gepubliceerd op 17 februari 1998
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 27 december 1991 betreffende de ambten, opdrachten en betrekkingen van de personeelsleden van het onderwijs voor sociale promotie
27 OKTOBER 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 27 december 1991 betreffende de ambten, opdrachten en betrekkingen van de personeelsleden van het onderwijs voor sociale promotie
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap d.d. 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, inz. op de artikelen 83 en 111, § 1, gewijzigd bij het decreet d.d. 17 juli 1997;
Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 27 december 1991 betreffende de ambten, opdrachten en betrekkingen van de personeelsleden van het Onderwijs voor sociale promotie, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 15 februari 1993 en bij besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 19 juli 1993 en 17 maart 1997;
Gelet op het protocol d.d. 8 september 1997 van het Sectorcomité IX en van het Comité voor provinciale en lokale diensten, afdeling II, die gezamenlijk vergaderden;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën d.d. 26 juni 1997;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 2 juli 1997;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 15 september 1997 over de vraag om advies dat door de Raad van State binnen een termijn van een maand moet worden uitgebracht;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 15 oktober 1997, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, Besluit :
Artikel 1.Een artikel 20bis dat luidt zoals volgt, wordt ingelast in het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 27 december 1991 betreffende de ambten, opdrachten en betrekkingen van de personeelsleden van het onderwijs voor sociale promotie : «
Artikel 20bis.Indien de mogelijkheid bepaald in artikel 111, § 1, lid 2 van het decreet d.d. 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie benut, zet(ten) de inrichtende macht(en) de betrekkingen waarvan zij afzien, in organieke lestijden om, overeenkomstig onderstaande voorwaarden : 1° betrekking van directeur : een voltijdse is gelijk aan 1 200 lestijden B per kalenderjaar;2° betrekking van opvoeder-huismeester : een voltijdse is gelijk aan 900 lestijden B per kalenderjaar.De omzetting kan ook betrekking hebben op iemand die halftijds werkt of een vierde van zijn werktijd presteert. »
Art. 2.Artikel 22 van hetzelfde besluit gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 15 februari 1993 wordt aangevuld met het volgende lid : « De inrichtende macht die in één van haar inrichtingen van de werving van een onderdirecteur afziet, verkrijgt, als compensatie, een bijkomende lestijdendotatie ten belope van 500 lestijden B per leerkracht die halftijds werkt en per kalenderjaar. »
Art. 3.Artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 15 februari 1993, wordt aangevuld met het volgende lid : « De inrichtende macht die één van haar inrichtingen van de werving van een werkmeester afziet, verkrigt als compensatie, een bijkomende lestijdendotatie ten belope van 250 lestijden B per leerkracht die een vierde van zijn werktijd presteert en per kalenderjaar. »
Art. 4.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « De inrichtende macht die in een van haar inrichtingen van de werving van een directiesecretaris(taresse) afziet, verkrijgt als compensatie een bijkomende lestijdendotatie ten belope van 450 lestijden B per persoon die halftijds presteert en per kalenderjaar. »
Art. 5.Artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 15 februari 1993, wordt aangevuld met het volgende lid : « De inrichtende macht die in een van haar inrichtingen van de werving afziet van een studiemeester-opvoeder, een opsteller of een klerk-typist(e), verkrijgt als compensatie een bijkomende lestijdendotatie ten belope van 400 lestijden B per persoon die halftijds werkt en per kalenderjaar. »
Art. 6.Artikel 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 17 maart 1997 wordt door de volgende bepaling gewijzigd : «
Artikel 26.§ 1. Het vastleggen van het aantal betrekkingen, bedoeld in de artikelen 19, 20, 21, 22, 23, 24 en 25 gebeurt op 1 januari van elk kalenderjaar. § 2. Een bijkomende betrekking wordt toegekend wanneer de drempels van lestijden-leerlingen, bedoeld in de artikelen 22, 23, 24 en 25 bereikt werden tijdens het op twee na laatste en het voorlaatste kalenderjaar.
