gepubliceerd op 06 november 1998
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot goedkeuring van het studiereglement in het buitengewoon secundair onderwijs van de Franse Gemeenschap
28 JULI 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot goedkeuring van het studiereglement in het buitengewoon secundair onderwijs van de Franse Gemeenschap
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, inzonderheid op de artikelen 77, 78 en 96;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van 17 juli 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap, Besluit :
Artikel 1.Het studiereglement in het buitengewoon secundair onderwijs van de Franse Gemeenschap als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1998.
Brussel, 28 juli 1998.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage Studiereglement in het buitengewoon secundair onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap Woord vooraf Men moet altijd voor ogen houden dat de zo spoedig mogelijke herinschakeling elke keer dat het mogelijk is van de leerlingen in het gewoon onderwijs een van de hoofdstrevingen van het buitengewoon onderwijs is. Het is dus aangewezen dat het studiereglement van het gewoon onderwijs door de personeelsleden van het buitengewoon onderwijs wordt onder ogen genomen, het zal als verwijzingstekst dienen voor de voorbereiding van de leerlingen die naar het gewoon onderwijs terugkeren.
Het moet strikt toegepast worden in het buitengewoon onderwijs van type 4 vorm 4.
Dit reglement stelt een aantal normen en prioriteiten vast die de leerling moeten aanzetten een kwaliteitsvol schoolwerk te verrichten dat met zijn capaciteiten verzoenbaar is. Het bepaalt eveneens de nadere regels inzake evaluatie door de leerkrachten, de procedures voor de klasraden om te beraadslagen alsook de mededeling van de informatie over hun beslissingen.
Het betreft de regelmatig ingeschreven leerlingen.
Een leerling wordt als regelmatig ingeschreven beschouwd wanneer hij, indien hij beantwoordt aan de toelatingsvoorwaarden, voor al de leergangen van een studiejaar in een onderwijsvorm ingeschreven is en hij daadwerkelijk en regelmatig de leergangen en oefeningen volgt.
Het kwaliteitsvol schoolwerk Een kwaliteitsvol schoolwerk is werk dat toelaat bijblijvende en onmiddelijk bruikbare kennis en bekwaamheden op te doen. Een dergelijke verwerving vloeit niet voort uit een eenvoudige overdracht of een eenvoudige toepassing van een gekregen onderricht, maar het is het resultaat van een individuele en collectieve arbeid afgestemd op het oplossen van problemen. Indien men met probleem bedoelt, elke taak waaraan geen onmiddellijke oplossing kan gegeven worden omdat die oplossing niet kan gevonden worden door eenvoudigweg een regel toe te passen, dan stelt het onderwijs van de Franse Gemeenschap zich als doel haar leerlingen te confronteren met steeds meer ingewikkelde problemen, die steeds meer doorgezette en gevarieerde kennis en bedrevenheid vereisen die onmiddellijk bruikbaar moeten zijn.
In het buitengewoon secundair onderwijs worden de leerlingen onder meer door de uitvoering van concrete activiteiten voorbereid op de realiteit op sociaal en/of beroepsvlak.
Bovendien hecht het buitengewoon secundair onderwijs groot belang aan de lichamelijke, sport- en kunstactivitieten.
Buitengewoon onderwijs vorm 1 Vanaf de inschrijving van de leerling stelt de klasraad een individueel leerplan op, op basis waarvan ieder lid van de educatieve ploeg het opleidingswerk voorstelt en uitvoert. Dit individueel leerplan dat plaats vindt in het gedeelte van het projekt van een inrichting die specifiek is voor het secundair onderwijs vorm 1, zal door de klasraad gedurende heel de schooltijd van de leerling aanpassingen ondergaan.
De educatieve activiteiten, die overeenstemen met een kwaliteitsvol schoolwerk, worden georganiseerd : - in communicatie-activiteiten; - in socialisatie-activiteiten; - in creatieve activiteiten; om de persoonlijke ontplooiing van de leerling gunstig te laten verlopen en zijn inschakeling op sociaal vlak in een beschermd levensmilieu effectief voor te bereiden.
Deze activiteiten worden collectief of individueel uitgevoerd. Zij hebben plaats binnen of buiten de inrichting.
De eisen voor een kwaliteitsvol schoolwerk houden heel veel rekening met ieders persoonlijkheid en worden omschreven in het individueel leerplan dat onder het beheer is gesteld van de klasraad.
Het buitengewoon secundair onderwijs vorm 2 Vanaf de inschrijving van de leerling stelt de klasraad een individueel leerplan op, op basis waarvan ieder lid van de educatieve ploeg het opleidingswerk voorstelt en uitvoert. Dit individueel leerplan dat plaatsvindt in het gedeelte van het projekt van een inrichting die specifiek is voor het secundair onderwijs vorm 2, zal door de klasraad gedurende heel de schooltijd van de leerling regelmatig aangevuld en aangepast worden.
Het buitengewoon secundair onderwijs vorm 2 omvat 2 fasen.
De educatieve activiteiten, die overeenstemen met een kwaliteitsvol schoolwerk, worden georganiseerd in : - activiteiten algemene vorming; - activiteiten in de beroeps- en/of creatieve ateliers; - volgens het projekt van de inrichting om de persoonlijke ontplooiing van de leerling gunstig te laten verlopen en om zijn inschakeling op sociaal en professioneel vlak voor te bereiden.
Deze activiteiten die volgens het individueel leerplan worden geprogrammeerd, worden collectief of individueel uitgevoerd. Zij hebben plaats binnen of buiten de inrichting.
Aan de hand van deze educatieve activiteiten wordt de leerling ertoe gebracht : - zich te situeren m.b.t.zijn sociaal milieu; - zich voor te bereiden op het bezetten van zijn plaats in de gemeenschap door er een actieve rol in te spelen, volgens zijn mogelijkheden.
De eisen van een kwaliteitsvol schoolwerk worden in het individueel leerplan omschreven.
Rekening houdend met de aanknopingspunten die heel personnlijk zijn en bepaald door de klasraad, hebben zij betrekking op : - de persoonlijke ontplooiing; - het niveau van de socialisatie; - het niveau van autonomie; - het vermogen om te communiceren; - de lichamelijke, psychomotorische en sensoriële vermogens; - de praktische vermogens; - de creatieve mogelijkheden; - de cognitieve verworvenheden; - de uiting van het persoonlijk projekt; - enz.
Het buitengewoon secundair onderwijs vorm 3 Vanaf de inschrijving van de leerling stelt de klasraad een individueel leerplan op, op basis waarvan ieder lid van de educatieve ploeg het opleidingswerk voorstelt en uitvoert. Dit individueel leerplan vindt plaats in het gedeelte van het projekt van een inrichting die specifiek is voor het secundair onderwijs vorm 3. Het zal regelmatig aangevuld en aangepast worden rekening houdend met de belangen van de leerling, zijn verworvenheden, zijn gedrag, zijn mogelijkheden, zijn vermogens, zijn moeilijkheden, enz.
Het buitengewoon secundair onderwijs vorm 3 omvat 2 fasen. Een derde fase, verbeteringsfase genoemd, mag ingezet worden.
De educatieve activiteiten, die overeenstemmen met een kwaliteitsvol schoolwerk, worden georganiseerd in : - activiteiten algemene vorming; - activiteiten beroepsvorming; - activiteiten in verband met het projekt van de inrichting; - activiteiten ter aanmoediging en/of verhelping om de persoonlijke ontplooiing van de leerling gunstig te laten verlopen en om zijn inschakeling op sociaal en professioneel vlak effectief voor te bereiden.
Deze activiteiten die volgens het individueel leerplan worden geprogrammeerd, worden collectief of individueel uitgevoerd. Zij hebben plaats binnen of buiten de inrichting.
Volgens de opties gekozen in de klasraad kan het schoolwerk de volgende activiteiten omvatten : - individuële werkzaamheden; - werkzaamheden in groepsverband; - opzoekingswerken; - bij gelegenheid werkzaamheden thuis.
De eisen voor een kwaliteitsvol schoolwerk worden in het individueel leerplan omschreven.
Rekening houdend met de aanknopingspunten die heel persoonlijk zijn en bepaald worden door de klasraad, hebben zij betrekking op : - de verantwoordelijkheidszin, die zich onder meer uit door de aandacht, de expressie, het nemen van initiatieven, de bekommernis voor goed uitgevoerd werk, het luisteren; - het geleidelijk aanleren van een persoonlijke en efficiënte werkmethode; - de capacitiet zich te integreren in een ploeg en solidair te werken aan de verwezenlijking van een taak; - de naleving van gegeven intructies, wat de beoefening van de zin voor kritiek niet uitsluit volgens nadere regels aangepast aan het onderwijsniveau; - de zorg bij de voorbereiding van de werkzaamheden, welke die ook mogen zijn; - de naleving van de vervaltermijnen en de termijnen.
Enkele om de leerling te helpen een kwaliteitsvol schoolwerk te verrichten - De uitleg over de doelstellingen van het onderwijs De doelstellingen nagestreefd door een nieuw leerprogramma moeten altijd duidelijk aan de leerlingen worden uitgelegd. Er wordt een verband gelegd met de vorige leerprocessen en ze worden gekoppeld aan de aan te leren bekwaamheden.
Het komt er hier op aan zinvolle betekenis te geven aan de leerprocessen en dus ook aan de nodige inspanningen om die aan te leren en de leerlingen te doen begrijpen wat van hen zal verwacht worden in de loop en op het einde van het programma. Men zal hun ook voorbeelden moeten aanhalen van wat zij zullen moeten bekwaam zijn te doen en hen ook uitleggen welke de criteria zijn om te slagen, criteria die op hun antwoorden worden toegepast.
Deze klaarheid over de te bereiken doelstellingen is onontbeerlijk voor een kwaliteitswerk, voor het aanleren van een zelf-evaluatie die toelaat autonoom op te treden en een evaluatie in samenspraak te doen waardoor een verhouding leraarleerling op basis van hulpverlening en verantwoordelijkheidszin kan ontstaan. - De ontwikkeling van transversale bekwaamheden De werkmethodes Om degelijk werk te verrichten komt het er op de eerste plaats op aan de gestelde vragen te begrijpen of te verstaan waarop de gevraagde taken betrekking hebben..
Wil men zich een werkmethode eigen maken dan is een systematisch leerproces in elke schooldiscipline vereist. Buiten het begrijpen van de richtlijnen veronderstelt die methode ook bekwaamheden zoals het beheren van de tijd, het pertinent gebruik van het werkgereedschap,...
De mentale aanpak De leraars van alle disciplines zorgen ervoor de mentale aanpak te diversifiëren die zij ter gelegenheid van de verschillende aan de leerlingen voorgestelde activiteiten opwekken : het essentiële van het bijkomstige onderscheiden, identificeren, vergelijken... - Het sociaal en persoonlijk gedrag De ontwikkeling van het sociaal en persoonlijk gedrag, evenals de intellectuele opleiding hangen af van leerprocessen die in elke discipline beoefend worden en in het schoolleven in het algemeen in praktijk worden gebracht : zijn verantwoordelijkheden opnemen, keuzen maken, zich naar de levensregels gedragen, zijn affectieve reacties t.o.v. de anderen bedwingen, zichzelf aanvaarden zoals men is, zich doen respecteren, luisteren zonder te onderbreken, samenwerken, zich zelf evaluëren (zo mogelijk). - Het werk op school en thuis Het werk op school omvat individuële en collectieve werkzaamheden, opzoekingswerk, programma's voor het opvangen van informatie, het uitwerken van ontwerpen.
Het werk thuis houdt rekening met het niveau van de studies, de steeds groeiende capaciteit om zelfstandig te handelen en zijn werk te organiseren waartoe iedere leerling geleidelijk aan moet worden opgeleid, zijn recht over genoeg vrije tijd te beschikken om hem toe te laten persoonlijke projekten buiten de school tot een goed einde te brengen.
Het moet mogelijk zijn de door de leraars gevraagde taken uit te voeren zonder behulp van een volwassene. De leraar zorgt ervoor dat de inlichtingsbronnen en het geschikte werkgereedschap voor iedere leerling in het bereik liggen. Zodoende zal het werk thuis geen vererging veroorzaken van de gevolgen van de sociale, culturele en economische ongelijkheid tussen de leerlingen.
Voor het werk thuis mag men geen evaluatie maken bij wijze van optelling, het heeft een opleidingsfunctie : het werk laat toe na te gaan of alles goed begrepen is, projekten of in de klas uit te voeren werkzaamheden voor te bereiden. - De klasagenda of het communicatieschrift Een actieve samenwerking tussen de inrichting en de ouders is onontbeerlijk om de aanwerving van verschillende bekwaamheden in de hand te werken. De klasagenda en/of het communicatieschrift dienen als doorzendingskanaal tussen beide partijen.
De klasagenda is voor de leerling een agenda die hij gebruikt om zijn schooltijd te schikken en de geleidelijke voortgang van zijn werkzaamheden in de klas en thuis in de tijd te spreiden.
Die gebruikswijze van de klasagenda blijkt niet zo normaal op het eerste gezicht; dat moet geleerd worden. Ieder leraar werkt daaraan mede vanaf de basisschool tot op het einde van het secundair onderwijs. Er wordt bijzondere zorg besteed aan de verstaanbaarheid van de opschrijvingen, inzonderheid wat het communicatieschrift betreft.
De leraars, iedereen wat hem betreft, zorgen er voor dat de klasagenda weldoordacht wordt gebruikt.
De evaluatie van de leerlingen De evaluatie is geen doel op zich zelf, zij is ook niet de doelstreving van het onderwijs, maar een middel waarover leraars en leerlingen beschikken om laatstgenoemden te helpen een kwaliteitsvol schoolwerk te verrichten.
De evaluatie en de klasraad De evaluatie heeft tegelijkertijd betrekking op de disciplinaire bevoegdheden en de transversale bekwaamheden. - De formatieve evaluatie Zij maakt deel uit van de onderwijs- en leeractiviteiten.
Voor zover zij een aanmoediging betekent voor de geslaagden en ertoe bijdraagt de oorzaak van de moeilijkheden en de missingen op te helderen ten einde uitwegen voor te stellen om die moeilijkheden te overkomen, is de evaluatie een essentiële factor om de leerlingen te motiveren, zelfvertrouwen in te boezemen en vooruitgang te maken.
In een formatieve evaluatie wordt de leerling nooit gestraft voor een fout; deze is maar een aanduiding voor eigen gebruik en voor de leraar.
Het feit dat er geen straf noch beoordeling voortvloeit uit de fout, geeft iedere leerling het onontbeerlijk vertrouwen om te durven bij te leren in situaties die nieuw zijn voor hem. Dit vertrouwen is dus essentieel in een onderwijs waaraan de leerling actief deel neemt door het feit dat hij in situaties geplaatst wordt waarvoor hij oplossingen moet zoeken, opzoekingen moet doen en creativiteitsgeest aan de dag moet leggen wat allemaal leidt tot het beheersen van zijn bekwaamheden.
Indien de leerling geen straf moet oplopen voor de fouten die onvermijdelijk zijn elke keer dat men een leerproces aanvat, op gevaar hem het nodig zelfvertrouwen te ontnemen die hij voor zijn leerproces nodig heeft, zijn de vooruitgang die men geboekt heeft en het steeds terugkerend genoegen wanneer men geslaagd is de criteria om een getuigschrift uit te reiken.
In vorm 1 wordt de evolutie van de leerling formatief geëvalueerd en verdergezet door de klasraad om op de educatieve prioriteiten van het onderwijs vorm 1 in te spelen.
Drie maal per schooljaar krijgt de leerling een bulletin. Er wordt geen enkele proef zo georganiseerd dat er geen enkele beraadslaging van de klasraad vereist is. Wanneer hij de inrichting verlaat ontvangt de leerling een attest van schoolbezoek.
