gepubliceerd op 16 oktober 1997
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat alsmede de hierbij gevoegde tabel
14 JULI 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat alsmede de hierbij gevoegde tabel
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964, betreffende het statuut van de personeelsleden van het rijksonderwijs, zoals ze gewijzigd werd;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, zoals het gewijzigd werd;
Gelet op het besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 november 1996;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 mei 1997;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op het protocol 59/1 d.d. 13 juni 1991 betreffende de onderhandelingen gevoerd in het Comité dat gemeenschappelijk is aan de gehele openbare sector, in verband met de intersectoriële overeenkomst voor sociale programmatie voor de jaren 1991-1994 toepasselijk op de gehele openbare sector;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid en van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 1997;
Besluit :
Artikel 1.Het besluit d.d. 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgesteld de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat alsmede de hierbij gevoegde tabel worden als volgt gewijzigd : Vanaf de eerste oktober 1991 : In artikel 2, hoofdstuk B « Bestuurs- en onderwijzend personeel van het lager onderwijs », « Onderwijzer » Onder e) « Houder van het diploma van kleuteronderwijzeres, aangevuld met twaalf maanden dienstactiviteit in het door de Staat ingericht of gesubsidieerd onderwijs, wat de leeftijd ook mag zijn vanaf welke deze diensten gepresteerd werden.
De duur van bedoelde diensten wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 85 van het statuut, vastsgesteld bij het koninklijk besluit van 22 maart 1969. Deze twaalf maanden dienst in het onderwijs worden niet meegerekend voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit » Index 206/1 wordt vervangen door index 109. « Leermeester zedenleer » Onder e) « houder van het diploma van kleuteronderwijzeres, aangevuld met twaalf maanden dienstactiviteit in het door de Staat ingericht op gesubsidieerd onderwijs, wat de leeftijd ook mag zijn vanaf welke deze diensten gepresteerd werden.
De duur van bedoelde diensten wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 85 van het statuut, vastgesteld bij het koninklijk besluit van 22 maart 1969. Deze twaalf maanden dienst in het onderwijs worden niet meegerekend voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit » Index 206/1 wordt vervangen door index 109. « Leermeester bijzondere vakken » Onder g) « houder van een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, aangevuld met twaalf maanden dienstactiviteit in het door de Staat ingericht of gesubsidieerd onderwijs, wat de leeftijd ook mag zijn vanaf welke deze diensten gepresteerd werden.
De duur van bedoelde diensten wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 85 van het statuut, vastgesteld bij het koninklijk besluit van 22 maart 1969. Deze twaalf maanden dienst in het onderwijs worden niet meegerekend voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit » Index 206/1 wordt vervangen door index 109. « Leermeester godsdienst » onder f) « houder van 1. het diploma van kleuteronderwijzeres, aangevuld met getuigschrift van bekwaamheidsgetuigschrift voor het lager onderwijs, uitgereikt door het hoofd van de eredienst;2. einddiploma van het hoger secundair onderwijs, aangevuld met het in 1 bedoelde getuigschrift;3. het bedoelde getuigschrift in 1, indien dit getuigschrift werd uitgereikt vóór 12 januari 1972;4. een ander bekwaamheidsbewijs dan het vereiste bekwaamheidsbewijs, wanneer de boven bedoelde bekwaamheidsbewijzen aangevuld werden met twaalf maanden dienstactiviteit in het door de Staat ingericht of gesubsidieerd onderwijs, wat de leeftijd ook mag zijn vanaf welke deze diensten gepresteerd werden. De duur van bedoelde diensten wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 85 van het statuut, vastgesteld bij het koninklijk besluit van 22 maart 1969. Deze twaalf maanden dienst in het onderwijs worden niet meegerekend voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit ».
Index 206/1 wordt vervangen door index 109. - In hetzelfde artikel 2 - Hoofdstuk G « Opvoedend hulppersoneel » en « studiemeester-opvoeder in een internaat » worden respectievelijk door de volgende bepalingen vervangen : « Studiemeester-opvoeder » Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.De Minister-Voorzitster bevoegd voor onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 juli 1997.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Voorzitster belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister belast met Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION