19 JANUARI 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies voor het organiseren van sportstages voor gehandicapten

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven en het toezicht op de ondernemingen die wedstrijden van weddenschappen op sportuitslagen inrichten, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2000;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven van de Franse Gemeenschap, gegeven op 22 augustus 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 augustus 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 oktober 2000;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap over de aanvraag om advies dat door de Raad van State binnen een termijn van niet meer dan één maand te geven is;

Gelet op het advies 30.879/4 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2000, met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 januari 2001, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° Minister : het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wiens bevoegdheid de sport behoort;2° Decreet : het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap, gewijzigd bij het decreet van 31 mei 2000;3° Administratie : de Algemene Directie voor Sport van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.4° Organisatoren : de federaties en de sportclubs bedoeld bij artikel 2 van dit besluit.

Art. 2.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Minister aan de erkende sportfederaties bedoeld bij de Afdelingen II en III van hoofdstuk IV van het decreet alsook aan hun aangesloten clubs subsidies toekennen voor het organiseren van sportstages voor gehandicapten.

Art. 3.De sportstages voor gehandicapten moeten beantwoorden aan de volgende voorwaarden : 1° de activiteit mag geen winstoogmerk hebben;2° de duur van de stage moet ten minste drie opeenvolgende dagen en ten hoogste 10 opeenvolgende dagen bestrijken;3° het programma moet in een minimum van drie uren activiteiten per dag voorzien voor sportinitiatie of -vervolmaking aangepast aan de aard van de handicap van de deelnemers;4° tijdens de hele duur moet de stage ten minste 10 regelmatige deelnemers tellen;5° de stage moet georganiseerd worden binnen de perken van het rijksgebied en in gezonde installaties;6° de sportinstallaties, -uitrustingen en materieel moeten aan de sportnormen voldoen, aangepast zijn aan de aard van de handicap van de deelnemers en alle veiligheidswaarborgen bieden;7° de organisatoren moeten alle schikkingen treffen opdat de stagiairs en het begeleidingspersoneel tijdens de gehele duur van de stage zouden gedekt zijn op het vlak van burgerrechtelijke aansprakelijkheid en vergoeding voor lijfschade;8° de organisatoren moeten de ambtenaren van de administratie toelaten hun sportinstallaties, -uitrustingen en -materiaal en hun activiteiten te inspecteren en hun administratieve en boekhoudkundige documenten te controleren;9° ten minste een van de monitors die de stage begeleiden moet houder zijn van de in tabel 1 vermelde diploma's of brevetten.

Art. 4.De aanvraag om subsidie moet ten minste 30 dagen vóór de datum van de aanvang van de stage bij de administratie worden ingediend op een door hem bezorgd formulier.

Samen met de aanvraag gaat er: 1° een gedetailleerd programma waarbij een nauwkeurige uurregeling van de activiteiten wordt gevoegd;2° een ontwerp van begroting, zowel wat de uitgaven als de ontvangsten betreft, waarbij inzonderheid het verwacht aantal deelnemers nader wordt bepaald alsook de bezoldigingen bepaald voor het begeleidingspersoneel;3° het advies van de betrokken sportfederatie wanneer de aanvraag door een aangesloten club wordt gedaan.

Art. 5.De subsidie toegekend aan de organisatoren van de sportstages voor gehandicapten omvat : 1° een tegemoetkoming in de bezoldiging van de monitors volgens de kwalificaties en bekwaamheidsbewijzen waarvan zij houder zijn;2° een tegemoetkoming in de bezoldiging van de verantwoordelijke voor de leiding van de stage en voor de coördinatie van de sportactiviteiten voor zover de stage ten minste 20 regelmatige deelnemers telt;3° een forfaitaire tegemoetkoming berekend naar rata van het aantal stagiairs.

Art. 6.De bij artikel 5, 1°, bedoelde tegemoetkoming wordt vastgesteld op het dagelijks cijfer van duizend frank of vierentwintig euro en negenenzeventig cent voor het begeleidingspersoneel houder van een van de kwalificaties vermeld in tabel 1 als bijlage bij dit besluit. Zij wordt verhoogd met tweehonderd vijftig frank of zes euro en twintig cent voor het begeleidingspersoneel houder van een van de kwalificaties vermeld onder de punten 1, 2, 5 en 6 en bovendien van een van de kwalificaties vermeld onder de punten 3 en 4.

Art. 7.De Minister mag individueel afwijken van de in artikel 6 bedoelde voorwaarden voor de diploma's, brevetten en getuigschriften die hij als gelijkwaardig acht; de nuttige ervaring kan ook in aanmerking genomen worden.

Art. 8.Het aantal monitors die in aanmerking kunnen komen, wordt bepaald volgens de begeleidingscriteria vermeld in tabel 2 als bijlage bij dit besluit.

Een bijkomende monitor komt in aanmerking wanneer het aantal deelnemers met de helft hoger is dan het vereiste basisaantal.

Art. 9.Wanneer het een sportstage betreft die afgestemd is op de initiatie of de vervolmaking in verschillende disciplines of waarbij verschillende types van handicap betrokken worden, zijn de meest gunstige begeleidingscriteria van toepassing.

De criteria vermeld in tabel 2 als bijlage bij dit besluit zijn enkel geldig voor de vaststelling van het bedrag van de subsidie en mogen in geen geval gelijkgesteld worden met begeleidingsnormen van pedagogisch of veiligheidsbelang.

Art. 10.De bij artikel 5, 2°, bedoelde tegemoetkoming wordt vastgesteld op duizend vijfhonderd frank of zevenendertig euro en achttien cent per dag. Deze taak wordt uitgeoefend door iedere monitor houder van een van de bekwaamheidsbewijzen vermeld in de punten 1 tot 3 van tabel 1 als bijlage bij dit besluit.

De verantwoordelijke voor de leiding van de stage en voor de coördinatie van de activiteiten wordt niet meegerekend voor de bepaling van het aantal monitors die in aanmerking kunnen komen bij toepassing van artikel 8.

Art. 11.In geen geval mag de tegemoetkoming in de bezoldiging van de monitors en van de verantwoordelijke voor de leiding van de stage en voor de coördinatie van de activiteiten niet hoger zijn dan het bedrag dat werkelijk door de organisatoren van een sportstage wordt betaald in hoofde van bedoelde bezoldigingen.

Art. 12.De bij artikel 5, 3° bedoelde tegemoetkoming wordt berekend op basis van een dagelijks forfaitair bedrag per deelnemer, te weten : 1° honderd dertig frank of drie euro en tweeëntwintig cent voor de stagiairs die gehandicapt zijn op gezichts- en motorisch vlak en op het vlak van hersenverlamming, ten gevolge van ziekten, zoals bepaald in tabel 2 gevoegd bij dit besluit;2° honderd en tien frank of twee euro en drieënzeventig cent voor de mentaal gehandicapte stagiairs;3° negentig frank of twee euro en drieëntwintig cent voor de doofstomme stagiairs. Deze bedragen worden met de helft verminderd wanneer de stage onder het externaatstelsel wordt georganiseerd.

Art. 13.De toegekende subsidie mag niet hoger zijn dan het eventueel tekort voortgebracht door de organisatie van de stage.

Art. 14.De boekhoudkundige documenten ter verantwoording zowel van de uitgaven als van de ontvangsten moeten aan de administratie 90 dagen na het einde van de stage worden toegezonden.

Art. 15.Alle elementen die moeten toelaten de juistheid van de kwalificaties en bekwaamheidsbewijzen van de monitors te controleren, moeten ter plaatse ter beschikking gehouden worden van de ambtenaren belast met de inspectie van de stage.

Art. 16.De Minister tot wiens bevoegdheid de sport behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2001.

Brussel, 19 januari 2001.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, Begroting, Ambtenarenzaken, Jeugdzaken en Sport, R. DEMOTTE

Tabel 1 1. Diploma van licentiaat lichamelijke opvoeding of kinesitherapie;2. Diploma van het hoger onderwijs in de lichamelijke opvoeding of in de kinesitherapie;3. Brevet van monitor in de sport voor gehandicapten, dat door de administratie wordt uitgereikt of gehomologeerd;4. Brevet van hulpmonitor of initiator voor gehandicapten, dat door de administratie wordt uitgereikt of gehomologeerd;5. Brevet van monitor, uitgereikt of gehomologeerd door de administratie voor de discipline waarop de stage betrekking heeft;6. Brevet van hulpmonitor of initiator, uitgereikt of gehomologeerd door de administratie voor de discipline waarop de stage betrekking heeft. Tabel 2 (**) Tabel van de begeleiding van de monitors voor sportstages Type van handicap Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld