergadert.

De griffier-rapporteur zendt de oproepingsbrieven over aan de assessoren alsook, bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, aan de verzoeker en aan zijn eventuele verdediger, ten minste 14 dagen voor de datum van de vergadering.

De oproepingsbrief wordt binnen dezelfde termijn eveneens gericht aan de ambtenaar bedoeld in artikel 107, § 8, lid 1, van het statuut, voorzover deze reeds werd aangewezen.

Zo niet, dan verzoekt de griffier-rapporteur de bevoegde overheid om die aanwijzing onverwijld te verrichten en deelt onmiddellijk aan de aangewezen ambtenaar die oproepingsbrief mede.

Het door de griffier-rapporteur opgemaakte verslag over de zaak wordt bij de oproepingsbrief gevoegd. § 2. Vertrouwelijkheidshalve, en uitsluitend als dit noodzakelijk is, mogen de tot de vergadering opgeroepen personen, op afspraak of op de dag en om het uur vastgesteld in de oproepingsbrief, het volledige dossier van de zaak raadplegen.

Zij mogen geen stuk van dat dossier wegnemen of verplaatsen.

Art. 6.§ 1. De Voorzitters (afdelingen 1 en 2) en assessoren mogen geen zitting nemen voor het onderzoek van een zaak betreffende hun echtgenoot, een persoon die onder hetzelfde dak woont, een bloedverwant of aanverwant tot en met de 4de graad.

De Voorzitter (2e afdeling) en de assessoren die in het voorstel of in de maatregel waartegen beroep is ingesteld, zouden zijn tussengekomen, brengen de griffier-rapporteur, die hun plaatsvervanger oproept, er onverwijld op de hoogte van dat zij verhinderd zijn.

De Voorzitter (2e afdeling) en de assessoren die niet meer in actieve dienst zijn, verwittigen eveneens onverwijld de griffier-rapporteur, die de nodige maatregelen treft om in hun vervanging te voorzien.

Dit geldt ook voor de assessoren die in een vakbond gedetacheerd zijn of aan een ministerieel kabinet verbonden zijn. § 2. De assessoren moeten vragen om te worden ontheven, indien zij van mening zijn dat zij belang bij de zaak hebben of indien zij denken dat hun onpartijdigheid in twijfel zou kunnen worden gebracht.

De Voorzitter beslist over het gevolg dat aan die aanvraag moet worden gegeven.

Totdat de vergadering wordt geopend, heeft de Voorzitter de mogelijkheid om, zo nodig, een assessor door één van zijn nuttige plaatsvervangers te vervangen. § 3. In alle vervangingsgevallen, worden de assessoren die zitting zullen nemen, onverwijld in het bezit gesteld van het verslag over de zaak.

Art. 7.§ 1. De vergaderingen van de Raad van beroep worden door de Voorzitter geopend en gesloten.

Die leidt de debatten en zorgt voor orde bij de vergadering. § 2. De Voorzitter van de eerste afdeling is stemgerechtigd inzake tucht en schorsing in het belang van de dienst. Hij is niet stemgerechtigd inzake evaluatie.

De Voorzitter van de 2e afdeling is niet stemgerechtigd. § 3. De stemming is geheim.

De vragen waarover gestemd wordt, inzonderheid het uit te brengen advies, moeten een positief of en negatief antwoord krijgen.

De stemming geschiedt bij meerderheid van stemmen, waarbij de blancostembiljetten of de ongeldige stembiljetten niet in aanmerking worden genomen.

Bij staking van stemmen, wordt het advies als gunstig voor de verzoeker geacht. § 4. Er worden geen notulen opgemaakt, waarbij het met redenen omkleed advies evenwel melding maakt van de belangrijkste gegevens van de procedure alsook van de uitslag van de beraadslaging.

De redenen waarmee het advies wordt omkleed, worden, naargelang van het geval, ofwel gedurende de vergadering door de Raad van beroep zelf, ofwel door de Voorzitter overeenkomstig de door de Raad van beroep aangenomen besluiten, opgesteld.

Art. 8.De door de Raad van beroep uitgebrachte adviezen, worden door de Voorzitter ervan en door de griffier-rapporteur ondertekend.

De griffier-rapporteur zendt een afschrift van het met redenen omkleed advies aan de leden van de Raad van beroep over.

De adviezen worden ter griffie bewaard, waar de verzoeker en zijn verdediger er kennis van kunnen nemen en zich er een afschrift van kunnen laten bezorgen.

Art. 9.De minuten, het register en het archief van de Raad van beroep worden ter griffie bewaard aan het in artikel 2 vermelde adres.

Art. 10.De Voorzitters, assessoren en griffiers-rapporteurs zijn gehouden tot het geheim van de beslissingen die tijdens de beraadslaging werden getroffen alsook tot de vertrouwelijkheid van de debatten.

Art. 11.Onverminderd de bepalingen van artikel 127 van het statuut, treedt dit procedurereglement in werking op de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit van de Regering waarbij het wordt goedgekeurd.

De griffier-rapporteur, Mevr. T. DUBRULE De Voorzitter van de 1e afdeling, M. THOMAS De Voorzitter van de 2e afdeling, F. DE LAET Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij het reglement van de procedure voor de Raad van beroep van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" wordt goedgekeurd.