gepubliceerd op 27 oktober 1999
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van toelagen aan de prioritaire onderwijszones
3 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toekenning van toelagen aan de prioritaire onderwijszones (« ZEP »)
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 betreffende de Rijkscomptabiliteit;
Gelet op het decreet van 17 juli 1998 houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998;
Gelet op het besluit van 11 december 1995 van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de administratieve en begrotingscontrole;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 mei 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort, gegeven op 2 juni 1999, Besluit :
Artikel 1.De bedragen van : - 300 000 F (projekt 302); - 181 667 F (projekt 406), voor een totaal bedrag van 481 667 F; worden toegekend aan de volgende « ZEP »-projekten : - 302 (Vorst/internetten - 3 netten); - 406 (Chapelle-Lez-Herlaimont/vrij), te besteden volgens de bepalingen van de fiches als bijlagen bij dit besluit.
Art. 2.De bij artikel 1 bedoelde bedragen worden aangerekend op de organisatie-afdeling 40, activiteitenprogramme 90, basisllocatie 01.01 van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap van België voor het begrotingsjaar 1998.
Art. 3.Bedoelde bedragen worden in een enkele schijf gestort zodra dit besluit in werking treedt.
Art. 4.De besteding van de bedragen en het opmaken van de rekeningen betreffende de besteding van de toelagen worden systematisch door de schoolverificateurs gevolgd; over deze toelagen wordt er bovendien een jaarverslag opgemaakt t.a.v. de Commissie voor Prioritaire Onderwijszones.
Art. 5.Indien de hierboven vernoemde gerechtigden de bij artikel 3 vereiste verantwoordingen niet bezorgen, worden de toelagen geheel of gedeeltelijk verhaald ten belope, van de bedragen waarvoor geen verantwoording zou gegeven worden.
Art. 6.De bedragen waarvan sprake in artikel 1 worden respectievelijk gestort op de rekeningen : - 310-0916101-22 (projekt 302); - 001-2602288-48 (projekt 406).
Brussel, 3 juni 1999.
De Minister-Voorzitster, belast met het Onderwijs, de Audiovisuele sector, de Hulpverlening aan de Jeugd, het Kinderwelzijn en de Gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld