25 SEPTEMBER 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende aanstelling van de voorzitters, werkende leden en plaatsvervangers samenstellende de zonale inschrijvingscommissies die worden opgericht bij toepassing van de artikelen 80 en 82 van het decreet d.d. 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet d.d. 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, inz. op de artikelen 80 en 82;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 augustus 1997;

Gelet op het akkoord van de Mnister van Begroting, gegeven op 3 september 1997;

Gelet op de dringende noodzaak doordat de artikelen 80 en 82 van het decreet d.d. 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, op 1 september 1997 van kracht worden, dat het dan ook belangrijk is dat de zonale inschrijvingscommissies zo snel mogelijk in het leven worden geroepen om de gevraagde adviezen uit te brengen die de gelegenheid moeten geven aan de uit een schoolinrichting uitgesloten leerlingen om in een andere schoolinrichting te worden ingeschreven;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister-Voorzitster bevoegd voor onderwijs;

Gelet op de beraadslaging van de Regering, Besluit :

Artikel 1.Acht Zonecommissies worden in het leven geroepen bij toepassing van artikel 80 van het decreet d.d. 24 juli 1997 dat de taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren : 1° de Zonecommissie Brussel-Hoofdstad;2° de Zonecommissie van de provincie Waals-Brabant;3° de Zonecommissie van provincie Luik;4° de Zonecommissie van provincie Namen; 5° de Zonecommissie van provincie Luxemburg (en B.S.D); 6° de Zonecommissie van het administratief arrondissement West-Henegouwen;7° de Zonecommissie van het administratief arrondissement Bergen-Centrum;8° de Zonecommissie van het administratief arrondissement Charleroi Zuid-Henegouwen.

Art. 2.Elke Zonecommissie bestaat uit een Voorzitter, twee werkende leden en twee plaatsvervangers, aangesteld door de Minister van Onderwijs onder de hoofden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijsinrichtingen, met inbegrip van de hoofden van de toegevoegde basisscholen die onder de betrokken zone ressorteren.

Indien de Voorzitter wordt verhinderd, wordt hij vervangen door het werkend lid dat de grootste ambtsanciënniteit heeft.

Een plaatsvervanger zetelt in de volgende gevallen : 1° wanneer een werkend lid wordt verhinderd;2° wanneer een werkend lid de Voorzitter vervangt;3° wanneer de Voorzitter of een lid hoofd is van de inrichting waar de leerling uitgesloten is;4° wanneer de Voorzitter of een lid verwant is met de leerling tot de vierde graad.

Art. 3.De mandaten hebben een duur van hoogstens twee jaar. Ze kunnen worden hernieuwd. Elk lid dat de hoedanigheid waarvoor hij werd aangesteld verliest, wordt vervangen. De plaatsvervanger beëindigt het mandaat van zijn voorganger.

Art. 4.De Commissie kan slechts geldig vergaderen wanneer de Voorzitter en de twee leden aanwezig zijn.

Art. 5.§ 1. Voor de toepassing van artikel 82 van bovenvermeld decreet d.d. 24 juli 1997 brengt de Commissie, indien ze het niet nodig acht de leerling te verhoren, haar advies uit binnen de vijf werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de adviesvraag uitgaande van het Bestuur. § 2. Wanneer de Commissie het nodig acht de leerling te verhoren, brengt ze haar advies uit uiterlijk op de tiende werkdag die op het verhoor volgt.

Indien de leerling meerderjarig is, wordt hij per aangetekende brief met bewijs van ontvangst opgeroepen. Ze verhoort hem ten vroegste op de vierde werkdag die op de kennisgeving volgt. Indien de leerling niet verschijnt, dan maakt de Commissie een proces-verbaal van niet-bevinding op en voegt het bij het dossier.

Indien de leerling minderjarig is, ontbiedt ze hem samen met de ouders of de persoon die het ouderlijk gezag uitoefenent, per aangetekende brief. Indien de behoorlijk opgeroepen personen niet verschijnen, maakt de Commissie een proces-verbaal van niet-bevinding op en voegt het bij het dossier.

Het opsturen van de in lid 2 en lid 3 bedoelde aangetekende brief moet ten laatste op de vijfde werkadg die op de ontvangst van de adviesaanvraag van het bestuur volgt, gebeuren.

Art. 6.De Voorzitter maakt een jaarlijkse lijst op van de attesten voor de inschrijvingsaanvragen die hem krachtens artikel 80 van het decreet overgezonden worden.

De Voorzitter van de Zonecommissie legt, vóór 31 oktober, een verslag voor van de werkzaamheden van de Commissie in de loop van het voorafgaande schooljaar aan de hoofden van de onderwijsinrichtingen die onder zijn zone ressorteren. Hij richt een afschift van bedoeld jaarlijks verslag aan de Minister van Onderwijs en aan de Administrateur-generaal.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt ondertekend.

Art. 8.De Minister-voorzitster tot wier bevoegdheid het hoger onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 september 1997.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX