gepubliceerd op 26 september 2001
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure voor de indiening en het onderzoek van de aanvragen om erkenning als topsporter of als sportbelofte
10 JULI 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de procedure voor de indiening en het onderzoek van de aanvragen om erkenning als topsporter of als sportbelofte
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2000, inzonderheid op artikel 11, lid 2;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven, gegeven op 22 augustus 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 april 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 maart 2001;
Gelet op de beraadslaging van de Regering over de aanvraag om advies dat door de Raad van State binnen een termijn van niet meer dan één maand uit te brengen is;
Gelet op het advies 31.374/4 van de Raad van State, gegeven op 13 juni 2001, met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, en van de Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 juli 2001, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In de zin van dit artikel, dient te worden verstaan onder : 1° Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap;2° Minister : het lid van de Regering tot wiens bevoegdheid de Sport behoort;3° decreet : het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2000;4° sportfederatie : elke vereniging van clubs die beantwoordt aan de definitie van artikel 1, 8° van het decreet;5° sportbeoefenaar : iedere persoon die beantwoordt aan de definitie van artikel 1, 3° van het decreet;6° commissie : de adviescommissie ingesteld bij artikel 14 van het decreet;7° administratie : de Algemene Directie voor Sport van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK 2. - Indiening van de aanvragen om erkenning
Art. 2.Voor uiterlijk 15 september dient elke betrokken sportfederatie, bij de administratie, op grond van een door deze afgeleverd referentiedocument, de jaarlijkse lijst van haar leden in voor welke zij de erkenning als topsporter of als sportbelofte aanvraagt.
Voor de kandidaten die reeds in de lijst van het vorige jaar opgenomen zijn, kan het dossier van de sportfederaties beperkt zijn tot een bijwerking van de reeds uitgebrachte gegevens.
Art. 3.Om haar voorstellen op te stellen, houdt de sportfederatie rekening met de leeftijdscategorieën die vooraf door de Regering met toepassing van de bepalingen van artikel 11 van het decreet werden bepaald.
Art. 4.Voor iedere in het kader van artikel 2 voorgedragen sportbeoefenaar, zendt de sportfederatie een dossier door, met vermelding van : 1° de personalia van de sportbeoefenaar;2° de aanwijzingscriteria die werden toegepast;3° een verantwoordingsdocument, met vermelding van : a) zijn sportcurriculum;b) zijn school- of beroepscurriculum;4° alle gegevens die onder meer op psychologisch, medisch, sociaal, biometrisch en fysiologisch vlak relevant zijn, en die het mogelijk maken om zijn potentieel en zijn capaciteit om vorderingen te maken, te evalueren, waarbij deze gegevens alleen met de voorafgaande toestemming van de betrokken sportbeoefenaar mogen worden medegedeeld;5° het sporttrainingsplan. HOOFDSTUK 3. - Het onderzoek van de erkenningsaanvragen
Art. 5.De Commissie vergadert in de loop van de maand oktober en, zo nodig, volgens de beslissingen die krachtens artikel 9 zullen worden genomen.
Zij stelt haar voorstel tot naamlijst van topsporters en sportbeloften vast en zendt die uiterlijk voor 30 november aan de Minister over, die daarover zal beslissen.
Vóór die overzending worden de voorstellen van de Commissie aan de betrokken sportfederaties medegedeeld. Deze beschikken over een termijn van acht dagen om hun eventuele opmerkingen te laten kennen.
De Minister stelt de lijst uiterlijk op 31 december vast. De administratie deelt aan de sportfederaties en aan de betrokken sportbeoefenaars de delen van de lijst mede die op hen betrekking hebben.
Art. 6.De Commissie kan de technische leiding van de sportfederaties horen.
Art. 7.De aanvragen worden onderzocht met inachtneming, onder meer, van de volgende elementen : 1° op het vlak van de betrokken sportdiscipline : a) haar verspreiding op internationaal vlak;b) haar representativiteit;c) de graad waarin die in de Franse Gemeenschap wordt beoefend vergeleken met het Belgisch, Europees en wereldvlak;2° op persoonlijk vlak : a) de selectiecriteria die eventueel worden vastgesteld door de internationale sportorganisaties, door het Internationaal Olympisch Comité of door het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité;b) de hoge waarde van de prestaties, die, in voorkomend geval geobjectiveerd wordt door de Belgische, Europese of wereldrangschikking.
Art. 8.De erkenning als topsporter of als sportbelofte wordt, geval per geval, door de Minister toegekend voor een periode die loopt vanaf de dag van de aanwijzing en die niet langer dan één jaar kan zijn.
Zij kan in de loop van het jaar worden ingetrokken : 1° ingeval de sportprestaties te duidelijk beneden het verwachte peil zouden liggen;2° in geval van schrapping uit de lijst van de sportbeoefenaars die in aanmerking komen voor een olympische voorselectie of selectie die door het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité wordt vastgesteld;3° in geval van schorsing van middellange of lange duur die door de betrokken sportfederatie wordt uitgesproken;4° in geval van belangrijke afbreuk aan sportethiek. Voordat de Minister zijn beslissingen tot intrekking van de erkenning neemt, vraagt hij het advies van de Commissie, die de betrokken sportfederatie en sportbeoefenaar hoort.
Art. 9.De Minister of diens gemachtigde past de datums en termijnen bedoeld in de artikelen 2 en 5 van dit besluit aan en voert verschillende reeksen benoemingen uit, om, ofwel : 1° te beantwoorden aan aanwijzingen die in de loop van het jaar door het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité werden verricht;2° de wachttermijnen te beperken bij de ontluiking van sporttalenten die in de loop van het seizoen plaatsvindt;3° rekening te houden met de specificiteit van de organisatie van sommige sportdisciplines.
Art. 10.1° De aanvragen om erkenning als sportbelofte betreffende de leerlingen die wensen in aanmerking te komen voor de toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, zoals gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 juni 1997, moeten uiterlijk worden ingediend op de datum van 15 juni vóór het schooljaar waarvoor de hierboven bedoelde toepassing zal worden aangevraagd.
De Minister stelt zijn beslissing voor uiterlijk 31 augustus vast. 2° Voor de gevallen bedoeld in 1° van dit artikel, kan de erkenning als sportbelofte niet gedurende het schooljaar worden ingetrokken. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 11.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 6 april 1998 tot vaststelling van de voorwaarden en van de procedures betreffende de hoedanigheid van sportman van hoog niveau of van sportbelofte om studies te kunnen verzoenen met sportbeoefening op hoog niveau wordt opgeheven.
Art. 12.In artikel 1, lid 2, 2° van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, zoals gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 juni 1997, worden de woorden na « nadat het advies » vervangen door de woorden « van de Commissie van advies bepaald in artikel 14 van het decreet van 26 april 1996 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap ».
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001.
Art. 14.De Minister tot wiens bevoegdheid de Sport behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 juli 2001.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Secundair Onderwijs en van Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE