gepubliceerd op 08 januari 2009
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de maximale kostprijzen die in aanmerking komen voor de financiële tegemoetkoming van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor de bouw, de verbouwing, de uitbreiding en de uitrusting van de rusthuizen die tot haar bevoegdheid behoren
18 DECEMBER 2008. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de maximale kostprijzen die in aanmerking komen voor de financiële tegemoetkoming van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor de bouw, de verbouwing, de uitbreiding en de uitrusting van de rusthuizen die tot haar bevoegdheid behoren
Het Verenigd College, Gelet op de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen, de artikelen 23, § 1, en 24, 1°;
Gelet op het advies van de afdeling instellingen en diensten voor bejaarden van de Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gegeven op 28 augustus 2008;
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 23 oktober 2008;
Gelet op het advies 45.445/3, gegeven op 18 november 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de rusthuizen, bedoeld in de artikelen 2, 4°, c), en 22, § 1, van de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen en omvat de bouw-, uitbreidings- en verbouwingswerken alsmede de uitrusting.
Art. 2.De maximale kostprijs per bed, wanneer het gaat om nieuwe voorzieningen en vervanging van bestaande, beloopt 75.422 euro, buiten de belasting op de toegevoegde waarde.
Art. 3.De maximale kostprijs die in aanmerking kan komen voor uitbreidingswerken aan bestaande gebouwen beloopt, buiten de belasting op de toegevoegde waarde, 1.257 euro per bruto m2 nieuw gebouwde oppervlakte.
De totale bruto-oppervlakte van het rusthuis mag nooit groter zijn dan 60 m2 per bed.
Art. 4.Voor de verbouwing van bestaande gebouwen wordt de maximale kostprijs die voor betoelaging in aanmerking kan komen berekend op basis van de goedgekeurde ontwerpen en van de uitslagen van de aanbesteding.
Deze maximale kostprijs mag echter ten hoogste vijfenzeventig percent van de door artikel 2 van dit besluit vastgestelde maximale kostprijs bedragen.
Art. 5.Binnen een periode van dertig jaar volgend op de voorlopige oplevering van bouw-, uitbreidings- of verbouwingswerken van een rusthuis, kan geen subsidie meer worden toegekend.
Van de in het vorige lid bepaalde regel kan worden afgeweken wanneer aanpassingen noodzakelijk worden ingevolge een wijziging van de regelgeving of ingevolge een uitbreiding die is toegekend door een nieuwe vergunning tot ingebruikneming en exploitatie.
Art. 6.Onder de in de volgende artikelen bepaalde voorwaarden, kunnen, buiten de in de artikelen 2 en 3 van dit besluit vastgestelde maximale kostprijzen en binnen de begrotingskredieten, voor betoelaging in aanmerking : 1° de afbraakwerken;2° de parkings;3° sommige buitengewone uitgaven.
Art. 7.De afbraakwerken kunnen voor betoelaging in aanmerking komen op basis van het bedrag van de goedgekeurde bieding, in de mate zij noodzakelijk zijn voor de inplanting van de nieuwe subsidieerbare constructies of uitbreidingen van bestaande gebouwen.
Art. 8.De uitvoering van buitenparkeerplaatsen kan voor betoelaging in aanmerking komen onder volgende voorwaarden : 1° het maximuum aantal parkeerplaatsen mag een derde van de totale capaciteit van het rusthuis, uitgedrukt in bedden, niet overschrijden; 2° de maximum kostprijs per parkeerplaats wordt op 1.969 euro, buiten de belasting op de toegevoegde waarde, vastgesteld.
Art. 9.Sommige uitgaven die, uit hoofde van hun uitzonderlijk karakter, niet in aanmerking werden genomen bij de berekening van de in de artikelen 2 en 3 van dit besluit vastgestelde maximumkostprijzen kunnen voor betoelaging in aanmerking komen buiten deze kostprijzen voor zover zij, onafhankelijk van de wil van de opdrachtgever, onontbeerlijk en, vóór hun uitvoering, behoorlijk gerechtvaardigd zijn en berekend op basis van normale erkende eenheidsprijzen.
Art. 10.De in de artikelen 2, 3 en 8 van dit besluit vermelde bedragen zijn op 1 januari 2008 vastgesteld. Zij omvatten de algemene kosten, berekend naar rato van 10 percent van de kostprijs der werken en leveringen.
Art. 11.De in artikel 10 van dit besluit vermelde bedragen volgen de schommelingen van de bouwindex, volgens volgende formule : 0,40 s/S + 0,40 i/I + 0,20 In bedoelde formule, is : s het gemiddeld uurloon, categorie A (+ 10 werknemers), van kracht tien dagen vóór de opening van de offertes of inschrijvingen;
S het gemiddeld uurloon, categorie A (+ 10 werknemers), op 1 januari 2008 (S = 27,482); i de index van de materialen, van kracht in de maand van de opening van offertes of inschrijvingen;
I de index van de materialen op 1 januari 2008 (I = 6.823).
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2008.
Brussel, 18 december 2008.
Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, P. SMET