GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD

13 JUNI 2019. - Besluit van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen tot uitvoering van het besluit van het Verenigd College van 12 juli 2018 tot uitvoering van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 maart 2017 houdende de organisatie van kinderopvang

De Leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, Gelet op de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de organisatie van kinderopvang, artikel 4, eerste lid, 3°, en tweede lid;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van 12 juli 2018 tot uitvoering van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 maart 2017 houdende de organisatie van kinderopvang, artikelen 39, § 2, eerste lid, 4° en 5° en 41, § 2, eerste lid, 4° en 5° ;

Gelet op het advies 66.042/1 van de Raad van State, gegeven op 23 mei 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluiten : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° besluit van het Verenigd College: het besluit van het Verenigd College van 12 juli 2018 tot uitvoering van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 maart 2017 houdende de organisatie van kinderopvang;2° de richtlijnen van de Europese Reanimatieraad: de meest recente richtlijnen van de European Resuscitation Council, zoals gepubliceerd op de website van de European Resuscitation Council, onder pediatric life support. HOOFDSTUK 2. - Kwalificatiebewijzen

Art. 2.Het kwalificatiebewijs voor de verantwoordelijke, vermeld in artikel 39, § 2, 4° van het besluit van het Verenigd College, is één van de opleidingstitels vermeld in punten 1 of 2 van de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Er zijn verschillende mogelijke opleidingstitels naargelang het gaat om een verantwoordelijke voor maximaal tien kinderopvangplaatsen of een verantwoordelijke voor meer dan tien kinderopvangplaatsen.

Art. 3.Het kwalificatiebewijs voor de kinderbegeleider, vermeld in artikel 41, § 2, 4° van het besluit van het Verenigd College, is één van de opleidingstitels vermeld in punt 3 van de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 3. - Attest van kennis van levensreddend handelen

Art. 4.Het attest van kennis van levensreddend handelen, vermeld in artikelen 39, § 2, 5°, en 41, § 2, 5°, van het besluit van het Verenigd College, toont aan dat de houder ervan een opleiding van minstens drie uur met de volgende leerinhouden gevolgd heeft: 1° een theoretisch deel, waarbij de typische gevaren voor baby's en peuters, de basisprincipes van de eerste hulp, het stappenplan van reanimatie volgens de geldende richtlijnen van de Europese Reanimatieraad en het bewustzijn, de ademhaling en de bloedcirculatie van baby's en peuters aan bod komen;2° een praktisch deel, waarbij ruim de tijd gegeven wordt om te oefenen en waarbij het inoefenen van reanimatie van baby's en peuters op baby- en peuterreanimatiepoppen, de handelingen bij verslikken en stikken, en de veiligheidshouding aan bod komen.

Art. 5.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 juni 2019.

De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, P. SMET

Bijlage : Kwalificatiebewijzen voor de verantwoordelijken en de kinderbegeleiders 1. Kwalificatiebewijzen voor de verantwoordelijken in de kinderopvanglocaties tot tien vergunde kinderopvangplaatsen De diploma's en de certificaten afgegeven door een onderwijsinstelling van de Vlaamse, Franse of Duitstalige Gemeenschap - of de gelijkwaardige diploma's en certificaten uitgereikt in andere EU-lidstaten, in de domeinen: 1.1. in het hoger secundair onderwijs: a) kinderverzorging b) opvoeding c) verpleegaspirant d) begeleider in de kinderopvang e) elke andere opleiding gericht op kinderopvang, van sociale of pedagogische aard, na positief advies van de inspecteurs 1.2. in het stelsel leren en werken: kinderopvang 1.3. in het hoger onderwijs van het korte type (graduaat/bachelor): a) verpleegkunde b) sociaal werk c) psychologie d) pedagogie e) onderwijs f) logopedie g) elke andere opleiding van psychologische, medische of sociale aard, na positief advies van de inspecteurs. 1.4. in het hoger onderwijs van het lange type (licentie/master): a) psychologie b) pedagogie c) logopedie d) elke andere opleiding van psychologische, medische of sociale aard, na positief advies van de inspecteurs 2.Kwalificatiebewijzen voor de verantwoordelijken in de kinderopvanglocaties met meer dan tien vergunde kinderopvangplaatsen De opleidingstitels zoals vermeld in punten 1.3 en 1.4. 3. Kwalificatiebewijzen voor de kinderbegeleiders De opleidingstitels zoals vermeld in punt 1. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 13 juni 2019 tot uitvoering van het besluit van het Verenigd College van 12 juli 2018 tot uitvoering van de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 maart 2017 houdende de organisatie van kinderopvang.

De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, P. SMET