GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD

23 NOVEMBER 2023. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de erkenning en de subsidiëring van de representatieve organisaties van de ziekenhuissector

Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 5 oktober 2023 tot wijziging van de ordonnantie van 4 april 2019 betreffende de oprichting, de erkenning, de programmatie en de erkenningsprocedures van de ziekenhuizen, vormen van samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen of ziekenhuisactiviteiten, met betrekking tot de representatieve organisaties van de ziekenhuissector;

Gelet op de ordonnantie van 4 april 2019 betreffende het ziekenhuisbeleid;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van 27 april 1995 betreffende de erkenning van de structuren voor ziekenhuiscoördinatie en de toekenning van toelagen Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 maart 2023 ;

Gelet op de akkoordbevinding van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, gegeven op 21 maart 2023 ;

Gelet op het advies van de afdeling ziekenhuizen van de Adviesraad van 6 april 2023 ;

Gelet op het evaluatieverslag van de impact van het ontwerp van regelgevende handeling op de respectievelijke situatie van vrouwen en mannen, met toepassing van artikel 3, 1°, van de ordonnantie van 16 mei 2014 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Gelet op evaluatieverslag van de impact van het ontwerp van regelgevende handeling op de situatie van personen met een handicap, met toepassing van artikel 4, § 3, van de ordonnantie van 23 december 2016 houdende integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies nr. 74.646/3 van de Raad van State, gegeven op 8 november 2023 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de leden van het Verenigd College belast met het Gezondheidsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Erkenningsvoorwaarden

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet onder "ministers" de leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het Gezondheidsbeleid worden verstaan.

Art. 2.De representatieve organisatie heeft haar zetel van verrichtingen op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en is opgericht in de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon, die rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel mag uitkeren of verstrekken, behalve voor het in haar statuten bepaald belangeloos doel.

Art. 3.De representatieve organisatie heeft ten minste zeven ziekenhuizen als lid, zoals bedoeld in artikel 2 en 3, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, die onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vallen.

Voor de telling waarin dit artikel voorziet, mogen de aangesloten ziekenhuizen slechts lid zijn bij één representatieve organisatie.

Art. 4.Om de opdrachten uit te voeren die beoogd zijn in artikel 4/1, van de ordonnantie van 4 april 2019 betreffende het ziekenhuisbeleid, moet de representatieve organisatie: 1° haar aangesloten ziekenhuizen vertegenwoordigen in de bevoegde paritaire comités in de zin van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;2° de ziekenhuizen vertegenwoordigen die onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vallen in de organen van de verschillende instellingen die voor hen bevoegd zijn;3° het overleg tussen de ziekenhuizen organiseren over de aangelegenheden met betrekking tot de belangen van de Brusselse ziekenhuissector;4° het overleg, de uitwisseling en de coördinatie opzetten met de actoren of sectoren die betrokken zijn bij het gezondheidsbeleid inzake bijstand aan personen, of met socio-culturele diensten;5° het overleg en de uitwisselingen organiseren met gezondheidszorginstellingen en coördinatiestructuren van andere deelentiteiten die actief zijn op het grondgebied van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, met het oog op harmonisatie en verbetering van de praktijken in het belang van de patiënten;6° het overleg en de uitwisselingen tussen de ziekenhuizen organiseren bij de toepassing van de door de Brusselse overheid vastgestelde kwaliteitsnormen en hen begeleiden bij het naleven van de door de Brusselse overheid vastgestelde prioriteiten inzake zorgaanbod en -organisatie;7° de deelname van haar leden die onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vallen aan initiatieven die de tweetaligheid van hun ziekenhuisdiensten moeten waarborgen, vergemakkelijken en bevorderen. HOOFDSTUK II - Erkenningsprocedure

Art. 5.Om erkend te worden moet de representatieve organisatie een aanvraag indienen bij de Diensten van het Verenigd College met de volgende documenten: 1° de statuten en de contactgegevens van de organisatie;2° de lijst van de ziekenhuizen die lid zijn van de organisatie;3° een verslag over de doelstellingen van de organisatie en de methoden om ze te verwezenlijken, die het mogelijk maken de doelstellingen in de ordonnantie van 4 april 2019 betreffende het ziekenhuisbeleid en in dit besluit, te behalen. Indien het een representatieve organisatie in oprichting betreft, gaat de aanvraag vergezeld van de ontwerpen van statuten, de lijst van de toekomstige leden en een synthese van de door de organisatie overwogen doelstellingen.

Art. 6.De Diensten van het Verenigd College onderzoeken de aanvraag en stellen een verslag op over de naleving van de erkenningsvoorwaarden.

Art. 7.Het in artikel 6 bedoelde verslag wordt naar de aanvrager gestuurd. Die beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het verslag, om zijn opmerkingen aan de Diensten van het Verenigd College te bezorgen.

Art. 8.§ 1. De ministers bezorgen de representatieve organisatie de beslissing tot erkenning of hun gemotiveerde voornemen om de toekenning van de erkenning te weigeren binnen dertig dagen volgend op de termijn bedoeld in artikel 7. § 2. Bij een beslissing tot voornemen van weigering van erkenning kan de representatieve organisatie de ministers binnen dertig dagen volgend op de kennisgeving van die beslissing haar opmerkingen meedelen. Op haar vraag wordt ze door de Diensten van het Verenigd College gehoord. § 3. De ministers nemen binnen dertig dagen volgend op de ontvangst van de opmerkingen of op de dag van het verhoor bedoeld in paragraaf 2, al dan niet hun definitieve beslissing.

Indien binnen de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde termijn geen opmerkingen zijn ontvangen, wordt het voornemen van weigering van erkenning bevestigd.

Art. 9.De erkenning wordt toegekend voor een periode van zes jaar, die meermaals met dezelfde periode kan worden verlengd overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk III. De erkenning begint te lopen vanaf de datum van de aanvraag.

Art. 10.Indien het een representatieve organisatie in oprichting betreft, gaat de erkenning in op de datum van indiening van de in artikel 5 bedoelde documenten en op voorwaarde dat deze aan de erkenningsvoorwaarden voldoen.

Indien, op basis van de ingediende documenten, wordt vastgesteld dat niet aan de erkenningsvoorwaarden wordt voldaan, wordt artikel 13 toegepast. HOOFDSTUK III - Verlenging van erkenning

Art. 11.Aan het einde van de erkenningsperiode wordt de erkenning voorlopig verlengd tot er een nieuwe beslissing van de ministers is.

Uiterlijk drie maanden voor de geldigheidsperiode van de erkenning verstrijkt, sturen de Diensten van het Verenigd College naar de representatieve organisatie een formulier om de erkenning te verlengen. Dit formulier moet naar behoren ingevuld en ondertekend worden teruggestuurd binnen dertig dagen na de ontvangst ervan, samen met de in artikel 5 vermelde documenten.

Art. 12.Artikel 6 tot en met 8 zijn van toepassing op de procedure tot verlenging van de erkenning. HOOFDSTUK IV - Intrekking van de erkenning

Art. 13.§ 1. Wanneer de Diensten van het Verenigd College vaststellen dat de representatieve organisatie niet meer aan de erkenningsnormen voldoet, stellen de ministers de representatieve organisatie in gebreke om aan de geldende erkenningsnormen te beantwoorden binnen een redelijke termijn die zij vastleggen.

De ministers kunnen de duur van de ingebrekestelling verlengen. § 2. Indien de geldende normen niet volgens de nadere regels en binnen de vastgelegde termijnen worden nageleefd, stellen de ministers de representatieve organisatie in kennis van hun voornemen om de erkenning in te trekken.

De representatieve organisatie kan haar opmerkingen meedelen aan de ministers binnen dertig dagen volgend op de kennisgeving van deze beslissing. Op haar vraag wordt ze door de Diensten van het Verenigd College gehoord. § 3. De ministers nemen binnen dertig dagen volgend op de ontvangst van deze opmerkingen of op de dag van het verhoor bedoeld in paragraaf 2, al dan niet hun definitieve beslissing.

Indien binnen de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde termijn geen opmerkingen zijn ontvangen, wordt het voornemen van weigering van erkenning bevestigd. HOOFDSTUK V - Subsidie

Art. 14.Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten wordt een jaarlijks bedrag van 730.000 euro uitgetrokken voor de subsidiëring van de erkende representatieve organisaties.

Het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt: 1° gekoppeld aan de schommelingen van de afgevlakte gezondheidsindex, zoals vermeld in artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen;2° jaarlijks geïndexeerd op 1 januari indien de spilindex werd overschreden overeenkomstig de artikelen 2 tot 2quater, van voormeld koninklijk besluit.

Art. 15.Ten minste 60% van de subsidie moet worden gebruikt voor de loonkosten van het personeel.

Art. 16.Het in artikel 14 vermelde bedrag wordt onder de representatieve organisaties verdeeld in verhouding tot het aantal erkende bedden in de ziekenhuizen zoals bedoeld in artikel 2 en 3, van de gecoördineerde wet van 10 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2008 pub. 31/03/2011 numac 2011000186 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Gecoördineerde wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 10/07/2008 pub. 04/06/2010 numac 2010000299 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen. - Duitse vertaling sluiten op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, die lid zijn van de representatieve organisatie en onder de bevoegdheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vallen.

Art. 17.Een voorschot van 80% van de in artikel 14 bedoelde subsidie wordt uiterlijk op 31 januari van het betrokken jaar betaald.

Het saldo van de subsidie wordt betaald na goedkeuring door de Diensten van het Verenigd College van het activiteitenverslag en de verantwoordingsstukken.

Art. 18.Elk jaar verstrekken de representatieve organisaties uiterlijk op 31 juli aan de Diensten van het Verenigd College: 1° het activiteitenverslag met een omschrijving van de uitvoering van de in artikel 4 bedoelde opdrachten om te weten in welke mate de opdrachten voltooid werden;2° de jaarrekeningen;3° een verslag van een bedrijfsrevisor;4° een overzichtstabel met de verschillende inkomsten en de verschillende uitgavencategorieën.Deze tabel bevat het bedrag van de inkomsten en uitgaven, een beschrijving ervan en, in voorkomend geval, een duidelijke indicatie welk deel van de kosten door dit subsidiebesluit gedekt wordt, en welk deel van de kosten door (een) andere subsidie(s) gedekt wordt.

De tabel vermeldt duidelijk de oorsprong en de reikwijdte van eventuele andere subsidies die niet onder dit besluit vallen en die gebruikt worden voor de activiteit waarop dit besluit betrekking heeft; 5° De stukken die het gebruik van de subsidie rechtvaardigen, vergezeld van een overzichtstabel van die stukken met verwijzing naar de uitgavencategorie. Elk stuk wordt genummerd en de nummering wordt in de overzichtstabel overgenomen; 6° een afschrijvingstabel met de nieuwe en de lopende afschrijvingen.

Art. 19.Elk origineel verantwoordingsstuk met betrekking tot deze subsidie moet voorzien worden van een vermelding die verwijst naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Wanneer een uitgave wordt gesubsidieerd door verschillende subsidiërende entiteiten, moet het originele verantwoordingsstuk de uitsplitsing van het bedrag van de uitgave tussen de verschillende deelentiteiten vermelden.

Art. 20.De Diensten van het Verenigd College kunnen de vorm van het in artikel 18, 1°, bedoelde activiteitenverslag en de financiële verantwoordingsstukken opleggen.

Art. 21.De Diensten van het Verenigd College kunnen extra informatie opvragen die ze nuttig achten om de aanwending van de subsidie te beoordelen.

Art. 22.Zonder afbreuk te doen aan artikel 85 van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, behouden de Diensten van het Verenigd College zich het recht voor om de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of niet uit te betalen indien: 1° het activiteitenverslag of de financiële verantwoordingsstukken niet tijdig ingediend zijn;2° uit de evaluatie van deze verantwoordingsstukken blijkt dat de doelstellingen niet of niet volledig zijn bereikt;3° uit de evaluatie van deze verantwoordingsstukken blijkt dat het subsidiebedrag dat toegekend is te hoog zou zijn;4° de financiële verantwoording of de uitvoering van de opdracht ontoereikend is. HOOFDSTUK VI - Slotbepalingen

Art. 23.Het besluit van het Verenigd College van 27 april 1995 betreffende de erkenning van de structuren voor ziekenhuiscoördinatie en de toekenning van toelagen wordt opgeheven

Art. 24.De ordonnantie van 5 oktober 2023 tot wijziging van de ordonnantie van 4 april 2019 betreffende de oprichting, de erkenning, de programmatie en de erkenningsprocedures van de ziekenhuizen, vormen van samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen of ziekenhuis-activiteiten, met betrekking tot de representatieve organisaties van de ziekenhuissector en dit besluit treden in werking op 1 januari 2024.

Art. 25.De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Gezondheidsbeleid zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 november 2023.

Voor het Verenigd College, De Leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON E. VAN DEN BRANDT