Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 06 april 2001
gepubliceerd op 29 juni 2001

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij vergunning wordt verleend voor de oprichting en de werking van een private televisie van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2001029225
pub.
29/06/2001
prom.
06/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/06/2001029225/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 APRIL 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij vergunning wordt verleend voor de oprichting en de werking van een private televisie van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, gewijzigd bij de decreten van 19 juli 1991 en 7 januari 1999, inzonderheid op de artikelen 15 tot 18;

Gelet op de adviezen nr. 7/99, 14/99, 5/2000 en 11/2000 van het College voor vergunning en controle van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector, die respectief op 2 juli 1999, 3 november 1999, 1 maart 2000 en 12 juli 2000 werden uitgebracht;

Overwegende dat die vier adviezen van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector ongunstig zijn voor de oprichting en de werking van de naamloze vennootschap « Youth Channel Television », afgekort « YTV », als private televisie van de Franse Gemeenschap;

Overwegende, ten gronde, dat de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector van mening is dat de bepalingen van artikel 15 van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, luidens welke de Regering de vergunning kan verlenen voor de oprichting en de werking van private televisies voor kijkers van de Franse Gemeenschap, die tot doel hebben programma's bestemd voor het geheel van de Franse Gemeenschap uit te zenden, dienen te worden geïnterpreteerd in de zin dat de programma's die worden uitgezonden door de private televisies van de Franse Gemeenschap noodzakelijk bestemd moeten zijn voor alle publiekscategorieën van de Franse Gemeenschap;

Overwegende dat de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector, steunend op die interpretatie, als argument aanvoert dat de programma's van YTV prioritair bestemd zijn voor de doelgroep « 15-35 jaar », en niet voor het geheel van de publiekscategorieën van de Franse Gemeenschap, en dat hij daarom een ongunstig advies uitbrengt voor een vergunning die zou worden verleend op grond van artikel 15 van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector;

Overwegende dat die interpretatie van artikel 15, die de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector zelf als evolutief beschouwt en die, naar zijn eigen mening, meer in feite dan in rechte wordt gevoerd, echter tegenstrijdig is met de structuur van het decreet van 17 juli 1987 alsook met de voorbereidende werkzaamheden die aan de aanneming ervan vooraf zijn gegaan;

Overwegende dat de woorden « televisies die tot doel hebben programma's bestemd voor het geheel van de Franse Gemeenschap uit te zenden » immers dienen te worden geïnterpreteerd als doelend op de private televisies waarvan de werkingsfeer zich uitstrekt tot het geheel van de Franse Gemeenschap, in tegenstelling, inzonderheid, tot de lokale en communautaire televisies, waarbij geen televisie er, a contrario, in staat toe is te bewijzen dat het geheel van haar programma's voortdurend bestemd is voor het geheel van de publiekscategoriëen van de Franse Gemeenschap;

Overwegende overigens dat het argument volgens hetwelk YTV, indien zij de vergunning zou krijgen, die vergunning alleen zou krijgen op grond van artikel 19quater van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector en van het besluit van de Regering van 25 november 1996 betreffende de productie van andere diensten op de kabel, omdat de programma's die zij zich voorneemt uit te zenden thematische diensten of diensten bestemd voor specifieke publiekscategorieën zouden uitmaken, niet in aanmerking kan komen;

Overwegende dat uit de statuten van de naamloze vennootschap YTV, uit de synthese van het televisie-project dat zij voorstelt en uit de bepalingen van de overeenkomst die tussen de Franse Gemeenschap en YTV te sluiten is, immers voortvloeit dat deze wel degelijk een omroep met algemene programma's is, ook al zou deze, volgens haar eigen woorden, « eerder voor de jeugd bestemd » zijn en ook al zou deze « voornamelijk bestemd zijn voor een publiek van 15 - 35 jaar »;

Overwegende dat hoofdstuk IV van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, inzonderheid artikel 15, de gepaste rechtsgrond uitmaakt voor de aanvraag om vergunning ingediend door de naamloze vennootschap YTV;

Overwegende overigens dat de bezwaren die door de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector subsidiair worden geopperd, in hoofdzaak betrekking hebben op de wanverhouding die zou bestaan tussen de verplichting, voor de kabelverdelers, de programma's van YTV te verdelen, indien zij op grond van artikel 15 van het decreet van 17 juli 1987 de vergunning zou krijgen, en het project dat door de omroep voorgesteld zou worden;

Overwegende dat die bezwaren voornamelijk steunen op het ambitieuze karakter van het door YTV ontwikkelde project en de door YTV nagestreefde doelstellingen, op het vlak van kijkdichtheid en reclame;

Overwegende dat, enerzijds, die elementen eigen zijn aan het commerciële risico dat door YTV vrij wordt aanvaard, en dat, anderzijds, YTV een antwoord heeft gebracht op het voorbehoud dat door de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector werd geuit over het voorhanden zijn van voldoende waarborgen inzake kapitaal;

Overwegende dat de opmerkingen van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector betreffende het ontwerp van overeenkomst te sluiten tussen de naamloze vennootschap YTV en de Franse Gemeenschap integraal in aanmerking werden genomen, onder voorbehoud van deze die betrekking heeft op de steun voor de geschreven pers;

Overwegende dat de vergelijking tussen YTV en de private televisie die door de Franse Gemeenschap thans wordt toegelaten, in deze zaak niet pertinent is, daar deze een persgroep telt onder de personen die in haar kapitaal en aan haar beheer deelnemen, wat beschouwd werd, onder voorbehoud van andere verplichtingen, als van aard zijnde om de uitvoering te waarborgen van de verplichtingen bedoeld in artikel 16, 9° van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector; Overwegende dat het feit dat de groep aandeelhouders van de naamloze vennootschap YTV verschillend wordt samengesteld, niet wegneemt dat de verplichtingen met betrekking tot de medewerking tot het behoud van het pluralisme in de geschreven pers adequaat door YTV kunnen worden nagekomen via de modaliteiten, bepaald in artikel 14 van de ontworpen overeenkomst, betreffende de verplichtingen tot resultaat;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 maart 2001;

Op de voordracht van de Minister van Kunsten, Letteren en de Audiovisuele Sector;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 maart 2001, Besluit :

Artikel 1.Aan de naamloze vennootschap « Youth Channel Television », afgekort « YTV », waarvan de maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Molièrelaan 240, gevestigd is, wordt de vergunning verleend om een private televisie op te richten en te doen werken, die tot doel heeft een programma uit te zenden dat bestemd is voor het geheel de Franse Gemeenschap.

Art. 2.Aan de naamloze vennootschap « YTV » wordt de vergunning verleend commerciële reclame in haar programma op te nemen.

Art. 3.Deze vergunning wordt verleend voor een periode van negen jaar, onder voorbehoud van de naleving van de decreet- en verordeningsbepalingen die inzake de audiovisuele sector van kracht zijn, en van de overeenkomsten die tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de naamloze vennootschap « YTV » worden gesloten.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.

Art. 5.De Minister tot wiens bevoegdheid de audiovisuele sector behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 april 2001.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kunsten, Letteren en de Audiovisuele Sector, R. MILLER

^