In afwijking van lid 1 wordt een bijkomende betrekking aan de inrichting die tijdens het voorlaatste kalenderjaar op meer dan 10 % boven de betrokken drempel lag, toegekend. § 3. Een betrekking wordt afgeschaft wanneer de in de artikelen 22, 23, 24 en 25 bedoelde drempels lestijden-leerlingen niet bereikt werden tijdens het op twee na laatste en het voorlaatste kalenderjaar.
In afwijking van lid 1 wordt een betrekking in de inrichting die in de loop van het op twee na laatste kalenderjaar op meer dan 10 % beneden de betrokken drempel lag, afgeschaft. § 4. Voor de toepassing van § 2, lid 1 wordt geacht dat elk overschrijden van de in de artikelen 22 t/m 25 bedoelde drempels in 1995 de toekenning van een bijkomende overeenstemmende betrekking tot gevolg heeft gehad. »
Art. 7.Artikel 27 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap d.d. 15 februari 1993, wordt hersteld maar luidt als volgt : «
Artikel 27.Bij fusie overeenkomstig artikel 96 bis van voormeld decreet d.d. 16 april 1991 wordt in een uitdovingsformatie, een aantal betrekkingen van adj. directeur en adj. opvoeder-huismeester opgericht dat overeenstemt met het aantal overtollige betrekkingen van vast benoemde of in vast verband aangeworven directeurs en opvoeders-huismeesters die fungeerden in de inrichtingen die vóór de fusie bestonden.
Onverminderd de regels die van toepassing zijn inzake de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking en wederaanstelling, worden de vast benoemde personeelsleden die bij toepassing van de samenvoegingsvoorwaarden de betrekkingen van directeur en opvoeder-huismeester niet meer zullen bekleden, in actieve dienst teruggeroepen in de in lid 1 bedoelde betrekkingen van adj. directeur en adj. opvoeder-huismeester.
Elke in lid 1 bedoelde betrekking verdwijnt zodra de eerste titularis vertrekt.
Vanaf 1 januari volgende op de uitdoving van elke in lid 1 bedoelde betrekkingen en tijdens twee opeenvolgende kalenderjaren geniet de betrokken inrichtende macht een bijkomende lestijdendotatie gelijk aan 1 200 lestijden B per betrekking van adj. directeur en aan 900 lestijden per betrekking van adj. opvoeder-huismeester.
Wanner de fusie geen uitdovingsformatie tot gevolg heeft voor een van de in lid 1 bedoelde betrekkingen geniet de betrokken inrichtende macht vanaf 1 januari volgende op de fusie en tijdens twee opeenvolgende kalenderjaren het voordeel van een bijkomende lestijdendotatie gelijk aan 1 200 lestijden B per afgeschafte betrekking van directeur en aan 900 lestijden B per afgeschafte betrekking van opvoeder-huismeester. »
Art. 8.Een artikel 30bis, dat luidt als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Artikel 30bis.Onverminderd de artikelen 20 t/m 25 kunnen betrekkingen van studiemeester-opvoeder, onderdirecteur, werkmeester, klerk-typist(e) of directiesecretaris opgericht of gehandhaafd worden indien de inrichting te dien einde per kalenderjaar omzet : 1° 500 lestijden B per halftijds tewerkgestelde onderdirecteur;2° 250 lestijden B per betrekking van werkmeester die een vierde van zijn tijd presteert;3° 450 lestijden B per directiesecretaris(taresse) die halftijds presteert;4° 400 lestijden B per studiemeester-opvoeder, opsteller of klerk-typist(e) die halftijds presteert.»
Art. 9.Voor de toepassing van de artikelen 1, 2, 3, 4, 5 en 8 worden de deeltijdse prestaties overeenkomstig de volgende voorwaarden vastgesteld : 1° de halftijdse prestaties worden over hoogstens drie dagen per week verspreid;2° De prestaties van degenen die drie vierde van hun tijd werken worden over hoogstens vier dagen per week verspreid. Op verzoek van het betrokken personeelslid mogen de hoofden van inrichtingen voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap en de inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs van de in lid 1, 1° en 2° vermeld bepalingen afwijken.
Art. 10.Dit besluit treedt op 1 januari 1998 in werking.
Art. 11.De Minister bevoegd voor het onderwijs voor sociale promotie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 oktober 1997.
Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE