Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 26 oktober 2000
gepubliceerd op 30 november 2000

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, van de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook van de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs, voor het schooljaar 2000-2001

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2000029417
pub.
30/11/2000
prom.
26/10/2000
ELI
eli/besluit/2000/10/26/2000029417/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, van de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook van de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs, voor het schooljaar 2000-2001


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 1 april 1960 betreffende de psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op artikel 7, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 467 van 1 april 1986;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestaties in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op artikel 10bis, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 1993 en gewijzigd bij de decreten van 22 december 1994, 2 april 1996, 24 juli 1997 en 17 juli 1998, en op artikel 10septies, ingevoegd bij het decreet van 24 juli 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, van de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook van de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 oktober 1981, bij de koninklijke besluiten nr. 73 van 20 juli 1982 en nr. 226 van 7 december 1983, bij de koninklijke besluiten van 29 augustus 1985 en 21 oktober 1985, bij de besluiten van de Executieve van 7 november 1991 en 30 april 1993, bij het besluit van de Regering van 11 januari 1995, bij het decreet van 24 juni 1996, bij de besluiten van de Regering van 15 oktober 1996 en 24 oktober 1996, bij het decreet van 4 februari 1997, bij het besluit van de Regering van 29 april 1999 en bij het besluit van de Regering van 8 juni 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 juni 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 20 juli 2000;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 28 september 2000 van het Comité van sector IX;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het advies waarin melding werd gemaakt van de vacante betrekkingen ingevoegd dient te worden in het Belgisch Staatsblad in de loop van de maand oktober 2000 en dat de Reaffectatiecommissie vergaderen moet gedurende de maand november 2000 en dat het dan ook noodzakelijk is de statutaire bepalingen aan te passen met als doel een optimale reaffectatie toe te laten van de betrokken leden van het technisch personeel;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 oktober 2000, in toepassing van artikel 84, lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Secundair Onderwijs en van de Minister van Jeugd, Ambtenarenzaken en het Onderwijs voor sociale promotie;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 oktober 2000, Besluit :

Artikel 1.In artikel 26, lid 2, van het koninklijk besluit van 27 juli 1979 tot vaststelling van het statuut van de leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap, van de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs van de Franse Gemeenschap alsook van de inspectiediensten belast met het toezicht op de psycho-medisch-sociale centra en de psycho-medisch-sociale centra voor het buitengewoon onderwijs, worden de woorden "in de loop van de maand waarin de laatste reaffectatie- en mutatieronde plaatsheeft" vervangen door de woorden "in de loop van de maand april".

Art. 2.In artikel 29, lid 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "die per jaar, zonder onderbreking, voor een tijdelijke aanstelling in het te begeven ambt werden ingediend" vervangen door de woorden "voor een tijdelijke aanstelling ingediend voor het aangevraagd ambt, mits inachtneming van de voorwaarden bepaald bij artikel 14 van dit besluit".

Art. 3.In artikel 82 van hetzelfde besluit, worden de woorden "door reaffectatie of door mutatie" vervangen door de woorden "eerst door reaffectatie of dan door mutatie".

Art. 4.§ 1. Het opschrift van hoofdstuk IX van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993, wordt door het volgend opschrift vervangen : « Hoofdstuk IX - De reaffectatie, het weder in actieve dienst roepen en de mutatie". § 2. De artikelen 95bis tot 116 van hetzelfde besluit worden door de volgende bepalingen vervangen : « Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 96.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° reaffectatie : de toekenning, aan een technisch personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking, van een vacante betrekking in het ambt waarin het benoemd is;2° weder in actieve dienst roepen : de tijdelijke toekenning aan een technisch personelslid dat in disponibiliteit gesteld is wegens ontstentenis van betrekking, van een betrekking in het ambt waarin het benoemd is of waardoor het toegang kreeg tot het bevorderingsambt waarin het benoemd is;3° mutatie : definitieve overdracht in een definitief vacant verklaarde betrekking van het ambt waarvoor het benoemd is, van een lid van het technisch personeel aangesteld in een centrum, naar een ander centrum.

