gepubliceerd op 12 december 1997
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma en de organisatie door de universitaire instellingen van het examen waarbij de student bewijst dat hij de Franse taal machtig is
14 JULI 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het programma en de organisatie door de universitaire instellingen van het examen waarbij de student bewijst dat hij de Franse taal machtig is
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet d.d. 5 september 1994 tot regeling van de universitaire studies en de academische graden, inz. op artikel 16, lid 5, ingelast bij decreet van 25 juli 1996;
Gelet op het collegiaal advies van de rectoren van de universitaire instellingen;
Gelet op het advies van de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën d.d. 29 mei 1997;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting d.d. 16 juni 1997;
Gelet op de dringende noodzaak gemotiveerd door het feit dat het examen waarbij zij het bewijs leveren dat zij de Franse taal machtig zijn, examen dat ze vóór 1 oktober ten minste één keer per academiejaar moeten inrichten en anderzijds door het feit dat de inschrijvingen vanaf einde juni beginnen;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven, op 24 juni 1997 bij toepassing van artikel 84, lid 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Besluit :
Artikel 1.Het examen waarbij een student zijn kennis van de Franse taal bewijst, waarvan sprake in artikel 16, lid 5, a), van voormeld decreet d.d. 5 september 1994, wordt ten minste één keer per academiejaar vóór 1 oktober ingericht door de universitaire instellingen. Deze kunnen onderling een gemeenschappelijke inrichting van bedoeld examen afspreken.
De student mag bedoeld examen slechts een keer per academiejaar afleggen. Hij moet in dit examen geslaagd zijn vóór het begin van het academiejaar waarvoor hij wenst zich in te schrijven.
Art. 2.Het in artikel 1 bedoelde examen moet de mogelijkheid geven om de bekwaamheid te bewijzen van de student om de Franse taal te gebruiken. De beoordeling van de kennis heeft als doel : - het begrijpen van de Franse taal vast te stellen, hetgeen de student de mogelijkheid geeft om met vrucht de studies te volgen waarvoor hij zich laat inschrijven; - een vaardigheid om mondeling en schriftelijk te communiceren, die hem de mogelijkheid geeft zich op vruchtbare wijze uit te drukken in het raam van de werkzaamheden en examens die het overeenstemmende leerprogramma omvat.
Het examen bestaat uit twee delen : - een geschreven proef : met als vertrekpunt een voordracht (van ongeveer 15 minuten) of een tekst (van ten hoogste 2 à 5 bladzijden) die een algemeen thema afhandelt, moet de student een samenvatting (van een twintigtal regels) in een continu tekst opstellen; - een mondelinge proef : een gesprek gericht op het thema van de geschreven proef moet ernaar streven na te gaan of de uiteenzetting van de voordracht of van de tekst die als basis diende, degelijk werd begrepen en of de student bekwaam is om mondeling degelijk te communiceren.
De andere inrichtingsvoorwaarden van het examen worden in gemeenschappelijk overleg met de universitaire instellingen vastgesteld.
Art. 3.Het welslagenattest voor het examen waarbij de kennis van de Franse taal wordt bewezen, geldt voor alle universitaire instellingen.
Art. 4.Wordt geacht te hebben voldaan aan de proef inzake de kennis van de Franse taal de student die op 1 oktober 1997 geslaagd is in een studiejaar dat leidt tot de academische graden die bepaald worden in artikel 6, §§ 1 t/m 3, van het decreet d.d. 5 september 1994 tot regeling van de universitaire instelling.
Art. 5.Dit besluit treedt op 10 juli 1997 in werking.
Art. 6.De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 juli 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, W. ANCION