gepubliceerd op 27 juli 2001
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging, voor het dienstjaar 2001-2002, van sommige bepalingen van het administratief statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra georganiseerd door de Franse Gemeenschap
27 JUNI 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging, voor het dienstjaar 2001-2002, van sommige bepalingen van het administratief statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra georganiseerd door de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 1 april 1960 betreffende de psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op artikel 7, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 467 van 1 oktober 1986;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 oktober 1981, bij de koninklijke besluiten nr. 73 van 20 juli 1982 en nr. 226 van 7 december 1983, bij de koninklijke besluiten van 29 augustus 1985 en 21 oktober 1985, bij de besluiten van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 7 november 1991 en 30 april 1993, bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 januari 1995 en 28 augustus 1995, bij het decreet van 24 juni 1996, bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 oktober 1996 en 24 oktober 1996, bij het decreet van 4 februari 1997, bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 april 1999 en 8 juni 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 28 oktober 1994;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 mei 2001;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 mei 2001;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 13 juni 2001 van het Sectorcomité IX;
Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het advies waarin de vacante betrekkingen in de psycho-medisch-sociale centra georganiseerd door de Franse Gemeenschap worden aangekondigd, in het Belgisch Staatsblad in de loop van oktober 2001 moet verschijnen en dat de Commissie voor reaffectatie in de loop van november 2001 moet samengeroepen worden;
Dat het bijgevolg nodig is de statutaire bepalingen aan te passen ten einde een optimale reaffectatie van de betrokken leden van het technisch personeel mogelijk te maken;
Overwegende anderzijds dat het past de verlofdagen van ditzelfde technisch personeel te doen samenvallen met het schoolkalender in toepassing tijdens het schooljaar 2001-2002, en dat dit personeel vóór het schoolbegin 2001-2002 ervan op de hoogte dient te worden gesteld;
Op de voordracht van de Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 juni 2001, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs
Artikel 1.In artikel 26, lid 2 van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs worden de woorden « tijdens de maand waarin de laatste beurt inzake reaffectatie en overplaatsing plaats grijpt » vervangen door de woorden « tijdens de maand april ».
Art. 2.In artikel 29, lid 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « jaarlijks ingevoerd, zonder onderbreking, voor een tijdelijke aanstelling, in het te begeven ambt » vervangen door de woorden « voor een tijdelijke aanstelling, ingevoerd voor het aangevraagd ambt, in naleving van de voorwaarden voorgeschreven bij artikel 14 van dit besluit ».
Art. 3.In artikel 82 van hetzelfde besluit worden de woorden « bij reaffectatie of overplaatsing » vervangen door de woorden "eerst bij reaffectatie, daarna bij overplaatsing".
Art. 4.§ 1. Het opschrift van hoofdstuk IX van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993, wordt vervangen door het volgende opschrift : HOOFDSTUK IX. De reaffectatie, de voorlopige terugroeping in actieve dienst en de overplaatsing » § 2. De artikelen 95 bis tot 116 van hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende bepalingen : « Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Artikel 96.Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder : 1° reaffectatie : toekenning aan een personeelslid in disponibiliteit gesteld bij ontstentenis van betrekking, van een definitief vacante betrekking van het ambt waarin hij benoemd is;2° voorlopige terugroeping in actieve dienst : voorlopige toekenning aan een personeelslid in disponibiliteit gesteld bij ontstentenis van betrekking, van een betrekking van het ambt waarin hij is benoemd of die hem toegang hebben gegeven tot het bevorderingsambt waarin hij benoemd is;3° overplaatsing : definitieve overdracht van een in een centrum ingedeeld personeelslid naar een ander centrum in een definitief vacante betrekking van het ambt waarin hij benoemd is.
Artikel 97.Er wordt een commissie voor reaffectatie opgericht bij het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
Deze commissie bestaat uit : 1° een voorzitter gekozen onder de ambtenaren van het Ministerie die ten minste de graad van adjunct-directeur-generaal bekleden;2° twee leden gekozen onder de ambtenaren van het Ministerie die bevoegd zijn inzake personeelsbeheer van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap;3° drie leden aangesteld op de voordracht van de vakbonden die de leerkrachten en de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap aangesloten bij vakverenigingen die in de Nationale Arbeidsraad zetelen, waarin elke organisatie ten minste een vertegenwoordiger telt;4° een afgevaardigde van de Minister tot wiens bevoegdheid het beheer van de personeelsleden van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap behoort. Voor ieder werkend lid wordt een plaatsvervanger aangesteld.