Artikel 97.Er wordt een Reaffectatiecommissie opgericht binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Deze commissie bestaat uit : 1° een voorzitter gekozen onder de ambtenaren van het Ministerie die houder van de graad van minstens Adjunct-directeur-generaal zijn;2° twee leden gekozen onder ambtenaren van het Ministerie, bevoegd inzake personeelsbeheer van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap;3° drie leden aangewezen op de voordracht van de organisaties die de leerkrachten en de leden van het technisch personeel vertegenwoordigen die aangesloten zijn bij een vakorganisatie die zitting heeft bij de Nationale Arbeidsraad, waarbij iedere organisatie over minstens één vertegenwoordiger beschikt;4° een afgevaardigde van de Minister tot wiens bevoegdheid het beheer van de personeelsleden van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap behoort. Voor ieder werkend lid wordt een plaatsvervanger aangewezen.

De commissie wordt bijgestaan door een secretaris gekozen onder de ambtenaren van het Ministerie.

Artikel 98.De Minister tot wiens bevoegdheid het beheer van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra behoort, benoemt de voorzitter, de ambtenaren die lid zijn en zijn afgevaardigde.

Ook benoemt hij, op de voordracht van de vakorganisaties bedoeld bij artikel 97, 3°, de leden die deze organisaties vertegenwoordigen.

De secretaris wordt door de Minister aangesteld op de voordracht van de voorzitter.

De Commissie kan zich laten bijstaan door technici die niet stemgerechtigd zijn. Ze stelt haar eigen huishoudelijk reglement op dat aan de Minister ter goedkeuring wordt voorgelegd.

Artikel 99.Het mandaat van de leden van de Reaffectatiecommissie wordt niet bezoldigd. Ze hebben recht op de terugbetaling van hun verplaatsingskosten in de eerste klasse om zich naar de vergaderingen te begeven alsook de terugbetaling van hun verblijfkosten.

Artikel 100.§ 1. In de loop van de maand november 2000 vergadert de Reaffectatiecommissie en stelt ze de reaffectatie voor van de leden van het technisch personeel in de op 1 september 2000 definitief vacant verklaarde betrekkingen.

Ze zendt haar voorstellen naar de Minister ter beslissing over.

De beslissingen betreffende de overeenkomstig dit artikel, § 1, voorgedragen reaffectaties hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Indien het lid van het technisch personeel weder in dienstactiviteit werd geroepen in een betrekking met minstens de drie vierde van de periodes waarvoor het bezoldigd is, bekleedt het zijn ambt in het centrum waar het gereaffecteerd is tot 1 september 2001. § 2. Daarna, in de loop van de maand november 2000, onderzoekt en stelt de Reaffectatiecommissie de reaffectatie voor van de leden van het technisch personeel die in disponibiliteit werden gesteld bij ontstentenis van betrekking op 1 september 2000 in de betrekkingen die vrijgesteld kunnen worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 297 van 31 maart 1984 betreffende de opdrachten, de wedden, de weddetoelagen en de verloven voor verminderde prestaties in het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra.

Ze stuurt de voorstellen ter beslissing aan de Minister toe.

De beslissingen met betrekking tot de reaffectaties voorgedragen overeenkomstig dit artikel, § 2, lid 1, hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Artikel 101.§ 1. Ieder wegens ontstentenis van betrekking in disponibiliteit gesteld personeelslid kan, op eigen aanvraag, in disponibiliteit wegens persoonlijke aangelegenheden gesteld worden. § 2. De duur van de indisponibiliteitstelling wegens ontstentenis van betrekking, die als basis dient voor de berekening van het wachtgeld bedoeld bij artikel 184, wordt opgeheven gedurende de uren van voorlopige wederroeping in dienstactiviteit. Afdeling II. - De reaffectatie

Artikel 102.De op 1 september 2000 definitief vacant verklaarde betrekkingen worden ter kennis gebracht van de leden van het technisch personeel die in disponibiliteit werden gesteld wegens ontstentenis van betrekking in de centra door middel van een bericht ingevoegd in het Belgisch Staatsblad in de loop van de maand oktober 2000.

Dit bericht vermeldt dat de betrekkingen per reaffectatie zullen kunnen worden toegekend aan de leden van het technisch personeel die stagiair of definitief benoemd zijn en die in disponibiliteit werden gesteld wegens ontstentenis van betrekking voor het te begeven ambt.

Dit bericht bepaalt dat alle leden van het technisch personeel die belang hebben voor de te begeven betrekkingen een aanvraag tot reaffectatie moeten indienen.

In het bericht worden de vorm en de termijn voor de indiening van de aanvragen gepreciseerd.

Artikel 103.De aanvragen dienen toegestuurd te worden, per ter post aangetekende brief, naar het adres vermeld in het bericht bedoeld bij artikel 102 van het besluit.

De aanvragen moeten ingediend worden in de correcte vorm en binnen de bepaalde termijn.

De termijn zal niet korter zijn dan tien werkdagen. Hij begint te lopen vanaf de dag van de bekendmaking van het bericht in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 104.Het lid van het technisch personeel dat meerdere betrekkingen aanvraagt zal een afzonderlijke aanvraag voor elke betrekking indienen met vermelding desnoods van zijn voorkeur.

Artikel 105.De Minister reaffecteert het lid van het technisch personeel dat geen aanvraag tot reaffectatie heeft ingediend in een van de vacant verklaarde betrekkingen die niet toegekend werden aan één van de leden van het technisch personeel die één of meerdere aanvraag tot reaffectatie hebben ingediend in de correcte vorm en binnen de bepaalde termijn. Afdeling III. - De voorlopige wederoproeping in dienstactiviteit

Artikel 106.Ieder lid van het technisch personeel dat in disponibiliteit werd gesteld wegens ontstentenis van betrekking blijft ter beschikking van de Minister die hem tijdelijk weer in dienstactiviteit kan oproepen : 1° vóór elke aanwijzing van een tijdelijke;2° daarna, in de betrekkingen bekleed door tijdelijken gerangschikt in de tweede groep;3° eindelijk, in de betrekkingen bekleed door tijdelijken gerangschikt in de eerste groep, in de omgekeerde orde van hun rangschikking.

Artikel 107.Wanneer de Minister ertoe geleid is een betrekking voorlopig toe te kennen in een bevorderingsambt, geeft hij de voorrang aan de voorlopige wederoproeping in dienstactiviteit van een personeelslid dat in disponibiliteit werd gesteld voor betrokken ambt, dan aan het personeelslid dat aan de voorwaarden bepaald bij artikel 85, 1 tot 3, van dit besluit voldoet en dat in staat is onmiddellijk en effectief het betrokken ambt te bekleden.

Artikel 108.Het personeelslid dat in disponibiliteit werd gesteld wegens ontstentenis van betrekking in een bevorderingsambt kan voorlopig in dienstactiviteit weder opgeroepen worden in een betrekking van het wervingsambt dat het toegang verleende tot het bevorderingsambt waarin het benoemd is, overeenkomstig de bepalingen van artikel 106 van dit besluit.

Niettegenstaande deze voorlopige wederoproeping in dienstactiviteit, blijft het bij lid 1 bedoeld personeelslid ter beschikking van de Minister om gereaffecteerd te worden in het ambt waarin het benoemd is.

