Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Duitstalige Gemeenschap van 03 januari 1997
gepubliceerd op 17 juli 1997

Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschapover de organisatie van opleidingsafdelingen in de beschermde werkplaatsen

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
1997033063
pub.
17/07/1997
prom.
03/01/1997
ELI
eli/besluit/1997/01/03/1997033063/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JANUARI 1997. Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschapover de organisatie van opleidingsafdelingen in de beschermde werkplaatsen


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990, 5 mei 1993 en 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 juni 1990 houdende oprichting van een « Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge » (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap alsmede voor de bijzondere sociale bijstandsverlening), inzonderheid op artikel 4, 1, 4°;

Gelet op het besluit van de Executieve van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepaalde te volgen regels voor de berekening van de personeelskosten die aan de erkende inrichtingen en verenigingen verleend worden in het kader van de toelagen per dag toegekend door de « Dienststelle für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge »;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 20 december 1996;

Gelet op het advies van de Raad van Beheer van de Dienst, gegeven op 6 december 1996;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is, door de organisatie van opleidingsafdelingen in de beschermde werkplaatsen, de vaardigheden van de gehandicapten te bevorderen opdat deze op een tewerkstelling krachtens een arbeidsovereenkomst worden voorbereid om te vermijden dat zij geen socio-professionele perspectieven meer hebben;

Op de voordracht van de Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, Besluit

Artikel 1.In elke beschermde werplaats erkend door de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap alsmede voor de bijzondere sociale bijstandsverlening, hierna « Dienst » genoemd, kan een opleidingsafdeling worden georganiseerd.

Art. 2.De opleidingsafdeling richt zich op gehandicapten die tenminste 18 jaar oud zijn, voor wie een beschermde werkplaats de aangewezen activiteit vormt maar wier socio-professionele vaardigheden moeten worden ontwikkeld opdat zij de produktiviteit bereiken die noodzakelijk is om in een beschermde werkplaats krachtens een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld te worden.

Art. 3.Om tot een opleidingsafdeling in een beschermde werkplaats toegelaten en bij de berekening van de personeelsnormen in aanmerking genomen te worden, moet de gehandicapte bij de Dienst zijn ingeschreven en zijn toelating moet door deze Dienst worden goedgekeurd.

De toelating door de Dienst wordt voor ten hoogste 12 maanden toegekend. Ze kan echter verlengd worden.

Met het oog op een voorbereiding op een tewerkstelling krachtens een arbeidsovereenkomst in een beschermde werkplaats kan de Dienst stages in aanmerking nemen voor de berekening van de personeelsnormen.

Art. 4.De Dienst neemt een voltijds tewerkgestelde instructeur voor elke groep van 8 gehandicapten als personeelsnorm voor de subsidiëring.

In afwijking van het eerste lid wordt : 1° bij de opening van een opleidingsafdeling de eerste voltijdse betrekking aan een groep van 4 personen toegekend voor een maximale duur van 2 jaar.Deze duur kan in gerechtvaardigde gevallen door de Raad van Bestuur van de Dienst worden verlengd; 2° een bijkomende halve betrekking vanaf 12 personen toegekend.

Art. 5.De opleiding van de gehandicapten wordt verstrekt door vakpersoneel met een basisopleiding van niveau A1 in de pedagogie.

In afwijking van het eerste lid kan de opleiding van de gehandicapten door vakpersoneel met een basisopleiding van niveau A2 in de pedagogie worden verstrekt, op voorwaarde dat dit personeel zich ertoe verplicht een opleiding met het oog op een kwalificatie van niveau A1 te volgen en binnen 2 jaar na de indienstneming ten minste één opleidingsjaar met vrucht beëindigt.

Art. 6.Het opleidingspersoneel is ermee belast voor elke gehandicapte een opleidingsprogramma uit te werken en te laten uitvoeren.

Het opleidingsprogramma moet het mogelijk maken de vaardigheden van de gehandicapten doelgericht te ontwikkelen op basis van hun bekwaamheden en interesses met het oog op een tewerkstelling in een beschermde werkplaats.

Ten minste alle drie maanden maakt de instructeur samen met de gehandicapte de balans van het opleidingsprogramma op waarvan de resultaten aan de Dienst in de vorm van een bericht moeten worden overgemaakt.

Art. 7.Het vakpersoneel bedoeld in artikel 5 moet bij de indienstneming door de beschermde werkplaats het statuut van uitkeringsgerechtigde werkloze hebben.

Op basis van de weddeschalen opgenomen in de bijlage bij het besluit van de Executieve van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepaalde te volgen regels voor de berekening van de personeelskosten die aan de erkende inrichtingen en verenigingen verleend worden in het kader van de toelagen per dag toegekend door de « Dienststelle für Personen mit einer Behinderung sowie für die besondere soziale Fürsorge » betaalt de Dienst de na aftrek van andere subsidies resterende personeelskosten terug, alsmede de kosten voortvloeiend uit de verzekering inzake arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid.

Art. 8.De beschermde werkplaats is ertoe verplicht de noodzakelijke voorwaarden te scheppen voor een goede werking van de opleidingsafdeling en neemt alle andere kosten m.b.t. de opleiding op zich.

Art. 9.De gehandicapte die een opleidingsprogramma in een opleidingsafdeling volgt, verkrijgt geen loon.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.

Art. 11.De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 3 januari 1997.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap: De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme J. MARAITE De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden K.-H. LAMBERTZ

^