De Commissie wordt bijgestaan door een secretaris gekozen onder de ambtenaren van het Ministerie.
Artikel 98.De Minister tot wiens bevoegdheid het beheer van de personeelsleden van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap behoort benoemt de voorzitter, de leden ambtenaren en zijn gemachtigde.
Hij benoemt eveneens, op de voordracht van de bij artikel 97, 3° bedoelde vakorganisaties, de leden die deze organisaties vertegenwoordigen;
De secretaris wordt aangesteld door de Minister op de voordracht van de voorzitter.
De Commissie mag zich laten bijstaan door niet stemgerechtigde technici.
Zij stelt haar huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring aan de Minister wordt voorgelegd.
Artikel 99.Het mandaat van de leden van de commissie voor reaffectatie is niet bezoldigd. Zij hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten in eerste klasse om zich naar de vergaderingen te begeven alsook op de terugbetaling van de verblijfkosten.
Artikel 100.§ 1. In de loop van de maand november 2001, vergadert de Commissie voor reaffectatie en stelt zij de reaffectatie voor van de leden van het technisch personeel in betrekkingen die op 1 september 2001 definitief vakant verklaard zijn.
Zij stuurt haar voorstellen voor beslissing naar de Minister door.
De beslissingen over de reaffectaties die voorgesteld worden overeenkomstig dit artikel, § 1, hebben uiterlijk op 1 januari 2002 uitwerking.
Indien het lid van het technisch personeel in dienstactiviteit teruggeroepen werd in een betrekking die ten minste de drie vierde van de periodes omvat waarvoor het bezoldigd is, neemt hij slechts op 1 september 2002 zijn ambt waar in het centrum waar hij gereaffecteerd is. § 2. Daarna onderzoekt de Commissie voor reaffectatie in de loop van november 2001 en stelt zij voor de leden van het technisch personeel die in disponibiliteit werden gesteld bij ontstentenis van betrekking op 1 september 2001 te reaffecteren in de betrekkingen die kunnen vrijgemaakt worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de lasten, wedden, weddetoelagen en verlofdagen voor verminderde prestaties in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra.
Zij stuurt haar voorstellen voor beslissing naar de Minister door.
De beslissingen over de reaffectaties die voorgesteld worden overeenkomstig dit artikel, § 2, lid 1 hebben uiterlijk op 1 januari 2002 uitwerking.
Artikel 101.§ 1. Ieder personeelslid in disponibiliteit gesteld bij ontstentenis van betrekking mag op zijn verzoek in disponibiliteit gesteld worden voor persoonlijke aangelegenheden. § 2. De duur van de indisponibiliteitstelling bij ontstentenis van betrekking, die als basis dient voor de berekening van het bij artikel 184 bepaalde wachtgeld, wordt opgeheven tijdens de periodes van tijdelijke terugroeping in dienstactiviteit. Afdeling II. - De reaffectatie
Artikel 102.De op 1 september 2001 definitief vacante betrekkingen worden via een advies, dat in de loop van oktober 2001 in het Belgisch Staatsblad opgenomen wordt, door de Minister ter kennis gebracht van de leden van het technisch personeel die in disponibilitiet werden gesteld bij ontstentenis van betrekking in de centra.
Bij dit advies wordt medegedeeld dat de betrekkingen in het toe te kennen ambt bij reaffectatie kunnen toegewezen worden aan de stagedoende of de vast benoemde leden van het technisch personeel die in disponibiliteit werden gesteld bij ontstentenis van betrekking.
Bij dit advies worden de leden van het technisch personeel geïnteresseerd door de te begeven betrekkingen verzocht een aanvraag tot reaffectatie in te dienen.
Het advies preciseert de vorm en de termijn waarbinnen de aanvragen moeten ingediend worden.