Het lid van het technisch personeel, aldus voorlopig in dienstactiviteit weder opgeroepen, behoudt het voordeel van de baremaschaal die het genoot voordat het in disponibiliteit werd gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Afdeling IV. - De mutatie

Artikel 109.De betrekkingen die na de reaffectatiebewegingen definitief vacant zijn gebleven, worden door de Minister ter kennis van de in vast verband benoemde personeelsleden gebracht door middel van een bericht dat in het Belgisch Staatsblad in de loop van de maand februari 2001 zal worden bekendgemaakt.

Dat bericht bepaalt dat de betrekkingen door middel van een mutatie kunnen worden toegekend aan de in vast verband benoemde personeelsleden die titularis zijn van het wervingsambt waarvan de betrekking toe te kennen is en die tenminste de vermelding "voldoet" bij de laatste beoordelingsstaat hebben gekregen of die titularis zijn van het bevorderingsambt waarvan de betrekking toe te kennen is en die in dat bevorderingsambt sedert ten minste drie jaar benoemd zijn.

Het bericht bepaalt dat de personeelsleden die door de toe te kennen betrekkingen geïnteresseerd zijn, hun aanvraag om mutatie moeten indienen.

Dat bericht bepaalt eveneens dat de leden van het technisch personeel bedoeld in lid 2 van dit artikel die een mutatie wensen te krijgen in een betrekking die definitief vacant is geworden na de mutatiebewegingen die in de eerste beurt hebben plaatsgevonden, een aanvraag om mutatie moeten indienen.

Het bericht bepaalt de vorm waarin en de termijn waarbinnen de aanvragen moeten worden ingediend.

Artikel 110.De aanvragen dienen bij een ter post aangetekend schrijven te worden toegestuurd aan het adres vermeld in het bericht bedoeld in artikel 109 van dit besluit.

De aanvragen moeten in de vereiste vorm en binnen de vereiste termijn worden ingediend.

De termijn zal niet korter kunnen zijn dan tien werkdagen. Hij begint te lopen op de dag van de bekendmaking van het bericht in het Belgisch Staatsblad.

Artikel 111.Het lid van het technisch personeel dat naar verschillende betrekkingen solliciteert, moet een afzonderlijke aanvraag voor elke betrekking indienen, eventueel met vermelding van zijn voorkeur.

Artikel 112.Alleen de aanvragen die worden ingediend in de vorm en binnen de termijn bedoeld in artikel 109 worden in aanmerking genomen.

Artikel 113.Elke betrekking van het ambt waartoe zij in vast verband benoemd zijn, die definitief vacant is geworden ten gevolge van de mutatiebewegingen die bij de eerste beurt plaatsvonden, wordt door middel van een omzendbrief ter kennis gebracht van de leden van het technisch personeel die een aanvraag om mutatie hebben ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 109, lid 4, van dit besluit en die geen mutatie bij die eerste beurt hebben gekregen.

Die omzendbrief wordt hun bij een ter post aangetekend schrijven toegestuurd. Hij bepaalt dat de personeelsleden die door de toe te kennen betrekking geïnteresseerd zijn, hun aanvraag bij het vermelde adres moeten indienen binnen een termijn van acht dagen. Die termijn begint te lopen vanaf de dag na de toezending van de omzendbrief.

Artikel 114.Voor elk van de toe te kennen betrekkingen, worden de leden van het technisch personeel die een regelmatige aanvraag om mutatie hebben ingediend en die de vereiste voorwaarden vervullen, gerangschikt volgens de dienstanciënniteit in de centra van de Franse Gemeenschap die op 1 september van het lopende dienstjaar verworven was.

Bij gelijke dienstanciënniteit, wordt de voorrang verleend aan het lid van het technisch personeel dat de grootste ambtsanciënniteit in de centra van de Franse Gemeenschap op voormelde datum telt.

Bij gelijke ambtsanciënniteit, wordt de voorrang verleend aan het oudste lid.