In vorm 2 is de evaluatie formatief en verdergezet om op de educatieve prioriteiten van het onderwijs vorm 2 in te spelen.
Driemaal per schooljaar krijgt de leerling een bulletin waarin zijn evoluties in de verschillende leergangen en op het vlak van het gedrag worden vastgesteld. Er wordt geen enkele proef zo georganiseerd dat geen enkele beraadslaging van de klasraad vereist is. De klasraad bepaalt voor iedere leerling de duur van de fasen. De overgang van de eerste fase naar de volgende vloeit voort uit een beslissing van de klasraad die vanuit de gegevens van het individueel leerplan,rekening houdt met de vorderingen van de leerling, zijn motivatie, zijn belangstellingspunten,... Wanneer hij de inrichting verlaat, ontvangt de leerling een attest van schoolbezoek.
In vorm 3 geeft de formatieve evaluatie de voorkeur aan de vorderingen van de leerling. Zij laat toe de verschillende door de leerling verworven bekwaamheden te ontdekken. In een dergelijke contekst is het uitgesloten examenzittijden te houden.
Driemaal per schooljaar krijgt de leerling een bulletin waarin zijn evoluties in de verschillende leergangen (houding t.o.v. het werk en aantal minimaal verworven bekwaamheden) en op het vlak van het gedrag worden vastgesteld.
Op basis van de gegevens van het individueel leerplan, mag de klasraad : - de overgang van een leerling van een professionele afdeling naar een andere toelaten; - de overgang van een leerling van een professionele groep naar een andere toelaten : - in dezelfde professionele afdeling; - in verschillende professionele afdelingen.
Volgens de door het reglement bepaalde nadere regels reikt de klasraad een van de volgende documenten uit : - het getuigschrift van basisonderwijs, tijdens de eerste of de tweede fase, op basis van de verworvenheid van bekwaamheden voor de vakken Frans en Wiskunde die de leerling moet geassimileerd hebben; - een attest van wellukken op het einde van de eerste fase; - een getuigschrift van bekwaamheid op het einde van de tweede fase; in dat geval wordt de klasraad uitgebreid tot leden die geen deel uitmaken van het personeel van de inrichting en wordt dan een examencommissie voor kwalificatie; - een getuigschrift van bijkomende bekwaamheid op het einde van de derde fase; in dat geval wordt de klasraad uitgebreid tot leden die geen deel uitmaken van het personeel van de inrichting en wordt dan een examencommissie voor kwalificatie. - de klasraad is ook gemachtigd de heroriëntering van een leerling naar het gewoon onderwijs voor te stellen. - De evaluatie als resultaat van een optelling Proeven van die aard worden op het einde van een of meer leerprogramma's georganiseerd om de balans op te maken. Zij duiden aan de leerling en aan zijn ouders het niveau aan van de verworven kennis en de beheersing van de bekwaamheden. Zij bieden de klasraad de gelegenheid daarover zekerheid te geven en op het einde van het schooljaar zijn beslissingen te nemen en die met redenen te omkleden.
De bekwaamheidsniveaus, de bekwaamheden op het einde van de schooltijd en de opleidingsprofielen zijn de in aanmerking te nemen verwijzingen, inzonderheid voor de leerlingen die een kans maken in het gewoon onderwijs terug opgenomen te worden.
Elke evaluatieproef bij wijze van optelling zal altijd als dusdanig door de leraar moeten medegedeeld worden en hij zal er de datum van bepalen, rekening houdend met de verdeling van al de taken die men aan de leerlingen vraagt te vervullen.
Elke proef, of hij nu formatief of bij wijze van optelling wordt afgenomen (met uitzondering van eventuële eindproeven in juni voor de leerlingen die een kans maken op slagen), moet gevolgd worden door een analyse en voorstellen om eraan te verhelpen.