Artikel 103.De aanvragen dienen bij een ter post aangetekend schrijven gestuurd te worden naar het adres vermeld in het advies bedoeld bij artikel 102 van dit besluit.
De aanvragen moeten in de vastgestelde vorm en binnen de vastgestelde termijn worden ingediend.
De termijn mag nooit korter zijn dan 10 werkdagen. Hij begint te lopen de dag waarop het advies in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Artikel 104.Het lid van het technisch personeel dat een aanvraag voor verschillende betrekkingen indient, moet voor elke betrekking een afzonderlijke aanvraag indienen met eventuele vermelding van zijn voorkeur.
Artikel 105.De Minister reaffecteert het lid van het technisch personeel dat geen aanvraag voor reaffectatie heeft ingediend in een van de vacante betrekkingen die niet werden bekomen door de leden van het technisch personeel die in de bepaalde vorm en binnen de bepaalde termijn een of meer aanvragen voor reaffectatie hebben ingediend. Afdeling III. - De voorlopige terugroeping in dienstactiviteit
Artikel 106.Ieder personeelslid dat in disponibiliteit werd gesteld bij ontstentenis van betrekking blijft ter beschikking van de Minister die hem voorlopig in dienstactiviteit kan terugroepen : 1° vóór elke aanstelling van een tijdelijke;2° vervolgens, in de betrekkingen bekleed door de tijdelijken die in de tweede groep zijn gerangschikt;3° tenslotte, in de betrekkingen bekleed door de tijdelijken die in de eerste groep zijn gerangschikt, in omgekeerde orde van hun rangschikking.
Artikel 107.Wanneer de Minister genoopt wordt een betrekking tijdelijk toe te kennen in een bevorderingsambt, kent hij prioriteit toe aan de voorlopige terugroeping in dienstactiviteit van een personeelslid in disponibiliteit gesteld in bedoeld ambt, vervolgens aan het personeelslid dat beantwoordt aan de voorwaarden bepaald bij artikel 85, 1 tot 3 van dit besluit en dat bekwaam is onmiddellijk en efficiënt bedoeld ambt te bekleden.
Artikel 108.Het personeelslid in disponibiliteit gesteld bij ontstentenis van betrekking in een bevorderingsambt mag voorlopig in dienstactiviteit worden teruggeroepen in een betrekking van het wervingsambt dat hem de toegang tot het bevorderingsambt waarin hij benoemd is, mogelijk heeft gemaakt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 106 van dit besluit.
Niettegenstaande deze voorlopige terugroeping in dienstactiviteit blijft het bij lid 1 bedoelde personeelslid ter beschikking van de Minister om in het ambt geaffecteerd te worden waarin het benoemd is.
Het lid van het technisch personeel dat aldus voorlopig in dienstactiviteit teruggeroepen wordt, behoudt het voordeel van de weddeschaal die hij ontving vooraleer hij bij ontstentenis van betrekking in disponibiliteit werd gesteld. Afdeling IV. - De overplaatsing
Artikel 109.De betrekkingen die definitief vakant blijven na de verrichtingen inzake reaffectatie worden via een advies dat in de loop van februari 2002 in het Belgisch Staatsblad opgenomen wordt, door de Minister ter kennis van de in vast verband benoemde personeelsleden gebracht.
In dit advies wordt vermeld dat de betrekkingen bij overplaatsing kunnen toegekend worden aan de vast benoemde leden die titularis zijn van het wervingsambt waarvan de betrekking te begeven is en die ten minste de vermelding "voldoende" hebben gekregen op hun laatste beoordelingsstaat of die titularis zijn van het bevorderingsambt waarvan de betrekking te begeven is en die sedert ten minste drie jaar benoemd zijn in bedoeld bevorderingsambt.
In het advies worden de personeelsleden die belang stellen in de te begeven betrekkingen verzocht een aanvraag tot overplaatsing in te dienen.
In dit advies worden de leden van het technisch personeel, bedoeld bij lid 2 van dit artikel die een overplaatsing naar een definitief vacante betrekking wensen te bekomen tengevolge van de overplaatsingen die in de eerste ronde werden uitgevoerd, eveneens verzocht een aanvraag voor overplaatsing in te dienen.
In het advies worden de vorm en de termijn nader bepaald waarbinnen de aanvragen moeten ingediend worden.
Artikel 110.De aanvragen dienen bij een ter post aangetekend schrijven gestuurd te worden naar het adres vermeld in het advies bedoeld bij artikel 109 van dit besluit.
De aanvragen moeten in de vastgestelde vorm en binnen de vastgestelde termijn worden ingediend.
De termijn mag nooit korter zijn dan 10 werkdagen. Hij begint te lopen de dag waarop het advies in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Artikel 111.Het lid van het technisch personeel dat een aanvraag voor verschillende betrekkingen indient, moet voor elke betrekking een afzonderlijke aanvraag indienen met eventuele vermelding van zijn voorkeur.
Artikel 112.Enkel de aanvragen ingediend naar de vorm en de termijn die bij het in artikel 109 bedoeld advies werden bepaald, komen in aanmerking.
Artikel 113.Elke betrekking van het ambt waarin zij in vast verband benoemd zijn en die definitief vakant is geworden ten gevolge van de overplaatsingen die uitgevoerd werden in de eerste ronde van de overplaatsingen, wordt per rondzendbrief ter kennis gebracht van de leden van het technisch personeel die een aanvraag voor overplaatsing hebben ingediend, overeenkomstig de bepalingen van artikel 109, lid 4 van dit besluit en die tijdens die eerste ronde geen overplaatsing hebben bekomen.
Deze rondzendbrief wordt hen toegezonden bij een ter post aangetekend schrijven. Daarbij worden de betrokken personeelsleden die belang stellen in de te begeven betrekking verzocht hun aanvraag binnen de acht dagen naar het vermelde adres op te sturen. Deze termijn begint te lopen de dag die volgt op de datum waarop de rondzendbrief werd verstuurd.
Artikel 114.Voor elke te begeven betrekking worden de leden van het technisch personeel die hun aanvraag voor overplaatsing regelmatig hebben ingediend en die de vereiste voorwaarden vervullen, gerangschikt volgens de dienstanciënniteit in de centra van de Franse Gemeenschap die verworven is op 1 september van het jaar van het lopende dienstjaar.
Bij gelijke dienstanciënniteit, wordt voorrang gegeven aan het lid van het technisch personeel dat op de vastgestelde datum de grootste ambtsanciënniteit telt in de centra van de Franse Gemeenschap.
Bij gelijke ambtsanciënniteit, wordt voorrang gegeven aan het oudste personeelslid.
Artikel 115.§ 1. Voor de berekening van de bij artikel 114 bedoelde dienstanciënniteit : 1. worden in aanmerking genomen, al de diensten die het lid van het technisch personeel heeft gepresteerd in welke hoedanigheid ook, in de centra van de Franse Gemeenschap in een ambt van het technisch personeel;2. is de duur van deze diensten gepresteerd in een ambt met volledige of onvolledige dagtaak gelijk aan het aantal gepresteerde dagen die opgeteld worden vanaf het begin tot het einde van de ononderbroken periodes van dienstactiviteit, met inbegrip van al de afwezigheden die gelijkgesteld zijn met een periode van dienstactiviteit, die in deze ononderbroken periodes van dienstactiviteit zijn vervat;3. worden eveneens in aanmerking genomen : a) de afwezigheden als tijdelijk lid van het technisch personeel die bekomen werden overeenkomstig artikel 170 van dit besluit, indien zij in de periodes van ononderbroken activiteit vallen;b) de periodes waarin het personeelslid in disponibiliteit werd gesteld bij ontstentenis van betrekking of in disponibiliteit wegens ziekte;4. vormen dertig dagen een maand;5. komen de effectieve diensten verworven in een ambt met onvolledige dagtaak die ten minste de helft van de prestaties omvat die vereist zijn voor een ambt met volledige dagtaak, op dezelfde wijze in aanmerking als de diensten die in een ambt met volledige dagtaak werd verworven.Het aantal dagen verworven in een ambt met onvolledige dagtaak, die minder dan de helft van de prestaties omvat die vereist zijn voor een ambt met volledige dagtaak, wordt met de helft ingekort. § 2. Voor de berekening van de bij artikel 114 bedoelde ambtsanciënniteit : 1. worden in aanmerking genomen, al de diensten die het technisch personeelslid heeft bewezen in welke hoedanigheid ook, in de centra van de Franse Gemeenschap in het ambt waarvoor de betrekking te begeven is;2. zijn de bepalingen van § 1, 2 tot 5 van toepassing.
