6 JUNI 1997. Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot goedkeuring van de wijzigingen in het organiek statuut en het algemeen reglement van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de privilegebrieven van Keizerin Maria-Teresia tot omvorming van het letterkundig genootschap van Brussel tot keizerlijke-koninklijke Academie voor Wetenschappen en Letteren, toegekend op 16 december 1972;

Gelet op de wet d.d. 2 augustus 1924 waarbij de rechtspersoonlijkheid wordt verleend aan de Koninklijk Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, aan de Vlaamse Koninklijke Academie, aan de Academie royale de Langue et de Littérature françaises en aan de Koninklijke Academie voor Geneeskunde, inz. op artikel 1;

Gelet op het koninklijk besluit d.d. 1 december 1845 houdende herschikking en uitvaardiging van het organiek statuut voor de Koninklijke Academie voor Wetenschappen Letteren en Schone Kunsten van België, inz. op artikel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit d.d. 4 augustus 1925 en het koninklijk besluit d.d. 19 oktober 1961, op artikel 17 en op artikel 24, gewijzigd bij het koninklijk besluit d.d. 21 september 1970;

Gelet op het koninklijk besluit d.d. 1 december 1845 waarbij het algemeen reglement van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen Letteren en Schone Kunsten van België wordt uitgevaardigd, inz; op de artikelen 4, 5, 16 gewijzigd bij het koninklijk besluit d.d. 4 augustus 1925;

Gelet op de stemming van de drie klassen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België die een gezamenlijke algemene vergadering hielden op 4 december 1995;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën d.d. 13 februari 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting d.d. 27 februari 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, Besluit

Artikel 1.Wordt goedgekeurd de door de Koninklijk Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten genomen beslissing om, zoals hieronder vermeld, het organiek statuut van de Academie te wijzigen : Artikel 4 wordt door de volgende bepaling vervangen : « Artikel 4 : Elke klasse bestaat uit dertig leden. Ze telt, naast laatstgenoemden, vijftig buitenlandse vennoten, twintig berichtgevers die in het koninkrijk vertoeven en, desnoods, leden buiten kader. » Een artikel 8bis dat luidt als volgt wordt ingelast : «

Artikel 8bis.Elk lid van een klasse mag vragen om lid buiten kader te worden. Nadat akte hiervan werd genomen, staat de post open. Een lid buiten kader beschikt in de Academie over de voorrechten van een vennoot. »

Art. 2.Wordt goedgekeurd de door de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België genomen beslissing om zoals hieronder vermeld, het algemeen reglement van de Academie te wijzigen : In artikel 4 wordt het volgend lid ingelast tussen het derde en het vierde lid : « De leden buiten kader mogen aan het Geheimcomité deelnemen en er hun mening op adviserende wijze bekend te maken. » Artikel 4, 4e lid, wordt door het volgende lid vervangen : « De vennoten en de berichtgevers mogen ook aan het Geheimcomité deelnemen en er hun mening op adviserende wijze bekendmaken, maar enkel in het geval van de verkiezing van een geassocieerd lid of berichtgever. » Artikel 5, 2e lid, wordt door het volgend lid vervangen : « De leden buiten kader, de vennoten en de berichtgevers mogen aan het Geheimcomité deelnemen en er hun neming bekendmaken onder dezelfde voorwaarden als onder artikel 4. » Artikel 16 wordt door de volgende bepaling vervangen : « Artikel 16 : de leden, de leden buiten kader, de berichtgevers en de vennoten die in België vertoeven hebben recht op een presentiepenning, alsmede op een vergoeding voor verblijf-en vervoerkosten voor elke vergadering, wat de aard ervan ook weze, die zij bijwonen. de vennoten die niet in België vertoeven, hebben recht wanneer zij op een vergadering van de Academie worden uitgenodigd, op een presentiepenning, alsmede op een vergoeding voor verblijf- en vervoerkosten binnen het land. »

Art. 3.De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 juni 1997.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister belast met Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION