Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 19 oktober 2000
gepubliceerd op 16 februari 2001

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de bevorderingscommissie voor het ambt van inspecteur algemene vakken in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het hoger niet universitair onderwijs van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2001029040
pub.
16/02/2001
prom.
19/10/2000
ELI
eli/besluit/2000/10/19/2001029040/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 OKTOBER 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de bevorderingscommissie voor het ambt van inspecteur algemene vakken (specialiteit : economische wetenschappen) in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het hoger niet universitair onderwijs van de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap Gelet op het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, inzonderheid op artikel 27;

Gelet op de voordracht van de Vaste Commissie van 16 mei 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 mei 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 31 mei 2000;

Gelet op het protocol van onderhandeling van het Comité van Sector IX van 20 juni 2000;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 31 mei 2000 omtrent de aanvraag om advies te verlenen door de Raad van State binnen een termijn van maximum één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 september 2000 in toepassing van artikel 84, lid 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Secundair Onderwijs, Kunsten en Letteren;

Gelet op de beraadslaging van de Regering, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een bevorderingscommissie ingericht voor de bevordering tot het ambt van Inspecteur algemene vakken (specialisatie : economische wetenschappen) in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het hoger niet universitair onderwijs van de Franse Gemeenschap, hierna « de commissie », en samengesteld als volgt : 1° een ambtenaar-generaal belast met het voorzitterschap;2° twee ambtenaren die titularis zijn van de graad van minstens directeur;3° drie leden van het onderwijspersoneel van de Franse Gemeenschap, die titularis zijn van het ambt van inspecteur algemene vakken van het secundair onderwijs van de hogere graad en van het hoger niet-universitair onderwijs of van het ambt van inspecteur-generaal, waaronder minstens één inspecteur voor een van de volgende vakken : economische wetenschappen, wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis;4° drie leden van het onderwijspersoneel van de Franse Gemeenschap, gekozen op de voordracht van de verenigingen die de onderwijzeres van de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen, aangesloten bij vakorganisaties die zetelen bij de Nationale Arbeidsraad en die titularis zijn ofwel van het ambt van inspecteur algemene vakken in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het hoger niet universitair onderwijs of van het ambt van inspecteur-generaal of van Studieprefecte of van directeur. Voor ieder werkend lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen volgens dezelfde criteria als het werkend lid dat het vervangt. Dit plaatsvervangend lid zetels enkel bij afwezigheid van het werkend lid.

De commissie laat zich bijstaan door een secretaris, gekozen onder de ambtenaren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. De secretaris is niet stemgerechtigd.

Art. 2.De commissie zetelt enkel geldig indien minstens twee derde van haar leden aanwezig zijn en voor zover de oproepingen gestuurd werden binnen de tien werkdagen die de dag van de vergadering voorafgaan.

De beslissingen worden genomen bij geheime stemming en bij de meerderheid der stemmen. Bij staking van stemmen wordt de stemming als gunstig voor de kandidaat geacht.

De commissieleden mogen geen beoordeling geven of deelnemen aan de beraadslaging wanneer de kandidaat hun echtgenoot(note), een bloed- of aanverwant of deze van een echtgenoot(note) van een graad lager dan de vijfde is.

Art. 3.De Minister tot wiens bevoegdheid het Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 oktober 2000.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Secundair Onderwijs, Kunsten en Letteren, P. HAZETTE

^