17 MEI 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de nadere regels voor de bezoldiging en de uitoefening van het ambt van stagemeester en de vaststelling van samenwerkingsakkoorden tussen de hogescholen en de instellingen voor gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs en voor onderwijs voor sociale promotie, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, bepaald bij het decreet houdende vastlegging van de initiële opleiding van de onderwijzers en regenten

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 houdende algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, inzonderheid op artikel 92;

Gelet op het decreet van 12 december 2000 houdende vastlegging van de initiële opleiding van de onderwijzers en regenten, inzonderheid op artikel 29;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 december 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 januari 2001;

Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen, gevoerd op 31 januari 2001;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 9 maart 2001 van het Sectorcomité IX en van het Comité van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, Afdeling II, in gezamenlijke vergadering;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de vraag om advies dat door de Raad van State binnen een maand moet worden uitgebracht;

Gelet op het advies 31.406/2, gegeven op 2 mei 2001, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister belast met het Basisonderwijs, van de Minister belast met het Secundair Onderwijs en van de Minister belast met het Hoger Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de stagemeesters bedoeld bij artikel 20 van het decreet van 12 december 2000 houdende vastlegging van de initiële opleiding van de onderwijzers en regenten.

Art. 2.§ 1. Er worden samenwerkingsakkoorden gesloten tussen de hogescholen en allerlei instellingen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs en van het onderwijs voor sociale promotie, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, tijdens de maand maart vóór de opening van het academiejaar van hun 1e toepassingsjaar. In een akkoord worden de verplichtingen en de bijdragen van elke partnerinstelling uitdrukkelijk vermeld.

Het samenwerkingsakkoord geeft nadere toelichting over de volgende aspecten : 1° De instelling voor gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs en voor het onderwijs voor sociale promotie, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap geeft toelating aan verschillende vrijwillige leerkrachten het ambt van stagemeester uit te oefenen bij studenten van de hogeschool voor zover zij erkend zijn door een van de autoriteiten van deze hogeschool.Die verbintenis wordt voor een jaar, hernieuwbaar, aangegaan. 2° De bij 1° bedoelde instelling aanvaardt de stagedoende studenten te betrekken bij de activiteiten van de instelling en meer bepaald de bezoeken van de ouders, de vergaderingen van de leerkrachten, de klasraden, de vergaderingen van de Raad voor Participatie.3° De bij 1° bedoelde instelling ontvangt de studenten van de normale afdelingen naar rata van ten minste twee binnen de vestiging, behoudens afwijking gevraagd door beide partners van het akkoord.In dat geval worden de redenen van de afwijking in het samenwerkingsakkoord vermeld. 4° De klastitularissen van de basis- en secundaire niveaus, ingeschreven voor opleidingseenheden erkend door de Franse Gemeenschap, kunnen door een stagiair van het 3e jaar vervangen worden gedurende vijf volle dagen waarvan ten minste twee opeenvolgende dagen.In dat kader staat de stagiair onder de verantwoordelijkheid van het hoofd van de instelling. De Minister van Hoger Onderwijs en de Minister van Basisonderwijs kunnen specifieke samenwerkingsvormen inzake stage erkennen. In elk geval moet de student die een titularis onder de hierboven vermelde voorwaarden vervangt twee weken vóór de datum voorzien voor de vervanging verwittigd worden. 5° De hogeschool kan modulen van doorgezette opleiding aan de stagemeesters aanbieden.6° De hogeschool kan aan haar partnerinstellingen diensten van pedagogische, logistieke of documentaire aard aanbieden.7° De nadere regels voor de verzekering die de wettelijke aansprakelijkheid van de studenten tijdens hun stageperiodes dekt. § 2. De samenwerkingsakkoorden liggen vervat in hoofdstuk 15 van het pedagogisch, sociaal en cultureel project van de hogeschool.

De samenwerkingsakkoorden worden binnen de maand waarin zij werden opgesteld naar de Regering van de Franse Gemeenschap gezonden die belast is deze akkoorden goed te keuren. Zij beoordeelt eveneens de redenen van de afwijking voor de organisatie van de stages ten minste in een ploeg van twee studenten binnen dezelfde instelling.

