gepubliceerd op 03 november 2005
Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 1983 houdende oprichting van een Duitstalige Jeugdraad
5 JULI 2005. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 1983 houdende oprichting van een Duitstalige Jeugdraad
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993, 16 juli 1993, 30 december 1993, 16 december 1996, 18 december 1998, 4 mei 1999, 6 mei 1999, 25 mei 1999, 22 december 2000, 7 januari 2002, 24 december 2002, 5 mei 2003 en 3 juli 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1983 houdende oprichting van een Duitstalige Jeugdraad, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 29 mei 1996 en 24 september 2002;
Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juli 2005;
Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 5 juli 2005;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het koninklijk besluit van 30 december 1983 houdende oprichting van een Duitstalige Jeugdraad moet worden herzien, opdat inzonderheid « geïsoleerde » jongelui die niet aangesloten zijn bij de zogenaamde gevestigde organisaties, eveneens lid van de Jeugdraad kunnen worden;
Overwegende dat het bureau van de Duitstalige Jeugdraad in september 2005 zal worden hernieuwd, zodat de nieuwe voorschriften dringend in werking moeten treden om de rechtszekerheid te garanderen;
Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Jeugd;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 30 december 1983 houdende oprichting van een Duitstalige Jeugdraad, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 29 mei 1996 en 24 september 2002, wordt als volgt aangevuld : « g) één vertegenwoordiger voor iedere erkende jeugddienst; h) « geïsoleerde » jongelui die niet aangesloten zijn bij de in de punten a) tot g) vermelde organisaties, overeenkomstig artikel 5bis. Deze mogen ten hoogste éénderde van het totaal aantal leden van de Jeugdraad vormen. »
Art. 2.In artikel 5, lid 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 mei 1996, wordt de passus « vermeld in artikel 3, § 1, a) tot g) » na het woord « Raad » ingevoegd.
Art. 3.Een nieuw artikel 5bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Artikel 5bis.De leden van de Raad vermeld in artikel 3, § 1, h), worden op voordracht van het bureau, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in voorliggend artikel, door de bevoegde Minister benoemd.
Op het einde van het mandaat of als na vastlegging van de plenaire vergadering de in artikel 3, § 1, h), vermelde leden niet één derde van het totaal aantal van de raadsleden vormen, doet het bureau een openbaar oproep tot de kandidaten. De kandidaten dienen een curriculum vitae en een sollicitatiebrief in. Het bureau voert voorstellingsgesprekken met de kandidaten en zendt een voordracht aan de bevoegde Minister. »
Art. 4.Artikel 7, lid 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 mei 1996 en vervangen bij het besluit van de Regering van 24 september 2002, wordt als volgt vervangen : « Het mandaat van de werkende en plaatsvervangende leden binnen de plenaire vergadering loopt over drie jaar en is hernieuwbaar. »
Art. 5.In artikel 9, lid 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 29 mei 1996, wordt het getal « zeven » door « negen » vervangen.
Art. 6.In artikel 9, lid 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 mei 1996 en vervangen bij het Besluit van de Regering van 24 september 2002, wordt de eerste zin als volgt vervangen : « Bij afzonderlijke stemmingen kiest de Raad een voorzitter en een ondervoorzitter onder de vertegenwoordigers van de jeugdorganisaties, jeugdcentra, jeugddiensten of van de in artikel 3, § 1, f), bedoelde niet erkende instellingen. »
Art. 7.In artikel 9, lid 4, eerste zin, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 29 mei 1996 en vervangen bij het besluit van de Regering van 24 september 2002, wordt het getal « vijf » door « zeven » vervangen.
Art. 8.Artikel 9, lid 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 29 mei 1996 en vervangen bij het besluit van de Regering van 24 september 2002, wordt aangevuld met een derde zin, luidend als volgt : « Onder deze personen mogen ten hoogste drie « geïsoleerde » jongelui in de zin van artikel 3, § 1, h), zijn. »
Art. 9.In artikel 9, lid 5, van hetzelfde besluit wordt de tweede zin als volgt vervangen : « Het mandaat binnen het Bureau is één keer hernieuwbaar ».
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2005.
Eupen, 5 juli 2005.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Cultuur en Media, Monumentenzorg, Jeugd en Sport, Mevr. I. WEYKMANS