Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 26 mei 2005
gepubliceerd op 28 oktober 2005

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap betreffende de Vakantiewoningen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2005033085
pub.
28/10/2005
prom.
26/05/2005
ELI
eli/besluit/2005/05/26/2005033085/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 MEI 2005. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap betreffende de Vakantiewoningen


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 23 november 1992 betreffende de vakantiewoningen, inzonderheid op artikel 3, lid 1, gewijzigd bij het programmadecreet 2004 van 1 maart 2004;

Gelet op het besluit van de Regering van 10 november 1993;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juni 2004;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 9 juni 2004;

Gelet op het advies nr. 37.855/3 van de Raad van State, gegeven op 14 december 2004 met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Algemeenheden Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van voorliggend besluit verstaat men onder : 1° decreet : het decreet van 23 november 1992 betreffende de vakantiewoningen;2° vakantiewoning : een vakantiewoning in de zin van artikel 1, 1°, van het decreet;3° Minister : de Minister van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake Toerisme;4° Ministerie : het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;5° verhuurder : de persoon die een vakantiewoning tot toeristische doeleinden verhuurt;6° huurder : de persoon die een vakantiewoning tot toeristische doeleinden huurt. Principe

Art. 2.Een vakantiewoning wordt erkend voorzover zij overeenkomstig voorliggend besluit geclassificeerd wordt.

Aanvraag

Art. 3.De erkenningsaanvraag wordt bij het Ministerie schriftelijk ingediend.

Procedure

Art. 4.Binnen veertien dagen na de ontvangst van de aanvraag neemt het Ministerie contact op met de aanvrager om een termijn af te spreken ten einde de vakantiewoning ter plaatse te classificeren. HOOFDSTUK II. - Classificatie Classificatie

Art. 5.Het Ministerie classificeert de vakantiewoning in één van de vier categorieën naargelang de ligging, de conceptie, de uitrusting en de decoratie, voorzover er voldaan wordt aan de overeenstemmende voorwaarden en criteria bepaald in de bijlage.

Voor elke categorie moeten overeenstemmende, in de bijlage opgenomen voorwaarden vervuld zijn. Zo niet moet de classificatie worden geweigerd. Bovendien wordt de vakantiewoning aan de hand van criteria beoordeeld die in dezelfde bijlage vastgelegd zijn.

Kan de vakantiewoning binnen een termijn van dertig dagen na lichte werken een hogere categorie bereiken, dan kan de aanvrager de noodzakelijke werken uitvoeren. De classificatie in de hogere categorie vindt plaats na de uitvoering van de werken, die de aanvrager moet bewijzen.

Herziening van de classificatie

Art. 6.De verhuurder van een erkende vakantiewoning kan bij het Ministerie de herziening van de classificatie schriftelijk aanvragen.

In de aanvraag moet bewezen worden dat er voldaan wordt aan de voorwaarden en criteria bepaald voor de beoogde categorie.

Classificatie van bestaande vakantiewoningen

Art. 7.Aan de reeds erkende vakantiewoningen die in de laagste categorie niet kunnen worden geclassificeerd, wordt de erkenning ingetrokken overeenkomstig artikel 8.

Intrekking van de erkenning

Art. 8.De Minister kan de vakantiewoning in een lagere categorie indelen, respectievelijk krachtens artikel 4 van het decreet de erkenning intrekken, indien er niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden of criteria. Deze beslissing wordt de verhuurder per aangetekende brief betekend. De indeling in een lagere categorie vindt overeenkomstig artikel 5 plaats.

Geldigheidsduur

Art. 9.De classificatie geldt voor vijf jaar vanaf de toekenningsdatum. HOOFDSTUK III. - Bijzondere verplichtingen van de verhuurder Verplichting tot transparantie

Art. 10.De huurprijs met alle bijkomende lasten moet tussen de verhuurder en de huurder bij voorbaat en voor de hele duur van de verhuring vastgelegd worden en mag voor de betrokken periode achteraf niet verhoogd worden.

Na elk verblijf en ten laatste vóór elke nieuwe verhuring moet de vakantiewoning grondig gereinigd en belucht worden. De verhuurder mag een participatie in de kosten voor de reiniging van de vakantiewoning aan de huurder aanrekenen, indien die de woning niet zelf reinigt. Het bedrag van die participatie wordt vóór het begin van de verhuring aan de huurder medegedeeld.

Overige verplichtingen

Art. 11.De verhuurder is ertoe verplicht, 1° de huurders zo goed mogelijk te ontvangen, aan alle vereisten te voldoen om hun verblijf te vergemakkelijken en hun bij het zoeken naar toeristische informatie behulpzaam te zijn;2° bij de ingang van de vakantiewoning alle telefoonnummers duidelijk aan te brengen die in noodgeval moeten worden gebruikt;3° de huurders op het begin van de verhuring mede te delen 1) waar en op welke voorwaarden een telefoon in noodgeval kan worden gebruikt;2) hoe men het dichtstbijgelegen ziekenhuis kan bereiken;4° voor elke verhuring van de vakantiewoning een door het Ministerie ter beschikking gesteld formulier in te vullen.Te vermelden zijn : 1) de aankomst van de gasten;b) het vertrek van de gasten;c) de afkomst van de gasten;d) de wijze waarop de gasten informatie over de vakantiewoning hebben verkregen;5) de reservatiewijze. De formulieren moeten het Ministerie op het einde van elk semester worden toegezonden en dienen uitsluitend voor de statistische evaluatie; 5° op verzoek van het Ministerie en binnen de vastgelegde termijn, hem alle gegevens betreffende de uitrusting en de toegepaste weektarieven - zo nodig voor de verschillende seizoenen - mede te delen; Deze gegevens kunnen voor publicaties in opdracht van de Duitstalige Gemeenschap gebruikt worden.

Controle

Art. 12.Door de erkenning als vakantiewoning aan te vragen staat de aanvrager de Minister toe, alle noodzakelijke verificaties en inspecties te laten uitvoeren door de krachtens artikel 3, lid 2, van het decreet aangewezen personen. HOOFDSTUK IV. - Schild Uitreiking van het schild

Art. 13.Voor elke vakantiewoning verkrijgt de verhuurder een door het Ministerie ter beschikking gesteld schild, waarvan de minister het model vastlegt. Het maakt de classificatie van de vakantiewoning in één van de vier categorieën duidelijk daar de verschillende categorieën door korenaren aangeduid worden.

Het schild blijft het eigendom van de Duitstalige Gemeenschap en moet in de nabijheid van de hoofdingang van de vakantiewoning goed zichtbaar worden aangebracht.

De diefstal, het verlies of de vernietiging van het schild moeten bij de politie aangegeven worden. Een nieuw schild wordt pas uitgereikt nadat het bewijs van deze aangifte geleverd is.

Teruggave van het schild

Art. 14.Bij intrekking van de erkenning moet het schild binnen twintig dagen na betekening van de beslissing houdende intrekking teruggegeven worden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen Opheffing

Art. 15.Het besluit van de Regering van 10 november 1993 betreffende de vakantiewoningen wordt opgeheven.

Inwerkingtreding

Art. 16.Voorliggend besluit heeft uitwerking op 1 januari 2005, onverminderd de rechten verworven ten gunste van bestaande vakantiewoningen die volgens de tot nu toe vigerende regelingen erkend zijn, en dit zolang deze vakantiewoningen niet volgens dit besluit erkend en geclassificeerd zijn.

Uitvoering

Art. 17.De Minister wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 26 mei 2005.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 26 mei 2005 betreffende de vakantiewoningen.

De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Vice-Minister-President, Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, B. GENTGES

^