Artikel 116.De Minister kent bij overplaatsing elke definitief vacante betrekking van het ambt toe waarin hij in vast verband benoemd is aan het lid van het technisch personeel dat een eerste plaats bekleedt in de bij artikel 114 bedoelde rangschikking, rekening houdend met de voorkeur die werd geuit overeenkomstig de bepalingen van artikel 111.
De Minister mag afwijken van de regel van lid 1 wat de overplaatsing in een bevorderingsambt betreft. In dat geval formuleert de Minister zijn beslissing door de redenen weer aan te halen die deze beslissing verantwoorden.
De beslissingen inzake overplaatsing hebben uitwerking met ingang van 1 september 2002. » § 3. In datzelfde besluit worden opgeheven : 1° artikel 117, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993;2° afdeling 5, waarin de artikelen 118 tot 128 begrepen zijn, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993 en bij de besluiten van de Regering van 15 oktober 1996 en 29 april 1999;3° afdeling 6, waarin begrepen artikel 129, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 oktober 1996.
Art. 5.In artikel 183, § 3, van datzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993, worden de woorden "in een vacante betrekking" vervangen door de woorden "in een definitief of tijdelijk vacante betrekking".
Art. 6.In artikel 183 ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 oktober 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt opgeheven;2° § 4 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4.De bepalingen van artikel 115 zijn van toepassing voor de berekening van de dienstanciënniteit en de ambtsanciënniteit bedoeld bij de §§ 1 en 2.
De anciënniteit wordt vastgesteld op de datum waarop de indisponibiliteitstelling wordt uitgesproken. »
Art. 7.In artikel 184, lid 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "op zijn activiteitswedde" vervangen door de woorden "op zijn laatste activiteitswedde". HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten
Art. 8.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende de vakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemd technisch personeel van de rijks-psycho-medisch-sociale centra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten, zoals gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 oktober 1994 wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 1.De vast benoemde of de stagedoende personeelsleden, onderworpen aan het koninklijk besluit van 27 juli 1979 houdende het statuut van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs vallen onder de hierna bepaalde regeling van het jaarlijks vakantieverlof : a) Verlof Allerheiligen : van maandag 29 oktober 2001 tot en met vrijdag 2 november 2001;b) Kerstvakantie : van maandag 24 december 2001 tot en met vrijdag 4 januari 2002;c) Carnavalverlof : van maandag 11 februari 2002 tot en met vrijdag 15 februari 2002;d) Paasvakantie : van maandag 1 april 2002 tot en met vrijdag 12 april 2002;e) Zomervakantie : de periodes van de zomervakantie worden als volgt vastgesteld, rekening houdend met het feit dat tijdens bedoelde vakantie, de psycho-medisch-sociale centra verplicht zijn voor de jongeren en de families de functie of opdracht van raadgever inzake school- en beroepsoriëntering te verzekeren, door middel van permanente dienstwaarnemingen die klaar en duidelijk aan de consultanten moeten worden medegedeeld : - voor de directeurs en de leden van de inspectiedienst : van 6 juli 2002 tot en met 15 augustus 2002; - voor de andere personeelsleden : ofwel van 1 juli 2002 tot en met 16 augustus 2002, ofwel van 8 juli 2002 tot en met 23 augustus 2002; f) Allerlei verlofdagen : - de zaterdagen en de zondagen; - 27 september; - 1, 2 en 11 november; - Paasmaandag; - 1 mei; - Hemelvaart; - Pinkstermaandag. »
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001 en houdt op uitwerking te hebben op 31 augustus 2002.
Art. 10.De Minister tot wiens bevoegdheid de Statuten van het onderwijspersoneel behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 juni 2001.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, R. DEMOTTE De Minister van Secundair en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE