GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD

14 SEPTEMBER 2023. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de administratieve toestand en de individuele geldelijke rechten van de personeelsleden van de vzw CMDC-CDCS bij integratie binnen de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 `betreffende de Brusselse instellingen', artikel 79, § 1;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 mei 2023;

Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Begroting, gegeven op 31 mei 2023;

Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Openbaar Ambt, gegeven op 31 mei 2023;

Gelet op het evaluatieverslag van het reglementair ontwerp op de respectievelijke situatie van vrouwen en mannen, uitgevoerd op 31 mei 2023, met toepassing van artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 16 mei 2014 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ;

Gelet op evaluatieverslag van het ontwerp van regelgevende akten op de situatie van personen met een handicap, uitgevoerd op 31 mei 2023 met toepassing van art. 4, § 3 van de ordonnantie van 23 december 2016 houdende integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;

Gelet op het protocolakkoord nr. 2023/03 van het Sectorcomité XV van 30 juni 2023 ;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen verlengd met vijftien dagen, die op 11 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden die op 1 januari 2023 in navolging van de fusie in de zin van het wetboek van vennootschappen en verenigingen met de Vereniging zonder winstoogmerk Centre de Documentation et de Coordination Sociales - Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie overgedragen zijn naar de Diensten van het Verenigd College en die zijn opgenomen in de tabel gevoegd als bijlage bij dit besluit. HOOFDSTUK II : - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder: 1° "CMDC": de Vereniging zonder winstoogmerk Centre de Documentation et de Coordination Sociales - Centrum voor Maatschappelijke Documentatie en Coördinatie.2° "Personeelslid": het personeelslid dat op 1 januari 2023 in navolging van de fusie met CMDC overgedragen werd naar de Diensten van het Verenigd College.3° "Verworven recht": de rechten voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst of arbeidsbetrekking die golden op het ogenblik van de fusie en die hieronder zijn opgenomen: a.De bezoldiging, hierin inbegrepen de sprongen in weddeschalen, en het eventuele weddecomplement; b. Het vakantiegeld;c. De eindejaarstoelage;d. Het jaarlijks verlof;e. De regels betreffende registratie van arbeidstijd;f. De tweetaligheidstoelage;g. De regels en tussenkomsten betreffende verplaatsingen;h. De telewerkvergoeding;i. De maaltijdcheques.4° "Integratie": de toestand waarin het personeelslid zich bevindt na de ondertekening van het aanhangsel aan de arbeidsovereenkomst zoals voorzien in artikel 4 van dit besluit. Hoofstuk III - Toestand vóór integratie

Art. 3.De personeelsleden behouden hun verworven rechten die golden op 31 december 2022, zoals bedoeld in artikel 2, 3°.

Echter zijn de volgende bepalingen van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 tot vaststelling van de administratieve toestand en de individuele geldelijke rechten van de contractuele personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, hierna genaamd het besluit contractuelen, en van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, hierna genaamd statuut, van toepassing: 1° de rechten en plichten, bedoeld in de artikelen 24 tot 30 van het statuut;2° de onverenigbaarheden, bedoeld in de artikelen 33 en volgende van het statuut 3° het onthaal, de vorming en voorlichting, zoals voorzien in de artikelen 68 en volgende van het statuut;4° de evaluatie, zoals voorzien in de artikelen 75 en volgende van het statuut voor niet-mandaathouders;5° de herverdeling van de arbeid in de openbare sector en de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, bedoeld in de artikelen 204 en 205 van het statuut;6° de autoriteit bevoegd voor het ontslag, zoals voorzien in het besluit contractuelen. HOOFDSTUK IV - Integratie van de personeelsleden - principes en overgangsbepalingen

Art. 4.Bij dienstnota van de leidend ambtenaar wordt het personeelslid een aanhangsel bij zijn arbeidsovereenkomst aangeboden waardoor, onverminderd de volgende artikelen van onderhavig besluit, in de plaats van zijn verworven rechten, het besluit contractuelen op hem van toepassing wordt, met inbegrip van de bepalingen die dit besluit zouden wijzigen, aanvullen of vervangen.

Om het personeelslid bij zijn keuze te helpen is aan het ontwerp van aanhangsel een tabel met twee kolommen toegevoegd. Een kolom bevat de huidige geldelijke situatie die voortkomt uit de verworven rechten, de tweede kolom bevat de geldelijke situatie en voordelen die zullen voortvloeien uit de ondertekening van het aanhangsel, overeenkomstig de bepalingen van onderhavig besluit.

Het personeelslid antwoordt schriftelijk binnen de in de dienstnota gestelde termijn, die niet korter mag zijn dan twee maanden vanaf de dag na de datum van verzending via brief, ten minste aan zijn beroeps- en privéadressen.

De te maken keuze is onherroepelijk.

Bij gebrek aan een antwoord binnen de gegeven termijn wordt het personeelslid onweerlegbaar geacht de ondertekening van het aanhangsel te weigeren en bijgevolg definitief te kiezen voor het behoud van zijn verworven rechten.

Art. 5.§ 1. Bij de integratie wordt de geldelijke anciënniteit van het personeelslid definitief vastgesteld op het niveau dat op 31 december 2022 bij het CMDC werd erkend, vermeerderd met het aantal maanden dat is verstreken tussen 1 januari 2023 en de datum van de inwerkingtreding van het aanhangsel. § 2. Wanneer, na toepassing van § 1 in de met zijn diploma overeenkomende weddeschaal van de Diensten van het Verenigd College, de integratie in de nieuwe weddeschaal en het behoud van een weddecomplement tot een loonsverhoging leiden, wordt het weddecomplement verminderd om het loon in overeenstemming te brengen met het loon dat bij het CMDC op hem zou toegepast worden.

Hetzelfde geldt bij een latere tussentijdse verhoging of wijziging van weddeschaal.

De vermindering mag er evenwel niet toe leiden dat de som van de nieuwe brutomaandbedragen van de wedde en het weddecomplement lager wordt dan die van de maand vóór de integratie. § 3. Wanneer, na toepassing van § 1 in de met zijn diploma overeenkomende weddeschaal van de Diensten van het Verenigd College, de verschuldigd geachte bezoldiging lager is dan waarin voorzien is in artikel 2, 3°, a., behoudt het personeelslid de weddeschaal die op hem van toepassing was bij het CMDC tot hij, om welke reden dan ook, een hogere bezoldiging verkrijgt in een weddeschaal van de Diensten van het Verenigd College die op hem van toepassing is.

Art. 6.§ 1. Na de integratie ontvangt het personeelslid een tweetaligheidstoelage overeenkomstig de voorwaarden die bepaald zijn in de artikelen 269 en volgende van het statuut. § 2. Indien het personeelslid bij het CMDC een tweetaligheidstoelage ontving waarvan het bedrag na de integratie verloren gaat of verminderd wordt, beschikt hij over een termijn tot en met 30 juni 2025 om zijn situatie met terugwerkende kracht te regulariseren, overeenkomstig de voorwaarden die bepaald zijn in de artikelen 269 en volgende van het statuut. § 3. Het bedrag van de met terugwerkende kracht uitbetaalde toelage mag echter niet hoger zijn dan het bedrag dat vóór de integratie werd ontvangen.

Indien het personeelslid in aanmerking komt voor een lagere toelage dan de toelage die hij vóór de integratie ontving, wordt alleen het bedrag van de lagere toelage met terugwerkende kracht betaald.

Art. 7.Na de integratie wordt de belastingvrije vergoeding die het personeelslid tot december 2022 met toestemming van de FOD Financiën genoot, omgezet in een toelage die uitdovend wordt toegekend zolang het personeelslid de functie behoudt die hij op het ogenblik van de overdracht uitoefende.

Het jaarlijkse bedrag van deze toelage is vastgesteld op 960 euro. Ze wordt maandelijks gelijktijdig met de wedde betaald .

De toelage wordt op evenredige wijze verminderd als het personeelslid deeltijdse arbeidsprestaties verricht.

De toelage wordt gekoppeld aan de schommelingen van de spilindex 138,01 van de consumptieprijzen.

Art. 8.Het aanhangsel bij de arbeidsovereenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de sluiting ervan, met uitzondering van de functionele loopbaan, die met terugwerkende kracht in werking treedt op 1 januari 2023. HOOFDSTUK V - Eindbepalingen

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Art. 10.De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 september 2023.

Voor het Verenigd College: De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt, B. CLERFAYT S. GATZ