Artikel 115.§ 1. Voor de berekening van de dienstanciënniteit bedoeld in artikel 114 : 1. worden alle diensten in aanmerking genomen die het lid van het technisch personeel in welke hoedanigheid dan ook heeft gepresteerd in de centra van de Franse Gemeenschap in een ambt van het technisch personeel;2. is de duur van die diensten gepresteerd in een ambt met volledige of onvolledige dagtaak gelijk aan het aantal gepresteerde dagen die in aanmerking worden genomen vanaf het begin van de ononderbroken periodes van actieve dienst, met inbegrip van alle afwezigheden die worden gelijkgesteld met een periode van actieve dienst en die in deze ononderbroken periodes van actieve dienst worden opgenomen;3. worden eveneens in aanmerking genomen : a) de afwezigheden als tijdelijk lid van het technisch personeel, verkregen overeenkomstig artikel 170 van dit besluit, indien zij in de ononderbroken periodes van actieve dienst worden opgenomen;b) de periodes gedurende welke het personeelslid ter beschikking werd gesteld bij gebrek aan betrekking of wegens ziekte;4. vormen dertig dagen één maand;5. worden de diensten die werkelijk werden gepresteerd in een ambt met onvolledige dagtaak dat ten minste de helft van de prestaties telt die vereist zijn voor een ambt met volledige dagtaak, net zoals de diensten die in een ambt met volledige dagtaak worden gepresteerd, in aanmerking genomen, waarbij het aantal dagen die werden gepresteerd in een ambt met onvolledige dagtaak, dat minder dan de helft telt van de prestaties die vereist zijn voor een ambt met volledige dagtaak, met de helft wordt verminderd. § 2. Voor de berekening van de ambtsanciënniteit bedoeld in artikel 114 : 1. worden alle diensten in aanmerking genomen die het lid van het technisch personeel in welke hoedanigheid dan ook heeft gepresteerd in de centra van de Franse Gemeenschap, in het ambt waarvan de betrekking toe te kennen is;2. zijn de bepalingen van § 1, punten 2, 3, 4 en 5 van toepassing.

Artikel 116.De Minister kent, door mutatie, aan het lid van het technisch personeel dat de eerste plaats bekleedt van de rangschikking bedoeld in artikel 114, elke definitief vacant geworden betrekking toe van het ambt waarin dat personeelslid in vast verband benoemd is, rekening houdend met de voorkeur die wordt uitgedrukt overeenkomstig de bepalingen van artikel 111.

De Minister kan afwijken van de regel van lid 1 voor de mutatie in een betrekking van een bevorderingsambt. In dat geval bepaalt de Minister zijn beslissing met vermelding van de redenen waarop ze steunt.

De mutatiebeslissingen hebben uitwerking met ingang van 1 september 2001". § 3. In hetzelfde besluit worden opgeheven : 1. artikel 117, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993;2. afdeling 5, die bestaat uit de artikelen 118 tot 128, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993 en bij de besluiten van de Regering van 15 oktober 1996 en 29 april 1999;3. afdeling 6, die bestaat in artikel 129, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 oktober 1996.

Art. 5.In artikel 183, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993 worden de woorden "in een vacante betrekking" vervangen door de woorden "in een definitief of tijdelijk vacante betrekking".

Art. 6.Aan artikel 183ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Executieve van 30 april 1993, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 15 oktober 1996, wordt opgeheven;2° § 4 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4.De bepalingen van artikel 115 zijn van toepassing op de berekening van de dienst- en ambtsanciënniteit bedoeld bij §§ 1 en 2.

De anciënniteiten worden bepaald op de datum waarop de indisponibiliteitstelling wordt uitgesproken. ».

Art. 7.In artikel 184, lid 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden "aan zijn activiteitswedde" vervangen door de woorden "aan zijn laatste activiteitswedde".

Art. 8.Dit besluit is van toepassing voor het schooljaar 2000-2001 en treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 9.De Minister van Secundair Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 oktober 2000.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Secundair Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Jeugd, Ambtenarenzaken en Onderwijs voor sociale promotie, W. TAMINIAUX

^