De beraadslaging De klasraad in juni onderzoekt het geval van al de leerlingen die regelmatig ingeschreven zijn in de inrichting op het ogenblik van de beraadslaging. Hij onderzoekt eveneens ter bewaring het geval van de leerlingen die de regularisatie van hun toestand afwachten, inzonderheid wat de evenwaardigheid van vroegere studies betreft.
A1 de beslissingen over de toekenning van een getuigschrift worden collegiaal genomen. De klasraad tracht eenparig te beslissen. Moet er gestemd worden, dan is de stemming geldig als de leden van het directiepersoneel en het onderwijspersoneel een eenvoudige meerderheid bereiken.
Men is verplicht te stemmen. De onthouding is uitgesloten. ledere leraar mag een stem uitbrengen en enkel één.
De stem van het hoofd van de inrichting of zijn afgevaardigde is facultatief.
Bij aanhoudende staking van stemmen in de klasraad, is de stem van het hoofd van de inrichting beslissend.
De debatten zijn vertrouwelijk, de mededeling van de uitslagen wordt georganiseerd door de inrichting volgens de bepalingen van dit studiereglement.
Elke beslissing van de klasraad over de overgang van een fase naar een andere en over de toekenning van een studietitel hangt af van een collegiale beraadslaging waar men tracht tot eenparigheid van stemmen te komen waarbij men rekening houdt met de leerling in wording.
De mededeling van de informatie Bij de heropening der scholen deelt het hoofd van de inrichting de leerlingen en de ouders mede welke procedure zij moeten volgen om met de directie, de leraars, de opvoeders en de directie van het PMSC contact op te nemen.
Tijdens het schooljaar wordt de informatie over de schooltoestand van de leerling periodiek medegedeeld aan de leerling en zijn ouders via nota's en commentaar op het bulletin en ononderbroken via de nota's in de klasagenda en het schriftelijk werk na evaluatie en verbetering ervan.
De werken worden aan de volwassen leerlingen en aan de ouders ter ondetekening bezorgd vooraleer aan de leraar terugbezorgd te worden en worden in het archief opgenomen volgens de procedures die eigen zijn aan elke inrichting. - Het bulletin In het le jaar wordt uiterlijk half november een gecommentarieerde samenvatting betreffende de aanpassing van de leerling aan het buitengewoon secundair onderwijs aan de ouders medegedeeld. Deze communicatie kan gedaan worden via het bulletin indien dit bulletin op deze datum wordt uitgedeeld.
Het bulletin wordt driemaal per schooljaar aan de leerling en aan de ouders bezorgd : tussen half november en begin van het winterverlof, tussen half maart en begin van het lenteverlof en einde juni.
De nadere regels inzake evaluatie die eigen zijn aan elke inrichting worden aan de leerlingen en aan de ouders begin van het schooljaar medegedeeld na advies van de participatieraad.
Begin juni worden de leerlingen en de ouders bij schriftelijke nota ingelicht over het ogenblik (datum en uur) en de plaats waar de beslissingen van de klasraad zullen medegedeeld worden. Deze mededeling wordt bij voorkeur gegeven via de klasagenda die in dat geval door de ouders wordt geparafeerd.
In juni en december worden de beslissingen van de klasraad wat de leerlingen betreft die in een fase zitten waarin een getuigschrift kan toegekend worden, aan de leerlingen en de ouders medegedeeld. Elke inrichting neemt de best geschikte beslissingen om deze communicatie te doen. Bovendien, wordt de beslissing van juni van de klasraad in het bulletin vermeld. Voor de leerlingen voor wie de klasraad beslist heeft hen af te wijzen, wordt de beslissing over slagen of over mislukken aan de volwassen leerling of aan de ouders per postbriefwisseling in december medegedeeld.
Opmerking In het buitengewoon onderwijs is het ondenkbaar dat een leerling de kwalificatieproeven waarvoor er geen getuigschrift in juni kon uitgereikt worden, alleen en tijdens de vakantie kan voorbereiden.
Het is dus de taak van de school de leerling voor te bereiden op de proeven die in december zijn voorzien om het nodige te kunnen doen om eraan te verhelpen.