gepubliceerd op 24 augustus 2023
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 januari 2021 tot uitvoering van de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
22 JUNI 2023. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 januari 2021 tot uitvoering van de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, met name artikel 12, eerste lid;
Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 januari 2021 tot uitvoering van de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;
Gelet op het voorstel van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag van 28 februari 2022;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 maart 2023;
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor Begroting, gegeven op 21 maart 2023;
Gelet op advies 73.502/1 van de Raad van State, gegeven op 16 mei 2023, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, uitgevoerd op 20 april 2023;
Gelet op de evaluatie van de impact op de respectievelijke situatie van vrouwen en mannen, uitgevoerd op 20 april 2023;
Op voorstel van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 43 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 januari 2021 tot uitvoering van de ordonnantie van 10 december 2020 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2. De betaling van de tegemoetkoming wordt uitgevoerd door overschrijving op een betaalrekening, die werd geopend op naam van de begunstigde of waarvan hij medetitularis is.
Onverminderd de toepassing van het voorgaande lid, kan de tegemoetkoming vanaf 1 juni 2023 worden uitbetaald op een vooraf betaalde kaart, die wordt uitgegeven door een kredietinstelling, die aan de begunstigde wordt afgegeven door de Dienst en die de mogelijkheid biedt tot debetkaarttransacties in de zin van artikel 2, 4) van de Verordening (EU) 2015/751 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende afwikkelingsvergoedingen voor op kaarten gebaseerde betalingstransacties, indien de begunstigde hierom verzoekt. Onverminderd de toepassing van het eerste of van het eerste en tweede lid, kan de tegemoetkoming tot 1 januari 2024 per circulaire cheque worden betaald als deze om technische of sociale redenen niet per overschrijving of op betaalkaart kan betaald worden en de begunstigde hierom verzoekt.
De overschrijving op de betaalrekening, de betaling op de betaalkaart of het uitschrijven van een circulaire cheque gebeurt op de 23ste van de maand. Wanneer deze dag evenwel een zaterdag, een zondag of een feestdag is, gebeurt de over- of uitschrijving of de betaling op de daaraan voorafgaande werkdag.
Onder kredietinstelling, zoals bedoeld in het tweede lid, moet worden verstaan de in België gevestigde kredietinstellingen, zoals bedoeld in artikel 1, § 3, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten sluiten op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen en beursvennootschappen.".
Artikel 2.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid en het beleid inzake bijstand aan personen, zijn met de uitvoering van dit besluit belast.
Brussel, 22 juni 2023.
De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON E. VAN DEN BRANDT