gepubliceerd op 22 december 2000
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de bevorderingscommissie voor het inspectieambt technische vakken in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap
14 SEPTEMBER 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot oprichting van de bevorderingscommissie voor het inspectieambt technische vakken (specialiteit : sociale en familiale economie) in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en inzonderheid op artikel 27;
Gelet op de voordracht van de vaste commissie van 15 december 1999;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 februari 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 21 maart 2000;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van Sectorcomité IX van 26 april 2000;
Gelet op de beraadslaging van 31 mei 2000 van de Regering over het verzoek om advies dat de Raad van State binnen een maand moet uitbrengen;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 27 juni 2000, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van het Secundair Onderwijs, Kunsten en Letteren;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 september 2000, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Voor de personen die kandidaat zijn voor het ambt van inspecteur technische vakken en beroepspraktijk (specialiteit : sociale en familiale economie) in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het niet-universitair hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap wordt een bevorderingscommissie opgericht, hierna « de bevorderingscommissie » genoemd. § 2. De bevorderingscommissie is samengesteld als volgt : 1° een ambtenaar-generaal, belast met het voorzitterschap;2° twee ambtenaren die titularis zijn van ten minste de graad van directeur;3° drie personeelsleden van het onderwijs van de Franse Gemeenschap die titularis zijn van het ambt van inspecteur technische vakken en beroepspraktijk, van inspecteur algemene vakken, van inspecteur bijzondere vakken in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het niet-universitair hoger onderwijs of van het ambt van inspecteur-generaal, onder wie ten minste een inspecteur technische vakken en beroepspraktijk of bijzondere vakken;4° drie personeelsleden van het onderwijs van de Franse Gemeenschap die gekozen zijn op voordracht van de representatieve organisaties van de onderwijzers van het net van de Franse Gemeenschap aangesloten bij vakorganisaties die zitting hebben in de nationale Raad en die titularis zijn ofwel van het ambt van inspecteur technische vakken en beroepspraktijk, van inspecteur algemene vakken, van inspecteur bijzondere vakken in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het niet-universitair hoger onderwijs ofwel van het ambt van inspecteur-gneraal of studieprefect of directeur. Voor ieder effectief lid wordt volgens dezelfde modaliteiten een plaatsvervangend lid aangesteld dat enkel zitting heeft wanneer het effectief lid dat hij vervangt afwezig is. § 3. De bevorderingscommissie wordt bijgestaan door een secretaris die gekozen is onder de ambtenaren van het Ministerie van de Franse Gemeenschap. De secretaris is niet stemgerechtigd.
Art. 2.De bevorderingscommissie kan slechts zitting houden wanneer ten minste twee derde van zijn leden aanwezig zijn en voor zover de uitnodigingen vóór het verstrijken van 10 werkdagen verzonden werden.
De beslissingen worden genomen bij geheime stemming en bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen wordt de stemming gunstig geacht voor de kandidaat.
De leden van de bevorderingscommissie mogen geen beoordeling uitbrengen noch aan de beraadslaging deelnemen wanneer de kandidaat hun echtgenote is of een bloed- of aanverwante of een bloed- of aanverwante van hun echtgenote in een lagere graad dan de vijfde.
Art. 3.De Minister tot wiens bevoegdheden de Inspectie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 september 2000.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Secundair Onderwijs, Kunsten en Letteren, P. HAZETTE