De beslissing over de goedkeuring van de samenwerkingsakkoorden wordt door de Regering aan de hogeschool medegedeeld uiterlijk de 15e mei die volgt op hun aanstelling. Wordt het akkoord niet goedgekeurd, dan wordt het door de partners herzien rekening houdend met de geformuleerde opmerkingen en uiterlijk 31 mei opnieuw naar de Regering gezonden. De definitieve beslissing al dan niet de akkoorden goed te keuren wordt door de Regering uiterlijk 30 juni medegedeeld.

Art. 3.De stagemeesters zorgen voor een methodologische begeleiding van de stagiairs die een opleiding volgen en werken samen met de leerkrachten van de hogeschool voor de evaluatie van de opleiding van de stagiairs die ze begeleiden.

Voor de uitoefening van dit ambt ontvangen zij een dagtoelage vastgesteld op 400 frank per stagiair. Het bedrag wordt op 1 september van elk jaar gekoppeld aan de schommelingen van de gezondheidsindex zoals bedoeld bij het koninklijk besluit van 24 december 1993 houdende uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. Het verwijzingsindexcijfer is dat van september 2001.

Deze toelage dekt de begeleidingsprestaties van de stages gevolgd door de studenten van de eerste twee jaren van de normale afdelingen. Zij wordt aan de stagemeester betaald uiterlijk 30 juni van het academiejaar waarin de prestaties werden geleverd.

Zij mag niet hoger zijn dan het bedrag dat overeenstemt met veertig dagen pedagogische begeleiding per schooljaar. De woensdag wordt gelijkgesteld met een volledig dag. Voor de bijzondere meesters en de regenten stemmen vijf prestatieperiodes overeen met een dag.

Art. 4.In de loop van maart van het derde jaar van hun partnersakkoord doen de hogeschool en de instellingen voor gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs en voor het onderwijs voor sociale promotie, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, samen een evaluatie van hun samenwerking.

Art. 5.Bij artikel 4 van het besluit 31 maart 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de regels voor het opstellen van het jaarverslag van de Hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt een 8° gevoegd luidend als volgt : « 8° het evaluatieverslag over de samenwerkingsakkoorden bedoeld bij artikel 23 van het decreet van 12 december 2000 houdende vastlegging van de initiële opleiding van de onderwijzers en regenten, vanaf 1 september 2004. »

Art. 6.Het koninklijk besluit van 13 januari 1965 betreffende de toelagen toegekend aan de personeelsleden van de onderwijsinrichtingen van de Staat en van het Lycée communal « Léonie de Waha » te Luik, die deelnemen aan de pedagogische opleiding van de toekomstige leerkrachten wordt opgeheven wat de leerlingen van de inrichtingen voor normaal rijksonderwijs betreft.

Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 1991 betreffende de pedagogische begeleiding van de stagedoende studenten in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt opgeheven.

Art. 7.De leerkrachten die van een wedde of een weddetoelage blijven genieten die overeenstemt met het selectieambt waarin zij werden benoemd overeenkomstig artikel 4 van het besluit van 24 oktober 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende een overgangsbepaling voor leerkrachten die titularis zijn van selectieambten in het basisonderwijs kunnen geen aanspraak maken op de toelage bedoeld bij artikel 4, lid 2, van dit besluit.

Art. 8.Bij overgangsmaatregel, voor het academiejaar 2001-2002, worden de samenwerkingsakkoorden ter goedkeuring voor 15 september 2001 naar de Regering van de Franse Gemeenschap doorgestuurd. De beslissing tot goedkeuring wordt voor 15 oktober 2001 aan de hogeschool medegedeeld.

Wordt het akkoord niet goedgekeurd, dan wordt het uiterlijk 30 oktober 2001 opnieuw naar de Regering gezonden. De definitieve beslissing al dan niet het akkoord goed te keuren wordt dan door de Regering uiterlijk 20 november 2001 medegedeeld.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001.

Art. 10.De Minister tot wiens bevoegdheid het Basisonderwijs behoort, de Minister tot wiens bevoegdheid het Secundair Onderwijs behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, zijn belast, ieder wat hem (haar) betreft, met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 mei 2001.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister belast met het Basisonderwijs, J.-M. NOLLET De Minister belast met het Secundair Onderwijs, P. HAZETTE De Minister belast met het Hoger Onderwijs, Mevr. F. DUPUIS