21 JUNI 1999. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, inzonderheid op artikel 64;

Gelet op het protocol nr. 222 van het Onderhandelingscomité van Sector XVII, gesloten op 9 juni 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 juni 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 4 juni 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 juni 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, teneinde een degelijk beheer van de personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap en van de instellingen van openbaar nut, op wie het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid van toepassing is, mogelijk te maken, het aantal vakantieverlofdagen waarop deze leden recht hebben ten vroegste bepaald dient te worden;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 21 juni 1999, Besluit :

Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, wordt paragraaf 1 door de volgende paragraaf vervangen : « § 1. 1° Met ingang van 1 januari 1999 genieten de in artikel 1 bedoelde ambtenaren een jaarlijks vakantieverlof waarvan de duur naargelang hun leeftijd als volgt wordt bepaald : - minder dan vijfenveertig : vijfentwintig werkdagen; - van vijfenveertig tot negenenveertig jaar : zesentwintig werkdagen; - vanaf vijftig jaar : zevenentwintig werkdagen; 2° met ingang van 1 januari 2000 wordt de duur van het jaarlijks vakantieverlof voor de in artikel 1 bedoelde ambtenaren als volgt vastgelegd : - minder dan vijfenveertig : zesentwintig werkdagen; - van vijfenveertig tot negenenveertig jaar : zevenentwintig werkdagen; - vanaf vijftig jaar : achtentwintig werkdagen.

Voor het bepalen van de duur van het verlof wordt de leeftijd in aanmerking genomen die de ambtenaar bereikt heeft op 1 juli van het jaar. ».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 3.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 juni 1999.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE.